blog | werkgroep caraïbische letteren

Over het zoute water

door Theo Ruyter

 

Als je in deze polariserende tijd als schrijver in Nederland een boek wilt schrijven over slavernij, moet je heel goed weten waar je aan begint. Want slavernij kan daar, zolang het duurt, nog maar één ding betekenen en dat is de trans-Atlantische mensenhandel en gewelddadige tewerkstelling van mensen uit Afrika in de Europese kolonies in Amerika. En voordat je het weet, word je door het ene kamp op handen gedragen en door het andere verketterd.

 

Henna Goudzand

Henna Goudzand, tweede van links, op de 1 juli-boekenmanifestatie in boekhandel Donner, Rotterdam 2015

Henna Goudzand Nahar, in Suriname geboren (1953) en in Nederland werkzaam, heeft dat gelukkig heel goed begrepen. Met Over het zoute water (2015) heeft zij een (jeugd) roman afgeleverd, waarop hardliners in het debat weinig kunnen afdingen en die tegelijkertijd de bekrompenheid van hun zienswijze aan het licht brengt. Dat komt vooral omdat ze als verteller een jonge tiener, Afi, in het leven geroepen heeft, die uitblinkt in nuchterheid en nieuwsgierigheid en die volwassenen – personages in het boek en daarmee ook lezers van het boek – voortdurend een spiegel voorhoudt. Zij en haar neef Kwame worden ontvoerd en meegenomen naar de kust door ‘mensenrovers’, in een niet nader genoemd Afrikaans land. Tijdens de daaropvolgende zeereis ontdekt Afi dat ze in haar hoofd haar ouders kan oproepen, hen kan horen en zien en zelfs met hen kan praten.

Haar ouders constateren echter dat zij hun dochter alleen kunnen horen, niet zien. Deze mogelijkheid tot wederzijds contact speelt een belangrijke rol in de verdere loop der gebeurtenissen. Temeer omdat Kwame geen contact heeft met zijn ouders. Die wijzen dergelijk contact namelijk categorisch van de hand, omdat dat naar hun idee is voorbehouden aan de doden en ze het niet willen laten voorkomen alsof Kwame en Afi dood zijn.

Het verhaal speelt zich grotendeels af op plantage Bersaba, waar de twee na hun barre tocht over het zoute water tewerk worden gesteld. Zij als personeelslid in ‘het witte huis’, hij als ‘veldneger’ in het slavendorp. Afi kan wel bij Kwame langsgaan, maar niet andersom.

De grootste verdienste van het boek lijkt mij dat het ‘slavernij’ in het bijzonder voor jongeren meer bevattelijk maakt. Zonder er doekjes om te winden, zet de auteur een aantal personages neer in wie je je als lezer kunt verplaatsen en ook vaak herkennen. Zelfs als het gaat om gedrag dat je stuitend vindt, of om mensen die je diep in je hart een kopje kleiner zou willen maken.

 

Over het zoute water

Er zijn altijd creatievelingen nodig, die het ergste van het ergste weten te verbeelden en te verwoorden. Dat geldt nu bijvoorbeeld al tientallen jaren voor de massamoorden tijdens de Tweede Wereldoorlog en dat zal ook gelden voor wat in het begin van deze eeuw heeft plaatsgevonden in de ‘Islamitische staat’ en omstreken. Een boek als dit helpt, verklaart, smaakt naar meer en nodigt uit tot bezinning. Een gelukkige bijkomstigheid is dat het mooi is uitgegeven. Heldere taal, weinig fouten of onduidelijkheden; wel jammer dat de auteur slechts twee van haar bronnen prijsgeeft. Juist omdat de hoofdzaken in het boek ons nog wel even zullen bezighouden, zou een richtingwijzer in het woud van (in haar woorden) ‘de vele publicaties met als thema slavernij’ geen overbodige luxe zijn geweest.

Over het zoute water, Henna Goudzand Nahar, 2015, Uitgeverij Chara, ISBN 9789082268614

[van Parbode, 20 april 2016]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter