Oproep solidariteit met Caribische Koninkrijkslanden
Aan de voorzitter en leden van de Vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer der Staten- Generaal.
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
email: cie.kr@tweedekamer.nl
13 april 2020
Betreft: Covid-19 virus pandemie en gevolgen voor Caribische delen van het Koninkrijk
Geachte voorzitter en leden van de Vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Bij brief van 7 april jongstleden heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties u geïnformeerd over de maatregelen van de Caribische delen van het Koninkrijk in verband met de Covid-19 virus. In zijn brief gaf de minister aan dat de vragen die betrekking hebben op het “Noodpakket banen en economie Caribisch Nederland” op een later moment beantwoord zullen worden.
Als Caribische Nederlandse burgers, die zeer betrokken zijn bij de Caribische landen van het Koninkrijk, slaan we in deze brief alarm over de zeer nijpende, maatschappelijke en sociaaleconomische situatie op Aruba, Curaçao en Sint Maarten die ten gevolge van de Covid-19 virus crisis op deze eilanden is ontstaan.
We zijn ons terdege ervan bewust dat de relatie tussen de landen van het Koninkrijk beladen kan zijn en dat het onderlinge gesprek soms moeizaam en stroef verloopt. We zijn ons ook bewust van de gevoeligheden die er over en weer zijn als er over de aanpak van problemen moet worden gesproken.
Toch willen we in deze brief niet dáár de aandacht op vestigen, maar in het belang van de bevolkingen van de eilanden een beroep doen op de solidariteit die er in tijden van grote nood moet zijn tussen de partners van het Koninkrijk der Nederlanden.
Vanuit die solidariteit is deze brief ook een roep om handelen en vragen we uw aandacht voor drie te nemen acties in Koninkrijksverband.
De sociaaleconomische situatie in deze drie overzeese landen van het Koninkrijk was al voor de uitbraak van het Covid-19 virus kwetsbaar. In tegenstelling tot Nederland hebben de landen van het overzeese deel van het Koninkrijk geen vergelijkbaar sociaal zekerheidstelsel, noch een effectieve sociale (hulp) infrastructuur om werkloosheid en armoede duurzaam aan te pakken. De recente grote toestroom van asielzoekers op Aruba en Curaçao, vanuit met name Venezuela, maakt de situatie alleen maar nijpender.
De total lockdown om de Covid-19 virus pandemie te bestrijden, heeft op Aruba, Curaçao en Sint Maarten ertoe geleid dat de economische activiteit grotendeels tot stilstand is gekomen. Net als in Nederland zijn in deze landen de scholen, kantoren, en voor de bestrijding van de pandemie niet vitale ondernemingen, bedrijven, restaurants, winkels etc. voor onbepaalde tijd gesloten. Een belangrijke pijler van de formele economie, de toeristische industrie, is ingestort. De investeringen van onder meer Nederlandse ondernemers in deze sector dreigen, bij ontstentenis van maatregelen om de sector te stutten, in rook op te gaan.
Veel mensen zitten zonder inkomsten thuis en vragen zich nu al af af hoe ze de komende tijd aan eten moeten komen. De klap van de Covid-19 virus pandemie voor de eilandelijke economieën maakt de sociaaleconomische situatie onhoudbaar. Waar vóór de Covid-19 virus crisis naar schatting 30% van de Curaçaose populatie op of onder de armoedegrens leefde, is dit getal gestegen naar 60%, nu de economie vrijwel stil is komen te liggen. Sleutelfiguren, vrijwilligers en lokale Ngo’s doen wat ze kunnen om in kwetsbare buurten en wijken de grootste nood te lenigen, maar ook hen staat het water tot de lippen.
Gezien deze nijpende sociaaleconomische situatie hebben de landsregeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten met een verwijzing naar het Statuut een beroep gedaan op de Nederlandse regering voor bijstand. Wij ondersteunen het pleidooi van de landen. Het gaat in alle drie de landen om kleinschalige eiland economieën die extra kwetsbaar zijn in tijden van een onvoorspelbare pandemie die de hele wereld in zijn greep houdt.
De Nederlandse regering heeft in antwoord op het verzoek van de eilanden, een renteloze lening aangeboden, die ver onder het gevraagde bedrag van de eilanden ligt. Goed bedoeld, maar zo’n lening zal Aruba, Curaçao en Sint Maarten die nu al bijna bezwijken onder hun schuldenlast, nog zwaarder belasten. Het Nederlandse voorstel is nu niet het goede antwoord op de noden van de eilanden, die net als Nederland, kampen met onvoorziene problemen, door de Covid-19 virus pandemie veroorzaakt. Ook is dit niet het goede moment om welke hulp dan ook te koppelen aan afspraken over een betere begrotingsdiscipline van de landen. Dit reguliere begrotingsgesprek vindt al elders plaats.
We doen drie voorstellen:
Het Nederlandse kabinet heeft effectief en voortvarend gereageerd op de sociaaleconomische gevolgen van de ‘intelligente lockdown’ in Nederland. Ons kabinet verdient een compliment met zijn pakket aan barmhartige maatregelen om de Nederlandse economie te steunen en de gevolgen van verlies aan loon en inkomsten van miljoenen mensen te verzachten. Zo worden bedrijven in Nederland die te maken hebben met substantiële omzetverlies tijdelijk ontzien tot een maximum van 90% van de loonsom. ZZP’ers die plotseling zonder werk zijn, krijgen onder soepele voorwaarden tijdelijk een bijdrage tot het minimumloon. Aan gemeenten die met de uitvoering van deze en andere maatregelen zijn belast worden geen nadere voorwaarden gesteld voor het beheer van de gelden die hiermee zijn gemoeid.
Nederland heeft aldus instrumenten ontwikkeld om de sociale en economische ontwrichting ten gevolge van de Covid-19 virus pandemie het hoofd te bieden. Deze instrumenten zijn relevant zijn voor alle partners van het Koninkrijk. Waarom zouden Aruba, Curaçao en Sint Maarten zelf het wiel moeten uitvinden? We stellen dan ook ten eerste voor dat Nederland de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten het aanbod doet om te participeren in de “set” sociaaleconomische maatregelen die door Nederland is ontwikkeld, hetzij door deze ook voor hen open te stellen, hetzij door vergelijkbare maatregelen op de eilanden te financieren. Dit aanbod en de mogelijke instemming ermee van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, kunnen in strijd lijken met de afspraak die sinds de nieuwe staatkundige structuur van 10-10-10 geldt, om vanuit Nederland geen directe financiële hulp meer te verlenen aan de Caribische landen van het Koninkrijk. Dit is echter niet het geval. We hebben het niet over een financiële impuls aan de reguliere begrotingen van de drie Caribische landen van het Koninkrijk, maar om een vorm van noodhulp in het licht van een nietsontziende pandemie, vergelijkbaar met de noodhulp bij een verwoestende orkaan. Nood breekt wet.
Solidariteit binnen het Koninkrijk en het Statuut moet zich nu waarmaken door de Covid-19 virus crisis in gezamenlijkheid aan te pakken (artikel 36 van het Statuut). Het gaat niet enkel om “de wil om elkander bij te staan”, maar om elkaar ook daadwerkelijk bij te staan.
Solidariteit binnen het Koninkrijk is in lijn met de toespraak van het staatshoofd Koning Willem Alexander die in zijn nationale televisierede op 20 maart jongstleden uitdrukkelijk ook het Caribische deel en de Caribische landen van het Koninkrijk een hart onder de riem stak. Wij hebben deze morele steun van het staatshoofd, hogelijk geapprecieerd, en roepen u op in de geest van zijn inclusieve toespraak te handelen.
Deze internationale pandemie crisis is uitzonderlijk en vraagt om een uitzonderlijke aanpak, ook binnen het Koninkrijk. In deze fase van de Covid-19 virus pandemie moet alle aandacht gericht zijn op het verstrekken van acute noodhulp: zowel op het gebied van de volksgezondheid, als op sociaaleconomisch terrein.
2. Ons tweede voorstel is daarom de instelling van een Rapid Response Team, een ‘Corona Crisis Taskforce’. Deze Corona Crisis Taskforce – vergelijkbaar met de crisisteams na een orkaan met de nodige bevoegdheden en instrumenten – kan het bestuur van de Caribische landen van het Koninkrijk bijstaan bij de advisering en de implementatie van de te nemen maatregelen.
Deze crisis belicht de inherente zwakheden van de Caribische eilandelijke economieën met een te eenzijdige oriëntatie en weinig innovatie. Op de langere termijn is veel wijsheid, daad- en uitvoeringskracht nodig om de dreigende sociaaleconomische implosie van de eilandelijke samenlevingen van het Koninkrijk af te wenden.
3. Ons derde voorstel is daarom de instelling van een gemengde adviescommissie op het niveau van het Koninkrijk, bestaande uit experts, die als taak heeft om nog dit jaar voorstellen te formuleren inclusief een uitvoeringsplan voor de wederopbouw van de geruïneerde economieën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het post-corona tijdperk.
De Covid-19 virus pandemiecrisis – hoe zwaar ook – biedt kansen voor een nieuw elan en een nieuwe visie op samenwerking en solidariteit binnen het Koninkrijk. Laten we deze kans gezamenlijk aangrijpen.
Mw. Mr. Maria Cuartas y de Marchena
Mw. Dr. Jurenne D. Hooi
Dhr. Mr. Arthur Kibbelaar
Dhr. Drs. Walter Palm
Een ingekorte versie van dit schrijven verscheen in de Volkskrant, 15 april 2020.