blog | werkgroep caraïbische letteren

P.C. Hooftprijswinnaar Roemer: Meer verdriet dan vreugde

door Otti Thomas

De Surinaamse schrijfster Astrid Roemer is de eerste Caribische auteur die de P.C. Hooftprijs in ontvangst mocht nemen. Ze draagt hem op aan andere Caribische auteurs, onder wie Frank Martinus Arion. “Ik houd van zijn romans want die gaan over mensen die ik herken, personen zoals ik en over levens die invoelbaar zijn.”

“Kijk nou! Wie kan dit nu niet mooi vinden,” antwoordt Astrid Roemer op de vraag hoe ze uitreiking van de P.C. Hooftprijs ervaart. Ze neemt felicitaties in ontvangst, spreekt ze met aanwezigen en poseert voor foto’s met oude vrienden en onbekende bewonderaars. Misschien is ze niet helemaal op haar gemak, maar de 69-jarige Surinaamse schrijfster is dan ook niet opgegroeid met de sociale verplichtingen van de selfiegeneratie.

Astrid Roemer ontvangt de P.C. Hooft-rpisj

Ruim een week geleden kreeg Roemer de toonaangevende P.C. Hooftprijs 2016 voor auteurs van Nederlandstalige literatuur, poëzie en essays. Een vakjury erkende hiermee de relevantie en eigenheid van Roemers romans. “Politiek engagement en literair experiment gaan bij Roemer hand in hand. Naar het oordeel van de jury leidt dat tot romans die tegelijk scherpe en relevante interventies in het publieke debat zijn èn complexe literaire verbeeldingen van de geschiedenis van Suriname.”
De prijs is bijzonder als erkenning van het volledige roman-oeuvre van Roemer. Maar na 63 Europees Nederlandse auteurs en één Zuid-Afrikaanse dichteres is Roemer bovendien de eerste Caribische winnaar van de prijs. De keuze voor Roemer, ook pas de vijfde vrouw die de prijs krijgt, wordt daarom toch ook een beetje gezien als een erkenning voor de Caribische literatuur.
De Surinaamse schrijfster heeft daar zelf gemengde gevoelens over bleek uit haar ‘Roemeriaanse’ dankwoord. “Was mij een literaire prijs toegekend vanwege het land waar ik ben geboren, vanwege mijn etniciteit, mijn sekse en gezien de aard van mijn romantische liefdeskeuzes: ik zou de prijs, hoe prestigieus ook, niet accepteren, omdat de ontwikkeling die ik heb doorgemaakt mij juist heeft losgekoppeld van de levensfeiten waarvoor ik, welbeschouwd, geen keus heb kunnen maken; ja, mijn gasten, ook de liefde is mij aangedaan!”
Toch draagt ze de prijs op aan andere Caribische schrijvers. Ze verzocht de stichting P.C. Hooftprijs om de namen van vijf auteurs in de prijs te graveren: de Surinaamse auteurs Bea Vianen, Edgar Cairo en Anil Ramdas en de Curaçaose schrijver Frank Martinus Arion. “Mijn bloedgroepauteurs hebben net als ik de worsteling gekend met een identiteit die meer belastend is dan bevrijdend, die meer verdriet heeft gegenereerd dan vreugde. En niet omdat met individuen uit gekoloniseerde leefgebieden, iets niet in orde is, maar omdat een dergelijke etnisch-culturele identiteit overal ter wereld meebeweegt met de waan van de dag, zoals bij een beursgenoteerde waarde.”
Roemers P.C. Hooftprijs is dus een beetje een Caribische prijs, net zoals Roemer stiekem een beetje gezien mag worden als een Curaçaose auteur [ dit interview is gemaakt voor de Curaçaose krant Amigoe – red. CU]. Bewust koos ze tijdens de uitreiking voor een optreden door Izaline Calister. Ze belde de Curaçaose zangeres met het verzoek om drie liedjes te zingen, waaronder het tweetalige ‘Abraca me/Omhels me dan’ van de Nederlandse band BLØF en de Portugese zanger Fernando Lameirinhas. ”Het is toch ook een beetje Papiaments,” had ze tegen Calister gezegd.

U voelt een sterke band met de voormalige Nederlandse Antillen. Is dat enkel de gedeelde geschiedenis of is er meer?

“Ik heb diepe relaties met de Antillen, al sinds mijn kinderjaren. Mijn vader heeft er lang gewoond met zijn gezin. Als tiener heb ik briefkaarten verzameld en ben mede daardoor blijvend verslingerd geraakt aan de oceaan. Staande op de dijken van Zeedijk in Nickerie zag ik daar een woest stuk van. Ik dacht veel aan de mannen van onze familiestamboom. Het is echt geen wonder dat in mijn vroege werk Curaçao een rol speelt maar zelfs later, in mijn trilogie, is het eiland opgedoken. Curaçao heb ik bezocht en geloof me: ik wou niet terug naar huis!”

 

Curacao Michiel van Kempen DSC_0310 (81)

Frank Martinus Arion en zijn vrouw Trudi Guda, april 2014. Foto © Michiel van Kempen

U draagt de prijs op aan auteurs met wie u zich verwant voelt, onder wie Frank Martinus Arion. Wat bewondert u in zijn werk?

”Frank Martinus Arion is altijd in mijn gedachten omdat ik vooral aan hem denk als ik aanmoediging nodig heb om te schrijven. Zijn moed om als gevierd auteur op een klein eiland te wonen en er allerlei opmerkelijke activiteiten te ontwikkelen in het belang van zijn gemeenschap verdient ook mijn bewondering. En ik houd van zijn romans, want die gaan over mensen die ik herken, personen zoals ik en over levens die invoelbaar zijn. Maar het meest van belang is het feit, dat al zijn werk mij diep raakt.”

Zijn er andere Caribisch auteurs of kunstenaars die u waardeert?

”Het werk van theatermaker Felix de Rooy en zijn vroegere levensmaat (Norman de Palm) was werkelijk inspirerend en met wijlen Rufus Collins hebben wij hoogtepunten gevierd op het vlak van vernieuwend theater. Het is jammer dat ik nauwelijks doeken heb gezien van Felix de Rooy en anderen, maar we hadden allen drukbezette levens. Ik heb ook heel prettig gewerkt met uw regisseur/politicus John Leerdam. Mooie producties zijn uit dat contact ontstaan. En Paulette Smit is een groot actrice!”

Surinamers en Caribische Nederlanders staan niet bekend als fanatieke lezers en wereldwijd daalt de interesse voor lezen? Hoe ervaart u dat? Zijn theater en film een goed alternatief?

”Visuele kunstvormen zoals film en theater zijn beslist noodzakelijk in deze tijd van beeldschermen. Beeldschermen die bovendien een vereenvoudigde realiteit uitbeelden. Film en theater kunnen diepgang bieden. Maar boeken, dat wil zeggen teksten, zijn van onuitsprekelijk belang voor onze mentale vermogens. Een uitgebreide taalschat is bevorderlijk voor het denken, voor het leggen van verbanden, voor het vinden van oplossingen voor allerlei problemen. Informatie die via taaluitingen tot ons komt, is van een heel andere betekenis dan informatie die ons via beelden bereikt. Er zijn wereldwijd minder analfabeten dan decennia geleden, dus taaltekens blijven van belang: uitgesproken en opgeschreven. Er wordt meer gelezen dan ooit. Moderne communicatiemiddelen zullen nieuwe manieren vinden om het papier te mijden en het boek te verheffen naar een meer duurzame en milieuvriendelijke vorm: vast en zeker!”

 

Ramsjboekhandel

…het boek blijft van belang…

Bent u tevreden over uw bijdrage aan de literatuur, ook als onderdeel van de opvoeding van een nieuwe generatie?
”Goede leerkrachten zijn onontbeerlijk voor goed taalonderwijs. Meer leerkrachten in scholen en opleidingsinstituten is mijn politieke slogan. Ik bedoel te zeggen dat jongeren kunnen leren om hun weg te vinden in het enorme literaire erfgoed van de wereld en dat zij daarbij de deskundige en geduldige hulp van professionele, ervaren lezers nodig hebben. Want vergis je niet: songteksten zijn in wezen gedichten en onze jongeren leven met muziek en hebben dus gevoel voor literatuur. Mijn werk heeft goede leerkrachten nodig om jongeren te bereiken en aldus mogelijk meer effect te bewerkstelligen. Maar mijn werk doet ook pijn want het behandelt veelal kwesties die volwassenen liever onbesproken laten.”

Excentriek
Roemer staat bekend als eigenzinnig of excentriek. In de documentaire Astrid H. Roemer, de wereld is gezicht verloren vertelt de Schot Ian MacQueen, waar ze enige tijd een huis van huurde, dat haar kat met het vliegtuig reisde, terwijl ze zelf met de boot ging. In de lokale supermarkt vulde ze niet zelf haar boodschappenkarretje, maar vroeg ze aan winkelpersoneel om mee te lopen en dat voor haar te doen.
Ook nu noemt ze een stalker die haar al jarenlang achtervolgt, de diefstal van haar spullen en de identiteitsfraude, waar ze slachtoffer van is geworden. “Als auteur leid ik een ongemakkelijk bestaan en auteurs met wie ik mij verwant voel, zijn op tragische wijze uit het publieke domein geraakt: ziekte, zelfdoding. Er is veel mentaal geweld gebruikt tegen mij en ik mag blij zijn dat ik nog leef,” zegt ze.
Roemers aanwezigheid bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs zorgt voor evenwicht. Ze wilde weliswaar dat de stoel naast haar gereserveerd werd voor haar kat, die overigens niet aanwezig was. “Ze wou niet mee,” meldt Roemer. Maar het is vooral een mooie gedachte dat ze de stoel aan haar andere zijde vrij wilde houden voor ‘een persoon die gemist wordt’. Het is begrijpelijk dat ze na afloop niet eindeloos handen wilde schudden of door iedereen, ook totale onbekenden, omhelst of gekust wilde worden. Een van de weinig omhelzingen was voor Cindy Kersenborn, regisseur van de eerder genoemde documentaire.
Feit blijft dat Roemer zich bewust afzondert. Ze had in eerste instantie gevraagd of de P.C. Hooftprijs opgestuurd kon worden, zodat ze hem niet zelf in ontvangst hoefde te nemen. En nu ze hem wel in ontvangst heeft genomen, laat ze hem achter in het Letterkundig Museum. “Dat is voor iedereen toegankelijk. Mijn huis in Gent is dat niet,” zei ze.

 

Ik dacht eigenlijk dat u koos voor een leven buiten de publiciteit omdat voortdurend uw mening werd gevraagd over politieke ontwikkelingen in Suriname, lesbische relaties, vrouwenemancipatie en dekolonisatie?

”Ik heb altijd al een min of meer teruggetrokken bestaan geleid en een duidelijke scheiding gehouden tussen mijn privébestaan en mijn publieke wederwaardigheden als auteur. Toen ik mij echter bedreigd begon te voelen als privépersoon heb ik mij heel erg losgewikkeld van onder andere publieke activiteiten en ben zelfs mijn heil buiten Nederland gaan zoeken. Ik heb mij dus om andere redenen afgezonderd, maar ben nooit verdwenen uit het publieke debat omdat mijn romans, gedichten, dramateksten, essays en columns plus interviews beschikbaar zijn gebleven.”

Heeft de uitreiking van de P.C. Hooftprijs daar iets in veranderd?

”De P.C. Hooft-prijs heeft het makkelijker gemaakt voor mij om mijn werkplan verder uit te voeren en aldus via mijn nieuwe publicaties meer zichtbaar te worden voor het publiek. Ik ben ook in mijn noodgedwongen afzondering gewoon doorgegaan met schrijven en indien mogelijk blijven genieten van de natuur en allerlei kunstvormen, zoals muziek, dans en beeldende kunst.

Veel van de onderwerpen waar u in het verleden uw mening over gaf, zijn nog steeds actueel. Voelt u nooit de neiging om uw mening te geven over bijvoorbeeld Zwarte Piet, waar u in het verleden een duidelijk standpunt over had, corruptie, dekolonisatie of misschien zelfs de ontmanteling van de Nederlandse Antillen, waarbij de bevolking, anders dan in Suriname, koos om niet geheel onafhankelijk te worden van Nederland.

”Het doet mij goed te ervaren hoe de argumenten die ik ooit had geformuleerd nog prominent meedoen in actuele discussies. Het is echt geen arrogantie van mij als ik beweer dat ik nog zoveel toe te voegen heb om bepaalde discussies te verhelderen en aan te scherpen. Maar jong volk heeft er recht op zelf bij bepaalde inzichten te komen door helder na te denken en effectief te articuleren. Ik houd mij dan in als senior, begrijp je, ook al ben ik dol op het publieke debat!”

——-

Astrid Roemer schudt haar hoofd. Niet ontkennend, maar ontwijkend als in een poging om gedachten te weren. Uiteindelijk, zichtbaar worstelend op zoek naar de juiste woorden, concludeert ze dat ze alles kan missen; lekker eten, een geliefde, champagne en andere dingen waar ze van geniet. “Maar leven zonder schrijven? Verschrikkelijk! Ik zou dood gaan.”
Uit de documentaire Astrid H. Roemer, de wereld is gezicht verloren van regisseur Cindy Kersenborn.

——-

Over de gekte van een vrouw
Roemer is veel dank verschuldigd aan In de Knipscheer, in 1979 uitgever van Over de gekte van een vrouw. “Vooral Jos Knipscheer is van betekenis geweest. Hij heeft contact met mij gemaakt en hij heeft mijn zelfvertrouwen gefundeerd door mij moeiteloos uit te geven in Nederland. Hij liet me mijn vorm zoeken en vinden en was daarin terughoudend en geenszins sturend. Hij heeft mij geleerd vragen te stellen bij alles wat ik schrijvenderwijs uitvindt en die vragen met rationele argumenten te beantwoorden. Hij heeft mij regelrecht, net als enkele andere heren uitgevers, docent Lam van Gisbergen en minnaar Bill naar de P.C. Hooft-prijs genavigeerd, ook al heb ik de moeizame weg van zestig jaren schrijven en publiceren helemaal alleen moeten afleggen.”

 

[dit interview is eerder verschenen in de Amigoe]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter