Onderscheidingen nu en toen – Leren van geschiedenis 15
door Hilde Neus
Elk jaar in aanloop naar 25 november decoreert de president Surinamers van betekenis in de paleistuin. Ook op de laatst gevierde Srefidensi dey. Deze ere-orde is ter onderscheiding van personen, die blijk hebben gegeven van beproefde vaderlandsliefde en bijzondere ijver en trouw bij het vervullen van hun burgerplichten, of specifiek verdienstelijk zijn geweest op het gebied van wetenschap of kunst.
De benoemingen geschieden bij staatsbesluit en gegadigden zijn voorgedragen door maatschappelijke organisaties. Deze ridderorde werd ten tijde van de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 ingesteld om de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau te vervangen. De president is de Grootmeester en keurt de voordrachten van de commissie goed. De onderscheiding bestaat uit een geëmailleerd gouden wapen van Suriname, met bijbehorend lint, in diverse uitvoeringen. Op de website van de overheid, gov.sr, kunnen personen die de ere-orde hebben ontvangen, worden opgezocht. ‘Beschouw deze eer als een waardering, die u voor alle andere harde werkers draagt, in liefdadigheid is geen overdaad’, zo richtte president Santokhi zich tot de 150 gedecoreerden uit alle lagen van de bevolking, die als voorbeeld en stimulans kunnen gelden voor anderen.
Decoraties vroeger
Ook vroeger werden mensen gedecoreerd voor bijzondere verdiensten. Als zij assistentie hadden verleend aan het gouvernement ontvingen zij, bovenop hun reguliere salaris een ‘douceur’ (een bonus), die in hoogte kon variëren. Zo is Frederici voordat hij gouverneur werd en diende als militair, beloond met een zilveren zwaard. Slaven – of gemanumitteerden – die speciale handelingen verrichtten, konden ook een beloning ontvangen. Dit had echter een wrange bijsmaak, omdat het vaak ging om het aangeven van weglopers, of het aanwijzen van plaatsen waar marrons zich schuilhielden. Bij gelegenheden was soms niet bekend waar de beloning voor werd uitgeloofd; zo gaf het Hof in juli 1773 de opdracht om voor de neger Ceasar een zilveren armband te laten maken.
Een zilveren penning voor George
Aan de slaaf George van de plantage Leasowes in Coronie werd in 1837 een zilveren penning uitgereikt, voor ‘bewezene trouw aan het wettig Gezag in 1836’, zoals aan de keerzijde staat. De voorzijde toont het wapen van Suriname met het opschrift ‘Het Gouvernement der Kolonie Suriname Anno 1837’. Het nieuws dat in Guyana de slavernij zou worden afgeschaft, verspreidde zich snel over de Corantijnrivier tussen Berbice en Nickerie en de verhalen zorgden voor de nodige onrust. De Engelse en Schotse planters daar waren bang voor opstanden en vroegen om versterking vanuit Paramaribo. In mei 1832 dansten de slaven van Leasowes ter ere van watramama op de dam, en weigerden te werken. Enkelen van hen werden in de boeien geslagen, en de rust keerde terug. De feitelijke aanstichter, Colin, hield zich stom. Tot einde 1835 deed hij zijn mond niet meer open. Op een gegeven moment begon hij te zingen, stak zijn hut in brand en werd vastgezet in de ziekenbarak waar hij ’s nachts stiekem volgelingen ontving. Colin predikte bevrijding, die via een zondvloed bewaarheid zou worden en waarbij de blanken zouden verdrinken.
Het verhaal van Tata Colin
Er vond inderdaad een dambreuk plaats waardoor de slaven nog meer waarde hechtten aan de gado-tori van Colin. De volgelingen spraken hun profeet aan met Tata, Gado of King. Enkele slaven waren het niet eens met zijn plannen en verraadden hem. Hij werd met negen anderen opgepakt, naar Paramaribo gebracht en veroordeeld. Ondanks het feit dat er van een gewapende opstand geen sprake was, kregen zij zware straffen zoals ophanging of jarenlange dwangarbeid. De procesgang werd in de notulen van het Hof van Criminele Justitie opgetekend en deze zijn bewaard gebleven. Daarom kunnen we de geschiedenis omtrent deze penning vrij nauwkeurig traceren. Ruud Mungroo legde in het boek Tata Colin (1982) de orale tradities over de geschiedenis van plantage Leasowes vast vanuit een zwarte optiek. In deze kleine roman komt George er niet bepaald positief vanaf en wordt als verrader neergezet. Het vonnis dat werd uitgesproken over de zwarte profeet uit Coronie ‘om met de koorde te worden gestraft totdat de dood erop volgt’, is niet uitgevoerd, Colin stierf daarvoor in Fort Zeelandia.
De geschiedenis zal aantonen of de personen die een onderscheiding ontvangen aan de goede of foute kant stonden.