Over ‘onzichtbare’ Hindoestaanse meiden (2 en slot)
Hindoestanen worden over het algemeen beschouwd als een geslaagde succesvolle groep in Nederland. Maar de Hindoestaan zouden niet genoeg zichtbaar zijn en zeker Hindoestaanse meisjes niet. Wat kan de reden zijn? Shantie Jagmohansing onderzoekt de kwestie. In het eerste deel ontdekt Kajol dat GTST niet op haar zit te wachten en ze kijkt nu naar Bollywood.
Natuurlijk zijn er naast meisjes als Kajol genoeg Hindoestaans-Nederlandse meisjes die wel hun draai vinden in de Nederlandse showbizz. En de meisjes die hiervoor kiezen moeten uiteraard worden ondersteund! Maar het punt dat ik hier probeer te maken, is dat streven naar zichtbaarheid nooit een doel op zichzelf moet zijn. Zelfontplooiing, identiteitsontwikkeling en vrij zijn om te doen en worden wat je wil, dat is waar het om draait. Als dit uiteindelijk zichtbaarheid met zich mee brengt, dan is dat een prettige bijkomstigheid.
Toen Kajol besloot haar showbizzcarrière in oosterse richting te navigeren, belandde ze net zoals veel andere ondernemende Hindoestaans-Nederlandse meisjes in een Hindoestaanse missverkiezing. Samen met nog 9 andere jonge vrouwen zou ze strijden om een zilveren tiara met vermiljoenrode sjerp, een luxe reis naar India waar de internationale verkiezing met deelnemers over de hele wereld zou plaatsvinden en natuurlijk een flinke dosis glorie en euforie wanneer de volledige zaal uitbundig voor de winnares zou applaudisseren.
Kajol was ervan overtuigd dat deze nieuwe richting juist was geweest. Maar toch deden zich ook in ‘deze showbizzwereld’ dingen voor waar ze niet altijd achter stond. Soms kreeg ze hierdoor een knoop in haar maag, veroorzaakt door onbegrip voor haar eigen gedrag (waarom durfde ze haar mond niet open te doen? Was ze het stiekem wel met de rest eens?) en als gevolg hiervan schaamte.
Haar naam was Ambika, ze was lang en atletisch, had zulke duidelijke gelaatstrekken dat haar gezicht gelijkenissen vertoonde met Zuid-Amerikaans houtsnijwerk en een soepele zelfverzekerde manier van lopen. Kajol wist door haar eerdere capriolen in Amsterdam, dat Ambika alles mee had om door te breken als internationaal model. Voor deze missverkiezing had Ambika echter wel een minpunt, een minpunt dat alleen door een deel van haar ‘eigen mensen’ zo werd gezien en waarvan Kajol wist dat het onbegrijpelijk was: Ambika’s huid was gaaf, egaal en donker als pure chocolade.
Door de andere meisjes met een lichtere huidskleur werd dit tevreden vast gesteld. Ambika was voor hen geen obstakel op weg naar de tiara, ondanks dat ze met haar tijdloze schoonheid uit een schilderij van kunstenaar Raja Ravi Varma leek te zijn gestapt.
Lang geleden was dit geheel anders. Donkere kleuren werden toen geassocieerd met goede dingen. Donker stond voor de nacht waarin dromen tot wasdom komen, het stond voor de rijkdom van de aarde, voor de beschutting van de sterkste bomen, voor de creatieve energie in het universum. Mysterieus, voedend, levendig, vol met kracht en potentie. De kleur wit had toen juist een negatieve lading. Wit stond voor dood, ziekte en zwakte.