blog | werkgroep caraïbische letteren

Palmzondag

Vorig jaar september hadden we met het oog op de Amerikaanse verkiezingen een serie postkaarten van een zwarte vrouw gelanceerd, waarvan de afbeelding van kunstenares Trudie Canwood en de tekst uit m’n gedichtenbundel Gerede Twijfels werden geput. Je had er een gevoel bij dat Obama de nieuwe president zou worden. Op zich een hele omwenteling in de geschiedenis dat een zwarte presidentskandidaat voor het eerst als wereldleider wordt gekozen. Met deze gedachte koester ik ook de hoop dat in eigen land een en ander zal veranderen, niet meteen maar gaandeweg.

Hoe is het in eigen land gesteld is dan de vraag? Als je naar de boekentop-5 kijkt, zie je nog altijd geen Caribische schrijver die op deze lijst voortkomt. Je ziet boektitels als Het diner, De verbouwing, De eenzaamheid van de priemgetallen, Mannen die vrouwen haten en De voorlezer. Het was jaren geleden dat Tip Marugg genomineerd werd voor de AKO-literatuurprijs en we weten allemaal hoe dat in z’n werk ging en iemand anders met de prijs er vandoor ging. Misschien dat onze schrijvers voortaan zich meer moeten afficheren als Caribische schrijvers en minder als Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse schrijvers. Maar ook ons verhaal moet wellicht anders ingericht worden. Het hoeft niet altijd over de knellende band met Nederland te gaan, tenzij er nieuwe wetenswaardigheden aan het licht zijn gekomen die in romanvorm gegoten kunnen worden.

Ook de uitgeverswereld die steeds meer vertaald werk uitgeeft, geeft hiermee een signaal af. Men wil nieuw bloed, het liefst jong talent en nieuwe thema’s in de Nederlandse literatuur introduceren. Er zijn tal van uitgevers, met In de Knipscheer voorop, die voor een groot deel niet-westerse auteurs uitgeven. De andere hebben een of twee auteurs in hun fonds, waarmee ze eerst de kat uit de boom kijken. Maar dan stuit je op het probleem dat literatuur onder de eigen doelgroep als elitair wordt gezien. Ook ons verhaal moet echter verteld en gelezen worden. Als schrijver moet je iedere keer opnieuw zorgen dat je met iets nieuws voor de dag komt, waarmee je de lezer kunt prikkelen. Anders verkoopt het boek niet.

De meeste uitgevers moeten echter meer moeite doen om het boek te promoten. Schandalig dat sommige dagbladen tegenwoordig weinig aandacht besteden aan literatuur uit de West. Zijn de tijden zo veranderd? Of behoren Aruba, de Antillen en Suriname niet meer tot die regionen van de literatuur? Toegegeven dat het imago van de Antillen en de Antilliaan niet bevorderlijk is voor de Antilliaanse literatuur en de verkoopcijfers daarvan. Hetzelfde gold voor de generatie schrijvers Edgar Cairo en Astrid Roemer die de rekening moesten betalen voor de perikelen rondom de onafhankelijkheid van Suriname. Lezers hechten geen waarde meer aan wat zich op literair vlak onder schrijvers uit de West en in de achtertuin van het moederland afspeelt. Hun reis en verblijf op de eilanden bestaat meer uit genot dan uit kunst en geschiedenis.

 Voor andere Caribische vakantiegangers met hun oude familiebetrekkingen is er een band ontstaan met die cultuur. Zo kent men ook in iedere ex-kolonie een literair circuit, gevormd door inheemsen en ex-pats, een circuit dat van tijd tot tijd tot bloei komt. Een uitgever kan dat niet zomaar negeren. Er bestaat zoiets als een investeringskans zolang de markt genoeg opbrengt. Nederland kan het voorbeeld van Groot-Brittannië volgen, waar tal van Caribische schrijvers onder wie Zadie Smith en Caryl Phillips hun naam in de Britse literatuur hebben gevestigd. Ik blijf de hoop koesteren dat ook onze schrijvers die erkenning zullen krijgen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter