Onze voormoeders
door Hilde Neus
Het uitzoeken van familiegeschiedenis wordt steeds populairder, ook in Suriname. Dit heeft tot gevolg dat archieven steeds meer bezocht worden, zij het fysiek of online, doordat daar veel informatie over de voorouders te vinden is. De zoektocht loopt niet altijd over rozen, het is vaak een moeilijk traject. Omdat je bepaalde informatie niet een-twee-drie vindt, maar ook doordat er vaak veel heftige emoties met zo’n zoektocht gepaard gaan.
Hieronder bespreken we twee gerelateerde projecten. Een individuele zoektocht van een wetenschapper naar haar Indische voormoeders. Daarnaast schijnen we licht op een project uit Nederland, waar mensen op zoek gaan naar hun afo, grootmoeders, uit diverse Caribische windstreken en van verschillende etniciteit.
Voor jonge lezers: vraag de oudste familieleden om hun jeugdherinneringen aan gebeurtenissen en aan mensen in hun omgeving. Voor de ouderen onder ons: vertel zo veel als mogelijk aan de jeugdige nakomelingen in de familie over wat u nog weet van vroeger. Neem de gesprekken op en bewaar de bestanden. U zult later dankbaar zijn dat u alle informatie op de band hebt. Voor het geval u er ooit nog iets mee wilt doen. En die tijd komt zeker.
Waarom voormoeders
Voormoeders zijn belangrijk, omdat je er vrijwel altijd zeker van bent wie je moeder is. Denkt u maar aan ‘Shame and scandel in the family’, een calypsoliedje, origineel uit 1943. Dit is de meest gecoverde calypsosong ooit. In de cover van Lord Melody van 1960 is een jongeman op zoek naar een geschikt meisje om mee te trouwen. Hij stelt verschillende jongedames voor aan zijn vader, maar die wijst ze steeds af: dat meisje is je zus, maar dat weet je moeder niet.
In het laatste couplet gaat hij ten langen leste naar zijn moeder en legt haar het probleem voor. Maar zij antwoordt hem: ‘Your daddy ain’t your daddy, but your daddy doesn’t know’. En zo blijven er een groot aantal vrouwen over om uit te kiezen en een relatie mee aan te gaan.
En het verhaal heeft ook nog een historische achtergrond. Het zou gaan over een prominente familie op het eiland San Sebastian. In het gedicht Madame de la Marquise van Robert William Service (opgenomen in zijn Bar-Room Ballads uit 1940) vraagt een jonge aristocraat, Hongray de la Glaciere aan zijn vader toestemming om met Mirabelle de Veau te mogen trouwen. Zij is echter het buitenkind van de markies, waardoor het huwelijk incestueus zou zijn. Zo vergaat het ook zijn keuze voor Raymonde de la Veal, ook dit blijkt een dochter van zijn vader. Hongrays’ moeder benadert hem uiteindelijk met het verhaal dat zijn vader geen bloedverwant is, want die is niet zijn biologische vader, en hij dus rustig met een van de meisjes kan trouwen. Binnen de Joodse tradities houdt men ook vast aan het moederschap en ben je Joods wanneer je moeder Joods is. Dat zijn oude gewoonten en bepalingen.
Zijlstra’s voormoeders
Suze Zijlstra heeft onderzoek gedaan naar haar voormoeders. Suze zelf heeft een grootmoeder die tot haar eenendertigste op Java heeft gewoond en die haar familie daar verhalen over vertelde. Oma vertelde met veel verve en zo levendig dat de kleinkinderen het konden visualiseren. Oma kwam in 1755 naar Nederland en blijkt niet alles te hebben verteld, de nare en angstige zaken heeft ze de kinderen bespaard. Later heeft ze Suze, toen student, deze informatie wel verteld en die heeft de stem van haar oma vastgelegd op de band. Deze verhalen hebben diepe indruk op Suze gemaakt. Nadat ze zich tijdens haar studie meer op het Atlantische deel van de koloniale en maritieme geschiedenis (ze schreef haar dissertatie over Suriname) had gericht, besloot ze een andere route op te gaan. Ze vatte het plan op om de geschiedenis van haar voormoeders te onderzoeken en vast te leggen. Waardoor dit boek een complete microgeschiedenis is geworden van haar eigen familie.

Terug in de tijd
Naast dat ze hen terug volgt in de tijd, tot aan begin 1700, schetst ze in haar studie ook de sociale, economische en culturele rollen die vrouwen hebben gespeeld in de Indonesische en Nederlands-Indische samenleving. Zo beschrijft ze driehonderd jaar contacten tussen Europa en de Indonesische archipel. Ze gaat ver terug, haar verhaal begint dan ook bij een onvindbare, onbekende voormoeder. Deze had een relatie met Joan Happon van Goeree-Overflakkee, in dienst getreden van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en opgeklommen tot opperkoopman. Hij had in de vroege achttiende eeuw een huis in Makasar. In deze stad op Sulawesi (Celebes) werd handelgedreven en kreeg Joan een dochter, Jacoba, met een inlandse vrouw van wie de naam niet bekend is. Wellicht was zij een slavin – kinderen volgden de status van hun moeder. Een andere inlandse vrouw, Sara van Bima, kreeg kinderen van hem, die zijn achternaam wel droegen.
Jacoba trouwde in 1738 met Coert Rosenquist en kreeg twee kinderen van hem, maar ook van Willem Muller, oppertolk van de VOC. Haar halfzusters huwden ook Nederlandse mannen. Jacoba’s zoon Axel trouwde met de tweeëndertigjarige weduwe Jacoba van Clootwijk. En vergaarde zo meteen bezit. Hun kinderen groeiden Euraziatisch op, spraken Nederlands maar ook Maleis. De familie stond midden in de toenmalige maatschappij en maakte van alles mee, zaken die Zijlstra in een maatschappelijke context inbedt. Huwelijken, overspel en een bijna scheiding.
Aan de hand van archiefstukken lukt het Zijlstra op deze manier markante gebeurtenissen op te halen en verder in te kleuren. Jacob Happon Rosenquist huwde met Jacomina Fay. Hun zoon Johan, een klerk, kreeg ongehuwd een zoon met Betjie, een Aziatische vrouw. Zij hadden twee zonen. Ondertussen was de familie verhuisd naar Oost-Java. Op een suikerplantage werd zoon Johannes opzichter en dochter Cornelia trouwde met Piet Beijer. De oma van Suze Zijlstra komt langzamerhand in beeld en dan komen de orale vertellingen erbij, met familieverhalen als aanvullingen op de stevige basis van archief- en literatuuronderzoek. Steeds geplaatst in kritische en actuele historische context.
Mannenrollen
In de koloniale geschiedenis staan mannen centraal, dat geldt voor Suriname, maar is tevens van toepassing op Nederlands-Indië. Interessant is om te ontdekken, middels het lezen van het boek van Suze Zijlstra, dat er een aantal paralellen te trekken is met regels die ook golden in ons land. Bezit van vrouwen, tot slaafgemaakte en gemanumitteerde vrouwen, de rol van hun kinderen met kolonisten en de complexe zaken met betrekking tot huwelijken (of het ontbreken daarvan) en de (semi)-erkenning van kinderen vertonen veel overeenkomsten met Suriname. Maar laat eveneens een aantal verschillen zien. En soms moet je overstappen op de mannelijke lijn, omdat je als onderzoeker niet verder komt met de vrouwelijke lijn.
Je eigen familie
Veel nakomelingen van Europees-Aziatische mensen in Nederland zullen delen van deze geschiedenis herkennen als hun eigen verhaal, hoewel de publicatie van Zijlstra een heel persoonlijke geschiedenis is. Wellicht dat het mensen aanspoort om ook hun eigen familiegeschiedenis te onderzoeken en te ontdekken welke maatschappelijke ontwikkelingen in de Oost (maar dit geldt ook voor mensen in Suriname, in de West) van invloed zijn geweest op hun eigen micro-geschiedenis.
Wie zich een beetje heeft verdiept in genealogie, is bekend met het feit dat voor nakomelingen van Afro-Surinamers het een opgave is om de voormoeders terug te vinden vóór het jaar 1863. Bij de Emancipatie kregen mensen achternamen. Vaders werden vast en zeker niet geregistreerd tot 1828. Behalve bij gemanumitteerden, slaven die waren vrijgekocht. Gelukkig worden er steeds meer archiefbronnen gedigitaliseerd en ontsloten zodat men beter en meer toegang heeft tot genealogische informatie. En hopen we dat ook mensen uit Suriname zulke mooie familiegeschiedenissen zullen gaan schrijven als Suze Zijlstra.
[De Ware Tijd Literair, 3 januari 2025]
Suze Zijlstra, De voormoeders. Een verborgen Nederlands-Indische familiegeschiedenis. 2021. Amsterdam: Ambo/Anthos. ISBN 978 90 263 4648 4
“Oma kwam in 1755 naar Nederland en blijkt niet alles te hebben verteld, de nare en angstige zaken heeft ze de kinderen bespaard. Later heeft ze Suze, toen student, deze informatie wel verteld en die heeft de stem van haar oma vastgelegd op de band”.
ik neem aan dat de bedoelde oma; die Suze nog heeft kunnen spreken, niet 200+ jaren geleefd heeft, maar in 1955 naar Nederland ging.