blog | werkgroep caraïbische letteren

P.C. Hooftprijs voor Astrid Roemer: intens en groots oeuvre bekroond

door Michiel van Kempen

Met de toekenning van de P.C. Hooftprijs aan Astrid Roemer is ‘t voor het eerst dat aan een zwarte auteur binnen het Nederlandse taalgebied deze prestigieuze prijs wordt toegekend. Het is de bekroning voor een groot oeuvre, dat bescheiden begon met een dichtbundel in eigen beheer in Suriname in 1970 en dat zijn hoogtepunt vond met de romantrilogie Roemers drieling in de jaren 1996-1998, waarmee zij de laatste roerige decennia van de Surinaamse geschiedenis groots neerzette.

Astrid Roemer DSC_0003 (71)

Astrid Roemer, mei 2015. Foto © Michiel van Kempen

 

Oeuvre
De P.C. Hooftprijs wordt afwisselend toegekend voor proza, poëzie en essays; Astrid Roemer heeft de prijs gekregen voor proza. Maar in wezen is de P.C. Hoofprijs een oeuvreprijs, een toekenning voor het jarenlang ploeteren op tekst na tekst – dat wordt wel bewezen als je de lijst met laureaten ziet: alle groten van de laatste halve eeuw zitten daarbij en onder hen ook auteurs die proza èn poëzie schreven als Vestdijk, Reve en Nooteboom, maar geen enkele auteur kreeg de prijs (nu 60.000 euro) ooit tweemaal. Astrid Roemer schreef niet alleen proza in alle denkbare genres (romans, novellen, verhalen, columns) maar ook poëzie, songteksten, theater, scenario’s en essays, allemaal in die kenmerkende, eigenzinnige Roemer-stijl die zoveel ontleent aan het zwarte denken en die de polyvalentie en de dynamiek van de zwarte taalhantering tot uitdrukking wil brengen.

De prijstoekenning is ook een echt literaire bekroning van een auteur die met enorme toewijding haar oeuvre heeft vormgegeven. Alle grote migrantenthema’s komen in het werk van Roemer terug, en altijd zijn die op een bijzondere manier vormgegeven. Nooit heeft Roemer water bij de wijn gedaan, elke regel die zij schrijft is van een buitengewone intensiteit en zij vraagt van de lezer een grote actieve betrokkenheid als ‘tegenprestatie’ voor de enorme energie die zij in haar taalbouwsels steekt. Haar trilogie vraagt uithoudingsvermogen, haar poëzie vereist secuur lezen, haar theaterwerk is een wilde golf van emoties die het publiek overspoelt. Astrid Roemer maakt het zichzelf niet gemakkelijk in haar taal, in haar denken, in de eigenzinnige optiek die zij veelal kiest. Haar werk vraagt dat je afstand wil doen van veel traditionalisme en clichématigheid, van vooringenomenheid inzake gender en seksualiteit, van al te gemakkelijk getrokken politieke conclusies – en wie daartoe bereid is wordt beloond.

 

Astrid Roemer DSC_0003 (53)

Arjan Peters interviewt Astrid Roemer, Amsterdam, Compagnietheater, 22 mei 2015. Foto © Michiel van Kempen

 

On-Nederlands

Roemers werk is enorm on-Nederlands. In plaats van de soberheid in de traditie van Nescio en Elsschot, kiest zij voor de exuberantie, in plaats van de indringende eenvoud van Kopland opteert zij voor het taalspel, de ambiguïteit, de verrassende combinatie, in plaats van de Carmiggeltse anekdote kiest zij voor het grote verhaal, de literaire vertrouwdheid schuift zij opzij voor het literaire experiment.

Astrid Roemer is nooit ruim bedeeld geweest met prijzen – misschien ook wel omdat zij zo ver weg staat van de Nederlandse mainstream. De enige andere prijs die zij eerder kreeg was de LiBeraturpreis in 1999, die het oecumenisch centrum Christuskirche in Frankfurt toekent om literatuur uit andere culturen in de schijnwerpers te zetten. Dat was voor de Duitse vertaling van Lijken op Liefde, een vertaling waaruit opmerkelijk genoeg Roemers eigenzinnig gebruik van werkwoorden geheel verdwenen is. Het Nederlandse literatuurprijzencircus ging altijd aan Roemer voorbij. Des te verrassender is het dat zij nu al de andere, kleinere of commerciële prijzen voorbijschiet en in één beweging door met de grote P.C. Hooftprijs is gaan lopen.

Die bekroning geeft in meerdere opzichten een statement af. Het is een statement dat juist ook auteurs meetellen op het allerhoogste niveau die tegen de keer in schrijven, die niet kiezen voor de zoetgevooisdheid, de weg van de minste weerstand, de literatuur als smeerolie. Daarmee is de prijs ook een eerbetoon aan de eigenzinnige uitgevers die haar werk hebben willen uitgeven, en dan allereerst aan uitgeverij In de Knipscheer die haar voor het Nederlandse forum bracht. Het is ook een statement dat er een Nederlands-Caraïbische cultuur bestaat die werk voortbrengt dat thuishoort in dezelfde etalage als dat van W.F. Hermans, J. Bernlef en A.F.Th. van der Heijden. Het is een statement voor de genuanceerde blik; terecht stelt de jury in haar rapport dat Astrid Roemer laat zien dat Suriname veel méér is dan de zaken die hangen aan steekwoorden als ‘slavernij’ en ‘decembermoorden’.

 

Astrid Roemer DSC_0003 (61)

Cineaste Cindy Kerseborn stelt de techniek bij terwijl Astrid Roemer aan het woord is in het Compagnietheater, Amsterdam 22 mei 2015. Foto © Michiel van Kempen

 

Weerbarstig

De weerbarstigheid van het werk van Astrid Heligonda Roemer is door cineaste Cindy Kerseborn prachtig vormgegeven door de auteur en haar werk niet in een tropisch decor van wuivende koningspalmen neer te zetten, maar in de winderige ruigheid van het verafgelegen Schotse schiereiland Skye. Tegen het einde van de film krijgen we ook iets te zien van de weerbarstigheid van Roemers persoonlijkheid, wanneer zij opeens enorm uithaalt naar de cineaste en haar crew. Roemer is op haar best in de verlatenheid van het hoogland. Wie haar te dicht op de huid komt, vervreemdt ze van zich met een uithaal – zoals ikzelf ook al eens mocht beleven, toen Roemer voor een radiomicrofoon termen hanteerde die u en ik nooit in aanwezigheid van onze moeders zouden gebruiken. Het hoort erbij, het is helemaal Roemer.

Roemer draagt de prijs nu op aan haar Nederlands-Caraïbische collega-schrijvers die het psychisch zwaar hebben gehad: Bea Vianen, Edgar Cairo, Anil Ramdas en Frank Martinus Arion. Een gebaar van verwantschap en diepe loyaliteit. Ook deze auteurs zijn maar heel karig met prijzen bedeeld geweest. Met haar gebaar laat Roemer hen delen in haar roem. Ook dat is natuurlijk een helder statement. De wereld heeft gezicht verloren, heet de film van Cindy Kerseborn, een titel ontleend aan een novelle van Astrid Roemer. Wel, met de toekenning van de P.C. Hooftprijs aan Roemer heeft de wereld weer wat meer gezicht gekregen.

2 comments to “P.C. Hooftprijs voor Astrid Roemer: intens en groots oeuvre bekroond”

  • ik astrid h roemer weet voor 100procent zeker dat ik nooit en tav niemand en beslist niet bij radiomicrofoons heb gedaan wat Van Kempen beweert in zijn tekst. ik vraag dan ook dringend aan auteur om betreffende passage te verwijderen. ik heb geen behoefte aan het nog meer bekladden van mijn persoon en leefstijl. astrid h roemer nb het is de eerste keer dat ik dit zend op deze wijze!!!!!

  • Ik wil wel even duidelijk maken dat ik NOOIT EN TE NIMMER de behoefte heb gevoeld om Astrid Roemers persoon en/of leefstijl te bekladden (mens, lees toch eens wat ik hierboven over je schrijf en staar je niet blind op één regel), en dat ik enkel heb opgeschreven wat werkelijk heeft plaatsgevonden, ongeacht of mensen hun geheugen in dezen wel of niet goed werkt. Michiel van Kempen

1 Trackback/Ping

Your response at Michiel van Kempen

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter