blog | werkgroep caraïbische letteren

Over de kwestie Dushi

Over de kwestie Lucretia (Dushi) of persiflage van de ander

door Peter Meel

Na het succes met het Japanse typetje Ushi met wie de televisie-presentatrice Wendy van Dijk bekende figuren in de maling nam, kwam ze een paar weken geleden met een vernieuwde uitvoering van het programma, nu getiteld Ushi & Dushi. Hier was een zwart typetje aan toegevoegd, namelijk de Antilliaanse weervrouw Lucretia. Zowel onder zwarte als witte Nederlanders werd daar heftig op gereageerd.

‘Ze maakte een karikatuur van de zwarte vrouw,’ schreef Bas Heijne in een recensie in het NRC Handelsblad met als titel ‘Wendy van Dijk in een apenpak’. Heijne: ‘Het accent klopte niet, en suggereerde Wendy niet zo’n tig keer per uitzending dat vrouwen op Curaçao het liefst de hele dag met hun dikke reet in de hangmat liggen?’

De televisiepresentatrice Hanneke Groenteman plaatste met instemming het stuk van Heijne op haar weblog. Intussen vond er over het typetje Lucretia ook een levendige discussie plaats op internetforums. Sommigen meenden dat Van Dijk met dit typetje een vorm van blackface toepaste, een Amerikaanse theatervorm uit de negentiende eeuw die witte mensen gebruikten om zwarte mensen te spelen. Andere deelnemers aan het forum richtten zich tegen degenen die moeite hadden met de persiflage. Zij noemden de zwarte Nederlanders onder deze groep heel lichtgeraakt en vonden dat ze een zwaar minderwaardigheidsgevoel hadden. Een deelnemer aan het forum verwees naar de Surinaams- Nederlandse televisiepresentator Jörgen Raymann met zijn televisieprogramma Raymann is laat. ‘Raymann’, schreef deze persoon, ‘zet toch ook allerlei typetjes neer zoals Achmed de slager? Moeten we dit dan evengoed niet verbieden omdat hij hiermee alle slagers die Achmed heten beledigt?’

Filosoof Machiel Keestra en historicus Peter Meel gaan hieronder in op deze reacties.


Machiel Keestra: De ene persiflage is de andere niet

‘Humor wordt vaak gebruikt als middel om de grenzen van een groep te bepalen. In humor zitten altijd uitsluitingsmechanismen: wij maken samen een grap over iemand die er niet bij is. Dat geen Japanner of wie dan ook geklaagd heeft over het Japanse typetje Ushi dat Wendy van Dijk al langer speelt, wordt gebruikt als argument om aan te geven dat de reacties op de zwarte Lucretia overtrokken zijn. Maar wie dat als argument inzet, miskent het verschil in parodiëring en persiflage van de ene groep of van de andere groep. Als je bijvoorbeeld een Fries nadoet, dan zul je over het algemeen niet erg veel mensen kwetsen, omdat Friezen een relatief onbelaste groep zijn waar niet al een hele traditie van persiflage over bestaat. Daarnaast behoren de Friezen ook niet tot een groep die in een machteloze positie van allerlei vormen van uitsluiting zit, zoals dat het geval is bij zwarte mensen. De ene persiflage is dus de andere niet. De macht van de groep die wordt gepersifleerd, de omvang van die groep, maar ook de vraag of er al allerlei stereotypen bestaan over zo’n groep bepalen sterk hoe zo’n persiflage wordt ervaren. Ook de herkenbaarheid van zo’n persiflage verschilt van geval tot geval: een brildragend en roodharig schoolkind zal zich eerder gekwetst voelen –en terecht- door een persiflage dan wanneer de lolbroek in de klas een doorsnee en onidentificeerbaar kind nadoet.

Aan een Japans typetje kun je je op dit moment niet branden in Nederland. Japanners hebben zo’n duidelijke economische en culturele machtspositie dat ze niet echt kwetsbaar zijn. Daarnaast is de relatie tussen Nederlanders en Japanners niet zo beladen met gevoeligheden als de relatie met Surinamers en Antillianen. (Blijkbaar is het oorlogsverleden in voormalig Nederlands- Indië ook niet meer zo’n bron van gevoeligheden voor veel mensen). De enkele in Nederland wonende brildragende Japanse vrouw met lang haar en met het accent dat Wendy van Dijk laat horen, zal zich mogelijk aan het typetje Ushi ergeren. Maar iedereen loopt het risico toevallig een keer te grazen genomen te worden en een beetje incasseringsvermogen mag je wel van mensen verwachten. Bij het zwarte typetje Lucretia ligt het anders. Lucretia vult het scherm, speelt in op breed geventileerde vooroordelen, borduurt voort op een voedingsbodem van sentimenten en discussies, zoals de discussie over onaangepastheid en criminaliteit bij jeugdige Antillianen. Een typetje dat dan zoveel kijkers trekt zal ongetwijfeld veelvuldig op scholen en in werksituaties worden nagedaan. Meisjes die lijken op Lucretia worden nagespeeld en uitgejouwd. Hoeveel zelfspot mag je van mensen verwachten?

Wendy van Dijk heeft misschien oprecht gedacht dat de relaties met zwarte Nederlanders makkelijker zijn en dat ze zo’n typetje als Lucretia wel kan spelen. Maar daaruit blijkt dat ze zich nauwelijks geïnformeerd heeft over die verhoudingen. Geen goed geïnformeerde Nederlander kan namelijk op dit moment denken dat het parodiëren van zo’n blackface zonder protest kan. Iedereen die het nieuws volgt, weet dat er rond de koninkrijksrelatie tussen Nederland en de Antillen veel gevoeligheden naar boven zijn gekomen, dat de positie van zwarte Nederlanders nog lang niet zo sterk is als die van witte Nederlanders. Je kunt dan ook verwachten dat zo’n persiflage negatieve reacties zal oproepen. Een voor de hand liggende vraag in deze kwestie is waarom men zich wel ergert aan het zwarte typetje Lucretia van Wendy van Dijk, terwijl de Surinaamse Nederlander Jörgen Raymann, op dezelfde avond ook op de televisie, zonder dat hij daar commentaar op krijgt, naast het Surinaams typetje van tante Es, al een tijdje de Antillaanse stadswacht Edsel en de Marokkaanse slager Achmed neerzet. Hier speelt echter een rol dat Raymann niet zo overduidelijk deel uitmaakt van de dominante en blanke Gooise matras als Van Dijk. De ene gediscrimineerde minderheid kan makkelijk een andere gediscrimineerde minderheid op de hak nemen, omdat daarbij in elk geval geen sprake is van uitsluitingsmechanismen, die daarentegen wel spelen wanneer een dominante groep zich vermaakt ten koste van een ondergeschikte groep. ‘Losers’ onder elkaar kunnen verder gaan dan een ‘winner’ die zo’n ‘loser’ te kijk zet. Het duidelijkst zie je dat wanneer het over zelfspot gaat. Bekend is de Joodse zelfspot. Kijken we naar het wetenschappelijk onderzoek naar humor dan zie je dat de Joodse zelfspot apart wordt genoemd. Als machteloze groep hebben de Joden een lange traditie van zelfspot. (Homoseksuelen kennen overigens ook een traditie in grappen maken over zichzelf). Jezelf op de hak nemen kan een manier zijn om je machteloosheid fictief te overwinnen. De meeste mensen begrijpen wel dat zij als buitenstaander niet zomaar diezelfde grappen kunnen gaan vertellen. Grappen waarin schlemielige of gierige Joden voorkomen kunnen makkelijker door Joden dan door buitenstaanders verteld worden. Wel ligt dat nu, een halve eeuw na de oorlog, makkelijker dan een tijd geleden. Echter, als door de actualiteit die relatie tussen Joden en niet-Joden weer op scherp komt te staan, dan heeft dat ook zijn invloed op het maken van grappen. Het opmerkelijke is dat je kunt constateren dat humor en ons morele oordeelsvermogen iets erg belangrijks met elkaar delen: Voor beide vallen er geen algemene waarheden en richtlijnen te geven. Aristoteles (384-322 v.C.) met zijn deugdethiek benadrukte al dat we ons van ‘het goede’ geen abstract en algemeen begrip kunnen vormen om altijd te kunnen weten wat juist of slecht is om te doen. Dat moeten we dus elke keer in de concrete situatie en zijn historische context bepalen. Het kan dan ook voorkomen dat wat nu goed is om te doen over een half uur slecht uitpakt of domweg te laat is. Voor Aristoteles staat daarom het begrip
prudentie in zijn ethiek centraal: ons vermogen tot inzicht in de concrete situatie. Je kunt zeggen dat wij bij humor dus in dubbele zin gebruik maken van onze prudentie: Enerzijds, omdat we zonder dat vermogen tot inzicht in een concrete situatie helemaal geen grappen zouden kunnen maken die onze omstanders kunnen begrijpen en leuk vinden. Anderzijds hebben we die prudentie ook nodig om ons te helpen om de slecht definieerbare grenzen van acceptabele en onacceptabele grappen in de gaten te houden. En inderdaad, iedereen maakt wel eens een grap die niet geestig gevonden wordt of slecht valt of gênant blijkt te zijn. Hopelijk draagt zo’n ervaring tenminste bij aan het vergroten van de prudentie, dan heeft zij tenminste nog enige zin gehad.’


Peter Meel : Populariteit zonder contact

‘Waarom Lucretia een mislukte creatie van tv-presentatrice Wendy van Dijk is, kan in een paar zinnen onder woorden worden gebracht. Om te beginnen is het een volstrekt onbenullig typetje. Lucretia bundelt vooral Nederlandse vooroordelen over Antilliaanse vrouwen. Voor veel witte Nederlanders zouden Antilliaanse vrouwen dik, dom en dominant zijn. Deze veronderstelde kenmerken worden door Van Dijk geaccentueerd en uitvergroot, niet, zoals je zou verwachten, subtiel geparodieerd. Want Lucretia is eendimensionaal en massief. Een bulldozer die onbarmhartig over je heen walst. Zonder vermogen tot communiceren of relativeren. Bovendien een nauwelijks herkenbaar typetje. Het is al vaker opgemerkt: welke Antilliaanse bedient zich van een niet bestaand Surinaams accent? En hoeveel Antilliaanse vrouwen zijn er die monotoon hun zinnen afratelen, als een zombie door het beeld denderen en alleen bij uitzondering lachen?

Dit brengt mij op de artistieke kwaliteiten van het typetje. Laten we er niet ingewikkeld over doen. Lucretia lijkt onder volstrekt ongeïnspireerde omstandigheden te zijn ontstaan. Ik kan mij voorstellen dat het volgende is gebeurd. Op een druilerige zondagmiddag, onderuit hangend aan een tafel voorzien van asbak, drank en toastjes, zinnen programmamakers op een manier om Van Dijks succesvolle typetje Ushi nieuw leven in te blazen. De oplossing moet simpel zijn en mag niet teveel kosten. Herinneringen aan een voorbije midweek op Curaçao komen voorbij. Vrouwen, cocktails, zon, barman, lachen. Lucretia wordt geboren. Zij moet als aanjager fungeren voor de doorstart van een bewezen succes. Een verdiend succes ook, want Ushi is een typetje met raffinement. Met haar goedhartige uitstraling, onhandige motoriek en gespeelde onnozelheid weet zij beroemdheden om de tuin te leiden en vertrouwelijke informatie te ontfutselen. De kracht van Ushi is dat zij iemand is. Haar persoonlijkheid roept vragen op en intrigeert. Wie is zij en wat beweegt haar? De fascinatie voor haar wordt versterkt doordat zij een partner in crime heeft, die mede door zijn schuchterheid en zwijgzaamheid voor de kijker iets geheimzinnigs houdt. Ushi en hij koesteren een professioneel bondgenootschap, maar misschien zelfs wel meer dan dat. Daarmee doet Ushi een beroep op de nieuwsgierigheid en verbeeldingskracht van de kijker. Zij speelt met hem en daagt hem uit. Dat doet ook Jörgen Raymanns creatie tante Es. Zij jongleert niet minder met dubbele bodems en beschikt over een sidekick – haar man Rudie – die geen kijker ooit heeft gezien.

Hoe anders ligt dit bij Lucretia. Zij prikkelt het voorstellingsvermogen op geen enkele manier. In haar leven (of dat van haar schimmige assistente) is dan ook niemand geïnteresseerd. Een bulldozer laat onverschillig.Lucretia is pretentieloos entertainment en daarom moeten we niet teveel woorden vuilmaken aan de ophef die is ontstaan over het vermeend racistische karakter van Van Dijks nieuwste creatie. Een blanke die zichzelf zwart schminkt en een nepaccent aanmeet om zich als een zwarte te kunnen presenteren, verdient geen waardering en doet inderdaad denken aan de dagen dat zwarten op raciale gronden niet mochten optreden en witte stand-ins hun plaats innamen.

Toch denk ik niet dat Van Dijk met Lucretia mensen heeft willen kwetsen. Sterker: ik geloof niet dat de speler van het typetje er ook maar één seconde over heeft nagedacht hoe haar schuifdeuren-act op niet-witte Nederlanders zou overkomen. Misschien is het wel die nonchalance, naast het gebrek aan creativiteit, die mij het meeste ergert. In welke wereld leef je als je populariteit wilt verwerven zonder contact te willen maken? Eendimensionaal en massief is Lucretia bij uitstek een product uit de Hollandse kaasstolp.’  

[Overgenomen uit Oer Digitaal Vrouwenblad
www. oerdigitaalvrouwenblad.com
Nieuwsflits 4, december 2009
Eindredactie: Henna Goudzand Nahar/ Ati van der Kolk]

1 comment to “Over de kwestie Dushi”

  • Geweldige stukken!
    Bedankt voor het plaatsen.

    Anouska

    ps: Ik geloof dat ik ook maar filosofie moet gaan studeren… Om delicate kwesties zo precies te kunnen bewoorden als Keestra dat doet, is zeer benijdenswaardig.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter