blog | werkgroep caraïbische letteren

Oonya Kempadoo over de uitdaging van het schrijven

door Desiree Seebaran

 
De Guyanese schrijfster Oonya Kempadoo woont in Grenada. Ze vertelt in dit interview waarom het schrijven van haar derde roman All Decent Animals zoveel tijd in beslag nam, en over haar passie voor maatschappelijk ontwikkelingswerk. Oonya groeit op in een ‘alternatief’ gezin: haar ouders waren een soort hippie-socialisten die hun kinderen thuis zelf onderwijs gaven, met een internationaal curriculum. Daardoor werd ze iemand die de wereld wil onderzoeken, die probeert te zien wat niet gezien mag worden, zegt ze zelf.
‘Ik ben mijn ouders echt dankbaar voor het internationale perspectief dat ze ons hebben bijgebracht. Dat geeft mij het gevoel dat ik overal kan wonen, dat ik overal naar toe kan gaan en dat ik alles kan doen wat ik maar zou willen. Ik denk ook dat het me een innerlijke verplichting heeft gegeven om bij te dragen aan de samenleving, ongeacht waar ik ben.’
In Buxton Spicespeelt seksualiteit een belangrijke rol. In die periode zocht Kempadoo naar literatuur over hedendaagse Caraïbische vraagstukken en ongeromantiseerde levens. ‘Praten over seksualiteit is iets dat we in het Caraïbisch Gebied enorm omzeilen. Maar ik schreef er niet over om een statement te maken. Eerder om trouw te willen blijven aan de stem van het kind en aan delen van mijn eigen achtergrond – in mijn opvoeding werden we aangemoedigd om te discussiëren en te debatteren, en om op een heel liberale en experimentele manier over dingen te praten. Ik denk dat sinds het verschijnen van Buxton Spice seks in fictie meer is verkend en onderzocht, maar dan in een meer politiek correcte taal.
Mijn tweede boek, Tide Running, kwam uit in 2001. Ik werkte toen al aan All Decent Animals, maar dat liet ik liggen want ik voelde dat het een groter boek was dan ik kon schrijven als een derde roman. Maar ik denk vooral omdat ik schrijven toen nog als tamelijk vanzelfsprekend beschouwde. Misschien had ik er ook niet voldoende respect voor. Ik wilde op een directere manier bijdragen aan de Caraïbische samenleving en ik begon met maatschappelijke ontwikkelingsprojecten. Daarbij was ik ook nog steeds bezig een balans te krijgen tussen de druk van een parallelle carrière om daar een inkomen uit te krijgen en het schrijven. Want elke carrière vraagt een bepaalde hoeveelheid toewijding om het goed te kunnen doen. Met mijn consultancywerk kwam ik op een punt waar ik voelde dat ik moest kiezen tussen schrijven en maatschappelijk onderzoekswerk. En de keuze was schrijven, hoewel dat mijn leven wel moeilijker maakt.

Uiteindelijk, in 2010, legde ik al het andere werk neer en keerde terug naar All Decent Animals om het af te maken. Ik heb geaccepteerd dat ik altijd zal blijven schrijven – omdat ik ook blijf schrijven wanneer ik probeer om het niet te doen. Dus ik ga door met het zoeken naar creatieve manieren om het schrijven van fictie te verbinden met sociale ontwikkeling. Waar ik echt naar toe wil is grotere betrokkenheid bij het onderwijs en als beleidsmaker voor sociale ontwikkeling. Deze forums betrekken gewoonlijk geen kunstenaars. De maatschappij ziet schrijvers als kunstenaars en kunstenaars worden vaak alleen maar als entertainment beschouwd, niet als wetenschappers die van invloed kunnen zijn op besluiten die zijn gebaseerd op de realiteit. Maar multitasken kan ik niet. In elk geval niet in combinatie met het schrijven van fictie, nee. Alleen maar om weer terug te komen in de personages vraagt al zo enorm veel hoofdruimte. Ik schrijf nog steeds op de ouderwetse manier, met pen en papier. Typen is de eerste ronde van redactie. Ik wil zo waarheidsgetrouw zijn als ik maar kan met de personages, met hun omgeving, met details, met beelden, geluiden, aanrakingen, smaken.

Welk boek het moeilijkst was om te schrijven? Elk nieuw werk is iets op zichzelf, dus er is geen antwoord op die vraag. Ik denk dat dat de uitdaging is van het schrijven: gaandeweg verruim en verleg je je grenzen. Je duwt jezelf en je verbeeldingsvermogen echt naar nieuwe plekken’.
[uit Caribbean Airlines, May/June 2013. Vertaling/ bewerking: Chandra van Binnendijk]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter