blog | werkgroep caraïbische letteren

Onderzoek Mariënburg vordert zonder plantagekaarten

De werkzaamheden voor de zoektocht naar het massagraf van 1902 te Mariënburg vorderen. Het overtollige hemelwater stagneert, maar is niet zo hinderlijk als het “halsstarig gedrag van Michel Sjak Shie.” De projectdrager van de Surinaamse Cultuurmaatschappij NV Mariënburg weigert nog steeds om de plantagekaarten en plattegronden aan het onderzoeksteam af te staan.

“Geen nood,” zegt projectleider Benjamin Mitrasingh. “Het zou natuurlijk alles veel makkelijker maken en minder tijd kosten, maar nu maak ik de kaarten zelf.” Intussen is het heel tracé van de oude spoorbaan aan beide zijden meter voor meter nauwkeurig bekeken. Het hele gebied is echter door de vele regens zwaar ondergelopen.

Aan de noordkant van de spoorbaan is het brakwater in de sloten al 1,75 meter hoog en staat aan de zuidkant de waterspiegel ruim een meter hoog. “Maar het begin en eind van de spoorbaan zijn nu duidelijk zichtbaar,” zegt archeoloog Mitrasingh.

Bodemonderzoek 
Vanaf maandag worden alle denkbare locaties van het massagraf 1902 grondig onderzocht. “Dan zijn niet alleen alle informanten gerustgesteld, maar dan kunnen we hen ook een absoluut betrouwbaar antwoord geven. Wetenschappers mogen daar geen twijfel over laten bestaan,” stelt de onderzoeksleider.

De vermoedelijke locaties zullen eerst met insecticiden en daarna met herbiciden worden bewerkt, waarna de graafmachine komt. Zo wordt voorkomen dat we te lang bezig zijn met wieden met houwers, legt de archeoloog uit. Om de meter wordt met een grondboor de bodem daarna een meter diep onderzocht. Voor de bodemonderzoeken zullen met een waterpasinstrument meetkundige vlakken worden uitgezet. Alles gebeurt handmatig. Per locatie zal zo’n bodemonderzoek ongeveer een maand duren.

NSP 
Eind jaren tachtig was er al een soortgelijk bodemonderzoek in Mariënburg gedaan, maar toen zonder graafmachine. De staf van de suikeronderneming beschikte toen ook niet over betrouwbare informatie over het massagraf.
De Dienst voor Hogere Geodesie heeft in de jaren tachtig bijna overal in Suriname koperen meetpunten in de grond geplaatst. Die zijn in de bodem gemetseld en geven heel nauwkeurig het Normaal Surinaams Peil aan. In 1963 werd bepaald dat in alle officiële gegevens het NSP zal worden gebruikt. “Dus ook in het eindverslag van dit onderzoek. Het NSP is een vergelijkingsvlak dat overeenkomt met het gemiddeld zeeniveau,” voegt archeoloog Mitrasingh eraan toe.

In januari heeft de Stichting Hindostaanse Immigratie toestemming gehad van president Desi Bouterse om op zoek te gaan naar het massagraf van 1902.

[van Starnieuws, 24 juni 2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter