blog | werkgroep caraïbische letteren

Ondernemer Charles Chang wordt verhalenverteller

Meestal staan zijn verhalen in het Surinaamse ochtendblad de Ware Tijd. Verhalen met een culturele of sociaal-maatschappelijke invalshoek. Vorig jaar kwam ook een bundel met zijn werk uit. Het schrijven pást bij Charles Chang. Al verwachtte iedereen die hem kende dat hij ondernemer zou worden.

‘Als kind en jong persoon is het altijd moeilijk om keuzes te maken – wat je later wilt worden,’ vertelt Chang. ‘Maar in mijn geval is mij op m’n twintigste duidelijk gemaakt dat ik als oudste kind in het gezin de eenmanszaak moest overnemen. Ik kom echt uit een ondernemersfamilie waarin er geen ruimte was voor cultuur en kunst.’

Hij leek dus geen keus te hebben. De toekomst van de nog jonge Chang lag in de overname van de zaak met onderdelen voor brommers en fietsen. ‘Dat was in de winkel staan, ja. Ik heb dat enkele jaartjes kunnen doen. Dat was in de oorlogsjaren van Suriname – in de tachtiger jaren. Toen werd het moeilijker. Niets kwam meer binnen, de winkel raakte leeg en in ’87 sloot ik de deuren. Ging ik naar Nederland.’ Tijd voor, zoals Chang het uitdrukt, ‘een andere fase in het leven’. ‘Ik heb een jaar lang niets gedaan. Rondgezworven. Toen was het nog niet mogelijk om ‘vrij’ te ondernemen, je moest in het bezit zijn van een ondernemersdiploma. Het kwam ook niet bij me op een opleiding te beginnen.’

Goudsmid
Het was Changs vader die hem op het idee bracht om goudsmid te worden. ‘Ik dacht: dat ís het. Want ik had twee rechterhanden. Ik schreef me in op de vakopleiding in Amsterdam. Eigenlijk een opleiding om werklozen te helpen. Ik zat daar met huisvrouwen, een paar jongeren… Ik had geluk. Ik werd aangenomen op de Spiegelgracht. Bij juwelier Pijper. Daar ben ik een jaar gebleven. Later deed ik de overstap naar Pas Diamonds – bij de Amsterdamse Diamantbeurs. Een heel nieuwe wereld! En ik besefte ook dat een grote kans was. Meneer Pijper maakte me ook duidelijk: ik geef je de kans. Want jij bent als allochtoon hier. En dan krijg je niet gemakkelijk de kans om met waardevol materiaal te werken.’
Toch was Chang ervan overtuigd dat het om een tijdelijke betrekking ging. Hij had zich voorgenomen om het een jaar te doen en dan weer terug te gaan naar Suriname. ‘Ik was naar Nederland gekomen, maar niet met het idee om hier te blijven. Het was een overbruggingsperiode omdat je daar die militaire toestanden had.’

Creatief
Zo gezegd, zo gedaan. Zijn vader had al een pand gekocht in Paramaribo, Chang hoefde de zaak alleen nog maar in te richten. ‘Ik introduceerde nieuwe dingen. Vóór mij kon niemand wit goud repareren. Ik kon die service verlenen. Ik maakte nieuwe modellen… Het ondernemerschap kwam weer terug, ja. Daarmee ook het kunstzinnige, het creatieve.’
Maar toch… ‘In 2000 kocht ik een computer van mijn neef; begon ik stukken te schrijven van wat ik allemaal deed in het weekeinde. Die stuurde ik naar familieleden in het buitenland,’ aldus Chang. ‘Ik was altijd al een natuurmens. Ik ging vaak naar het binnenland. Ik was al bekend bij de indianen in het zuiden van Suriname.’
‘In 2003 ging een neef van mijn vader naar China. Ik zei: ik ga met je mee. Ik wil het dorp zien van mijn opa, waar ik vandaan ben gekomen. Ik maakte daar een mooi reisverhaal van. Dat werd gepubliceerd toen 155 jaar Chinese immigratie werd gevierd. Mijn debuut in de media. Toen had ik de smaak te pakken. Parttime. Eén artikel per maand. Toen maakte ik een heel groot artikel voor De Ware Tijd over een natuurreservaat.’

Wachten op klanten
‘De winkels? Daar had ik al minder trek in. Zitten. Wachten op klanten, de hele dag… Ik wilde naar buiten! Het werd steeds meer en meer. Totdat ik in 2006 zei tegen mijn vrouw: hier heb je de sleutel. Kun je de zaak verhuren. Dat was de tendens in Suriname: verhuur het aan een Chinees, dan heb je inkomen. Maar mijn vrouw wilde doorgaan met de winkel. Ik zei: je mag door, ík ga wat anders doen. Zo ben ik nu full time schrijver, de afgelopen zes jaar.’
Onzeker? Ach. Chang ziet dat er belangstelling is voor zijn verhalen. Hij wordt ook gevraagd om verhalen te schrijven. ‘Meer en meer. Ik werk nu zeven dagen per week en om half twaalf ‘s avonds doe ik pas mijn computer uit.’

[RNW, 3 september 2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter