Opera Fatu Doro
door Carry-Ann Tjong-Ayong
Thalia brengt ter gelegenheid van haar 175steverjaardag een opera. De regie, het libretto zijn in handen van de getalenteerde Alida Neslo. De perfect uitgevoerde muziek is van Pablo Nahar, Liesbeth Peroti en Marcia Reumel. Er is ook een fragment uit de Sroto Symfonia van Herman Snijders te horen.
Alida Neslo heeft hiermee bewezen dat Thalia en Suriname toe zijn aan nieuwe artistieke uitdagingen. De eerste Surinaamse opera gebaseerd op een maatschappelijk probleem, de vrijlating van een criminele jongere en zijn vader uit de Santo Boma gevangenis en de moeizame terugkeer naar de maatschappij.
In 14 Bewegingen die parallel lopen met de 14 Kruiswegstaties van Jezus wordt het verhaal van Ogri Boy weergegeven. Voor het libretto werd gebruikgemaakt van waargebeurde feiten, die werden opgeschreven door jongeren van het Resocialisatieproces te Santo Boma. Herkenbaar voor de toeschouwer, zoals de 300 seniore burgers die de generale repetitie bijwoonden opmerkten. Het complexe stuk vraagt er eigenlijk om meerdere malen te gaan kijken en luisteren. Dan vallen pas de teksten op die als inspratiebron psalmen hebben, de toegevoegde teksten van Ignatius de Loyola, de Stabat Mater en de Westafrikaanse schrijver-filosoof A. Hampate B. Uit alle Surinaamse culturen zijn de invloeden merkbaar. De hoofdrollen worden vertolkt door de speciaal uit Nederland overgevlogen Guy Sonnen (De Vader); Clinton Kaersenhout (De Zoon); Sandra Goedhoop (De Moeder). Tolin Alexander heeft een intrigerende rol als De Schaduw, die alle 14 Bewegingen met elkaar verbindt. Het koor, geleid door Mavis Noordwijk, zingt prachtig. Alida Neslo laat zien hoe je met een minimum aan middelen decor en costuums overtuigend kan waar maken. De muziek ondersteunt het geheel volkomen.
Cat 29/4 2012