Panamese paradijsjes: Bocas del Toro
De mond van de stier, ofwel Bocas del Toro, is een archipel voor de kust van Panama aan de Caribische kant. De archipel bestaat uit meer dan tweehonderd eilandjes met een Caribische sfeer. Een hide out voor wie wil bijtanken in een natuurlijke omgeving.
Denk aan aquamarijnkleurig water, witte palmstrandjes, mangrovebossen en een weelderig regenwoud waarin al wat survivalprogramma’s hebben plaatsgevonden. Maar de meeste strandjes zijn verlaten en je kunt hier nog een Robinson-gevoel krijgen. Lekker alleen op de wereld. Surfers hebben het inmiddels ontdekt vanwege de wind en de golven. De eilandjes zijn te bereiken per boot. Er kan worden gesnorkeld, gedoken en je kunt er dolfijnen zien, een wandeling in het regenwoud maken of de inheems bevolking bezoeken.Dankzij enkele hotels kan je er ook een paar dagen verblijven.
De eilandjes van de Bocas del Toro bevinden zich aan de westkant van Panama, zo’n veertig kilometer van Costa Rica af. Volgens de overlevering zette Columbus op 6 oktober 1502 voet aan land op een van deze eilanden tijdens zijn vierde en laatste reis naar het Caribisch gebied. Hij voer met zijn twee boten de baai in die tegenwoordig Almirante Baai heet en de inheemse bevolking Carabaro noemt. Begin negentiende eeuw arriveerden de gebroeders Snap op hetzelfde punt. Zij kwamen van Jamaica, waar ze een plantage met slaven hadden. Tezelfdertijd kwam ook de Shepherd-familie in dit deel van Panama, die zich het tegenwoordig als Shepherdeiland bekendstaande stuk land toeëigenden.
Weer later arriveerden verschillende Schotse en Britse plantagefamilies die van de San Andres- en Providencia-eilanden naar nieuwe bestemmingen zochten. Ze namen hun slaven mee. Er ontstond ruilhandel met de aanwezige oorspronkelijke bevolking die handelde in levende schildpadden, schilden van schildpadden, cacao en mahonie. Vandaag de dag kun je nog steeds de invloed van de verschillende culturen zien in gebruiken, tradities, de keuken, muziek en dans.
Waar de naam Bocas del Toro precies vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Sommigen zeggen dat Christopher Columbus bij zijn aankomst watervallen zag in de vorm van mond van de stier. Anderen denken dat de naam komt van de grote stenen rots die Columbus op Bastimentos Eiland zag en de vorm heeft van een stierenbek. Weer anderen zeggen dat het gaat om het geluid van de grote golven die tegen de rotskust slaan en die lijken op het geluid van een briesende stier. En tenslotte is er het verhaal dat de laatste cacique, wijze man van de inheemse bevolking bekend stond als “Boka Toro”.
[tekst uit Caribe Magazine, 26 januari 2012]
RSS
Facebook
Twitter
