blog | werkgroep caraïbische letteren

Opgroeien in een Surinaams-Javaanse verhalentraditie

door Marius Atmoredjo

Pak Slamet Modiwirjo (Lelydorp, Zwampweg), was een veelzijdig persoon. Hij was onder andere dichter en voordrachtskunstenaar. Ik kende hem al toen ik nog een kind was, maar later pas als jongvolwassene maakte ik kennis met zijn dichterlijk talent. Ik denk dat, onbewust, zijn dichterlijke kwaliteiten later van invloed op mij zijn geweest.

pak Slamet Modiwirjo

Ik vond hem een innemende man, niet omdat hij een aangetrouwde oom was, maar door de wijze waarop hij zijn gedichten voordroeg: ongedwongen, niet uit de hoogte, gewoon tussendoor tijdens een gesprek. Hij kwam af en toe op bezoek bij mijn ouders en kwam dan altijd onaangekondigd, zoals dat in Suriname gaat. Eerst begon hij zijn gesprek over ditjes en datjes en of mijn vader plantjes had voor zijn tuin. Eenmaal opgewarmd droeg hij achter elkaar zijn gedichten voor. Dat was het moment dat ik naar hem begon te luisteren, op afstand. Want zich mengen in een gesprek tussen volwassenen was ongepast en niet respectvol.

Ik bewonderde hem omdat hij de gedichten zo vlekkeloos voordroeg en met zoveel passie. Ook improviseerde hij. Zag hij bijvoorbeeld een doosje lucifers op tafel dan begon hij daar een gedicht over voor te dragen. En als hij dan eenmaal op dreef was, schakelde hij van het ene naar het andere gedicht, tot vervelens toe van mijn vader. Ook omdat sommige gedichten ‘kritisch’ waren, wat in die tijd ongewoon was voor mijn vader als Surinaamse Javaan.

Een voorbeeld van zo’n maatschappelijk kritisch gedicht van hem, in 1981 gepubliceerd in het blad Cikal, is dit gedicht waarin hij zich zorgen maakt over de teloorgang van waarden en normen in de moderne samenleving:

Jaman sak-iki

Jaman sak-iki wus jaman komèntar
Sing luwih okèh mung agama kitar
Yèn krungu swaraning kitar nèng ati ya kemepyar
Lamun krungu pitutur betyik nèng ati rasaning getar

Deze tijd

Deze tijd is de tijd van stemverheffing
Men gelooft meer in de stem van de gitaar*
Als men die hoort gaat men los
Maar over diepzinnigheid
geeft men niet thuis

[vertaling van Marius Atmoredjo]

*gitaar is hier een metafoor voor een muziekinstrument dat de klassieke Surinaams-Javaanse gamelan-muziek beconcurreert.

Pak Slamet Modiwirjo (in blauw hemd) leidt de bruidegom (aanstaande man van Marius Atmoredjo’s zuster) naar het ‘altaar’.

Heel bekend was hij van zijn optreden bij huwelijksceremonies, in het bijzonder bij de zogenaamde nemokké-plechtigheid, de ceremoniële eerste ontmoeting van de bruid en de bruidegom, waarbij de vader van de jongeman de moeder van het meisje om de hand van haar dochter vraagt. Daarbij speelde hij de rol van de vader bruidegom en de leidster van de ceremonie, de dukun mantèn, was zogenaamd de moeder van de bruid. Hij speelde zijn rol met verve, alsof hij echt de vader was en tussendoor maakte hij grappen die tot veel hilariteit van de aanwezigen leidden. Ik heb dit van nabij meegemaakt en kon er niet genoeg van krijgen. Ik vond het dan jammer als het vrij snel afgelopen was, voor mij had het véél langer mogen duren.

pak Slamet Modiwirjo (rechts)

Een minder bekende man en min of meer een generatiegenoot van Pak Slamet Modiwirjo, ook een exponent van de orale traditie en bevlogen in zijn vertelkunst, was Mbah Paiman. Hij woonde bij mij in de weg De Craneweg, Lelydorp. Later vertrok hij naar de dorpsgemeenschap Dessa in Lelydorp, achter in de weg waar ik woonde. Zolang ik hem kende was hij alleenstaand. Hij reed op een zwarte fiets van een bekend merk met achterop wat bindsels. Van alles en nog wat bond hij op zijn fiets, een houwer, gantol (gereedschap om te wieden), zijn eten en nog veel meer.

Mbah Paiman was het type van de klassieke verteller. Zo vond hij dat verhalen alleen in de avond verteld moesten worden, anders ging de dag te snel om en was je niet productief. Overdag is om te werken, zei hij. Voordat hij begon met vertellen, deelde hij mee dat hij een vijl nodig had voor zijn tong. Wij wisten dan precies wat hij daarmee bedoelde: een warme thee en een versnapering. Zijn verhalen gingen onder andere over kantjil, het slimme dwerghert of in Suriname de konkoni. Maar hij vertelde ook spookverhalen waar we echt de rillingen van kregen. Eén van zijn verhalen was dat in de zwamp (moeras) dicht bij ons huis een slang woonde, Ulo Baruno, een slang met mystieke krachten. We mochten hem daar niet storen, anders zou hij boos worden, met alle gevolgen vandien. Eens tijdens een zware regenval, trommelde mbah Paiman iedereen op om te kijken of Ulo Baruno zich zou laten zien. Bijna iedereen van de desa kwam naar die zwamp toe. Hij wees waar de slangenkop te zien zou zijn. In spanning zochten we naar de slangenkop. Af en toe schreeuwde iemand dat de slang naar ons toe bewoog en renden we met zijn allen weg. Maar mbah Paiman bleef onverschrokken op zijn plek. Vaak als het zwaar regende kon je hem zien staan op de brug over het afvoerkanaal dat onze weg kruiste. Hij tuurde dan tussen de mokomoko-planten en bébé-bomen naar Ulo Baruno.

Aan pak Modiwirjo en mbah Paiman denk ik nog vaak. Nu ze er allang niet meer zijn, vraag ik mij af: hoe kwamen ze aan hun vertelkunst, waar zijn hun ongeschreven verhalen gebleven en wie nam het stokje van hun over?

Huwelijksplechtigheid met rechts pak Slamet Modiwirjo en derde van links de bruid (zus van Marius Atmoredjo). De vrouw in het wit staande voor Modiwirjo is de vrouwelijke dukun, die het huwelijk mee begeleidt.

Noot:

Pak: letterlijk vader, een beleefde aanspreekvorm voor een man

mbah: letterlijk opa, beleefde aanspreekvorm voor een oudere man

Literatuur

Artikel van Michiel van Kempen in Indies tijdschrift, ‘Jasmijn, eelt en de filsafat van eigenwaarde deel 1, de literatuur van Surinaamse Javanen’, 8 januari 2023. (https://www.indiestijdschrift.nl/3104/0/products/alle-diensten/0/jasmijn-eelt-en-de-filsafat-van-eigenwaarde) Deel II, in: Indies tijdschrift, 13 januari 2023. (https://www.indiestijdschrift.nl/3104/0/products/alle-diensten/0/jasmijn-eelt-en-de-filsafat-van-eigenwaarde-ii)

Michiel van Kempen, Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur, deel 1. Breda: De Geus, 2003, pp. 202-203.

Slamet Modiwirjo, Panglipur Ati. Samenstelling Johan Sarmo en Hein Vruggink, Paramaribo: Afdeling Cultuurstudies, 1983.

Cikal 1981, redactie Johan Sarmo en Hein Vruggink.

‘Hein Vruggink, ‘Javaanse volksverhalen, een eerste kennismaking’, in OSO, dec. 1989, p. 170–183 (https://www.dbnl.org/tekst/vrug001java01_01/vrug001java01_01_0001.php)

Pak Slamet Modiwirjo bij een huwelijksplechtigheid, hij houdt de hand van de bruidegom vast. Normaliter worden groepsfoto’s van trouwerijen niet gemaakt. In dit geval is het de wens van de familie om een groepsfoto te maken. Interesant is dat er twee trouwboeketten te zien zijn, gangar majang genaamd.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter