blog | werkgroep caraïbische letteren

Op naar een zekere toekomst

door Bish Ganga

De prijs van Geluk van Ruben Gowricharn gaat over de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. Preciezer gezegd, er wordt een fictief, jong, Hindostaans gezin gevolgd, dat door onzekerheid over de naderende onafhankelijkheid besluit om naar Nederland te emigreren voor een betere toekomst. De auteur laat het gezin het proces van de emigratie doorlopen vanaf het eerste idee tot en met de vestiging en worteling in Nederland. Aan het einde van het boek wordt bij wijze van reflectie het emigratietraject nog eens doorgenomen. Boyke en Kamla, de ouders van dit gezin, gingen op zoek naar geluk. Centrale vraag in het boek is welke prijs ervoor betaald moest worden en door wie.

De Prijs van Geluk is lastig in een genre in te delen. Het is zeker geen non-fictie zoals een onderzoeksrapport. De schrijver noemt zijn werk een epische roman, daarmee wordt echter gewoonlijk een groot, meerdimensionaal en complex werk bedoeld, zoals De Ilias en De Odyssee of de Ramayana. Het beste kun je het mijns inziens dan ook betitelen als een construct of een ‘kapstok’ waaraan de auteur de tot verhalen bewerkte concrete feiten, ware gebeurtenissen en onderzoeksresultaten heeft opgehangen. De historische en cultureel-antropologische onderbouwing waaraan Gowricharn op de achterflap refereert, is tijdens het lezen steeds voelbaar.

De feiten

Bij de verkiezingen van 1973 was de onafhankelijkheid van Suriname niet echt een issue. Ingegeven door de verkiezingsuitslag veranderde dat snel. Henck Arron, de premier van de nieuwe regeringscoalitie, gooide de knuppel in het hoenderhok door als donderslag bij heldere hemel de onafhankelijkheid van Suriname op de beleidsagenda te plaatsen. Hij verklaarde publiekelijk als ‘dictaat’, dat gedurende zijn regeerperiode Suriname onafhankelijk zou worden en wel uiterlijk november 1975.

Het volk schrok zich wezenloos. Hier had niemand op gerekend, want de regeercoalitie had in de Staten van Suriname een uiterst krappe meerderheid van slechts één zetel. Voor een dergelijk zwaarwichtig onderwerp zou toch een gekwalificeerde meerderheid nodig moeten zijn of op z’n minst een volksraadpleging of referendum moeten worden gehouden. Velen schatten echter de haalbaarheidskans van de ‘roep’ om de onafhankelijkheid van Suriname door Henck Arron al snel als reëel in. Het was overduidelijk dat dit geen grap kon zijn. In Nederland had immers de Partij van de Arbeid de dekolonisatie als prioriteit op de politieke agenda staan. Het standpunt van Henck Arron zou bij die politici in Den Haag als muziek in de oren klinken. Dat deed het ook. Het Surinaamse volk werd dus terecht onrustig en er gebeurde veel in dat kader. De spanning onder de bevolking was voelbaar met toenemende onrust en vluchtgedrag als gevolg. Emigratieplannen werden gesmeed en kwamen bij veel gezinnen op tafel. Het begin van een exodus naar Nederland kwam op stoom. Uiteindelijk is de onafhankelijkheid van Suriname er gekomen volgens het ‘dictaat’ van Henck Arron, ondanks de uiterst krappe meerderheid van de regeringscoalitie in het Surinaamse parlement. Het kabinet Den Uyl was bij het verlenen van de onafhankelijkheid inderdaad de counterpart van de Surinaamse regering met als belangrijke stakeholders Joop den Uyl en Jan Pronk.

Het boek

Ruben Gowricharn heeft geprobeerd via dit boek een beschrijving volgens menselijke maat te geven van de aanloop naar de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 en de gevolgen ervan. Hij laat een denkbeeldig, jong gezin het proces doorlopen van de onafhankelijkheid en de verschrikkelijke nasleep ervan, waarbij vele duizenden Surinamers het land verlieten om hun heil elders te zoeken. Met de motieven angst in algemene zin en onzekerheid over de toekomst van de mensen en hun kinderen in het bijzonder, ontstond een ware uitstroom van Surinamers naar Nederland. De mensen vreesden voor spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen en groeiende onlusten. Velen waren bang voor gebrek aan werk en welbevinden na de onafhankelijkheid. Op al die punten zou Nederland een walhalla zijn. Dat land was immers een stabiele democratie. Men kon rekenen op onderkomen en inkomsten, zowel de werkenden als niet werkenden. Nederland kende daarnaast goede medische voorzieningen en mogelijkheden om te sporten. Ook belangrijk om hier te vermelden is dat er voor persoonlijke ontplooiing legio scholingsmogelijkheden bestonden. De keus voor Nederland was dus niet moeilijk, eenvoudig gemaakt en een KLM-ticket voor de Bijlmerexpress snel gekocht.

Natuurlijk was er een keerzijde van deze medaille, maar gemakshalve stonden aspirant-migranten daar niet bij stil. De integratie in de nieuwe samenleving zou problematisch kunnen verlopen, maar ook knellende familierelaties, gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal, analfabetisme, lage opleidingsniveaus en sociaal-maatschappelijke barrières zouden de migranten behoorlijk parten gaan spelen.

Het gezin in dit boek maakt het allemaal mee. De lezer volgt het reilen en zeilen van het gezin gedurende de hele periode. Het ontstaan van het allereerste idee van de emigratie, de uitwerking van het idee, de voorbereidingen en het daadwerkelijke vertrek naar Nederland komen uitgebreid aan de orde evenals de aankomst in Nederland en de woon-/werksituatie. Boyke en Kamla vertrokken uit Suriname met drie kinderen, in Nederland werd nog een kind geboren. Aan het eind van het boek wordt de balans opgemaakt. De Prijs van Geluk is hoog. Wie heeft die betaald? Aan de lezer om die vraag te beantwoorden.

Conclusie

Het boek beschrijft, zoals gezegd, een denkbeeldig Hindostaans gezin, dat begin jaren zeventig uit vrees voor de naderende onafhankelijkheid uit Suriname emigreert en zich definitief vestigt in Nederland. Het geeft zo een sociaal-maatschappelijk beeld van dit hele proces. De themakeuze en de verwerking ervan is interessant. Het belang van het boek is dat huidige en latere generaties van die migranten kennis kunnen nemen van de exodus van hun voorouders uit Suriname naar (de vleespotten van) Nederland.

In de Hindostaanse cultuur wordt gesteld dat alle mensen een rugzak hebben met daarin Bhasha (taal), Bhajan (geloof, religie), Bhojan (eten en eetgewoontes) en Bhusha (opsmuk, zoals sieraden, juwelen en cosmetica). Die rugzak draagt men altijd en overal met zich mee. De inhoud ondergaat voortdurend modificatie door contact met andere culturen en talen als men bijvoorbeeld gaat migreren waardoor over en weer beïnvloeding plaatsvindt, het proces van broodnodige integratie.

In de (Vedische) cultuur van Hindostanen wordt wat dat betreft verder gesteld: Jaisa desh, vaisa bhesh (vrij vertaald: ’s lands wijs, ’s lands eer). Daarmee worden andere culturen en gebruiken erkend en men wordt impliciet aangespoord tot respect en waardering daarvan. Dat is tevens een aansporing tot integratie. De integratie van dit gezin in de Nederlandse samenleving komt in het boek onvoldoende uit de verf. Desondanks beveel ik u De Prijs van Geluk aan. Historisch is het interessant.

Ruben Gowricharn, De Prijs van Geluk. Soesterberg: Aspekt B.V., 2019, 276 pagina’s. ISBN: 9789463387279

2 comments to “Op naar een zekere toekomst”

  • Bish Ganga heeft een grondige analyse van “De prijs van Geluk” geschreven. Deze prachtige recensie is een uitstekende uitnodiging om het boek te gaan lezen.

  • Dit boek behandelt een voor mij zeer interessant onderwerp.
    In 1974 startte ik als jonge onderwijzer op een school in de Schilderswijk in Den Haag. (In 2019 nam ik daar als oude onderwijzer afscheid.)
    Veel Hindoestaanse nieuwkomers vestigden zich daar.
    Ik heb ze meegemaakt met al hun problemen: slechte huisvesting, Johnnie Walker, soms zeer irreële toekomstverwachtingen, maar ook met hun wilskracht en doorzettingsvermogen.
    Ik ben, mede door de prachtige recensie van Bish Ganga, zeer nieuwsgierig naar het boek.

Your response at Lal Goerdayal

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter