blog | werkgroep caraïbische letteren

Over het werk van Mario Vargas Llosa

door Els Moor

Boekerij Meulenhoff te Amsterdam heeft het in het Nederlands vertaalde werk van Mario Vargas Llosa uitgegeven. Zeventien romans en één verhalenbundel, zijn debuut uit 1959. Zijn eerste roman, De stad en de honden, vertaling van 1963, is gebaseerd op ervaringen van de jonge auteur op de militaire academie. In 1965 verscheen Het groene huis. Voor Suriname is dat een boeiende roman, die voor een deel in het bos speelt met rivieren, bootjes met ‘botoman’ en dorpen waar verschillende talen gesproken worden, en voor een deel in een stadje, waar een onbekende man een hoerentent bouwt. Woede van de pater! Het is fictie, maar realistische fictie. De structuur is knap met verschillende verhaallijnen die langs elkaar lopen, maar de lezer ontdekt dat ze wel met elkaar te maken hebben.

Vargas Llosa het groene huis

Veel van het werk van Vargas Llosa heeft te maken met de politieke situatie in Latijns-Amerika, met dictatuur en mensenrechtenschendingen. Later verandert dat als de politieke situatie ook verandert. De oorlog van het einde van de wereld is een historische roman die in Brazilië speelt in de 19de eeuw. Het woord van de verteller, Nederlandse vertaling uit 1989, vind ik een topper. Het boek zou in het zuiden van Suriname kunnen spelen.

vargas llosa het woord van de verteller

Het gaat over de Machiguenga, een inheems volk in het Amazonewoud. De thematiek is actueel, ook voor het zuiden van Suriname: op welke wijze kunnen de inheemse volken gaan deelnemen aan de moderne maatschappij? Als de inheemsen in dorpen gaan wonen en christenen worden, dreigen hun verhalen die rondtrekkende vertellers vertelden, te verdwijnen. Dat is een stuk van de thematiek dat hier ook speelt. Een niet-indiaan, een viracocha (hier: pananakiri) doet onderzoek onder de Machiguenga. Binnen de plot komen veel inheemse verhalen voor waarin de eenheid met de natuur en het veranderen van mensen in zon, maan, sterren, dieren, planten en bomen. Deze verhalen lijken veel op de Trio-verhalen van de oude Trio-verteller Tëme(n)ta Wetaru uit Tepu die vastgelegd en vertaald zijn door Cees Koelewijn in 2003. Wat de cultuur, de geschiedenis en de verhalen van de inheemse volken betreft is Suriname echt een Zuid-Amerikaans land. Maar het is nog niet zo dat romanschrijvers zich intensief in deze wereld gaan verdiepen, zoals Vargas Llosa heeft gedaan.

 

Hoofden van de Oayapok!

 

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter