‘Onze ouders wilden een beter leven voor hun kinderen, daarin is mijn familiegeschiedenis universeel’
De Surinaamse oud-minister Stanley Raghoebarsing is nazaat van Indiase contractarbeiders. Hij schreef de geschiedenis van zijn (voor)ouders op. Daarin overheerst dat typisch Caraïbische gevoel van allemaal anders zijn, maar toch één.
In de nacht van 12 januari 2008 licht een 0091-nummer op op de telefoon naast het bed van Stanley Raghoebarsing en zijn vrouw Lita in Paramaribo. Het is dochter Sadhana (dan 22), op dat moment voor een opleiding in India, het land van haar betovergrootouders. Overal waar ze kijkt ziet ze mensen die familie lijken maar het niet zijn, zegt ze. Ze moet steeds aan haar opa denken, die overleed toen ze 16 was. ‘Pa’, zegt ze, ‘je wilt toch al zo lang het verhaal van ájá en áji (opa en oma) vertellen? Maak er nou eens tijd voor, schrijf het op.’
Elf jaar en een kleinkind (generatie zes) later ligt het boek Uit de klei van Saramacca op de salontafel in een nieuwbouwhuis in Den Haag. Naast een stapeltje onderzetters met de vlag van het moederland.
Lees de beschouwing in de Volkskrant, 21 juli 2019.
K.R. Sing: Uit de klei van Saramacca. Een Surinaamse familiegeschiedenis. Uitgeverij Boom; 220 pagina’s; € 20.