Om te vergeten, en ergens anders te zijn
door Margo Groenewoud
In haar nieuwe roman Blauwe tomaten behandelt de Curaçaose auteur Elodie Heloise zware thema’s met grote maatschappelijke relevantie. Ze doet dat in een page-turner die leesplezier geeft, vol humor en warmte zit, én laat nadenken en napraten.
De roman begint met enkele tientallen bladzijden feest van herkenning voor iedereen die bekend is met een Caribisch eiland ‘waar dag zeggen even onontkoombaar is als het leven zelf’. Het jonge stel Marlon en Dominique vestigt zich na een periode in Nederland weer op Curaçao. Terwijl het leerkracht Marlon geen enkele moeite kost om rustig op te gaan in het ritme en de sociale interactie die het eiland van haar bewoners vraagt, raakt Dominique al snel zichzelf en het contact met haar omgeving kwijt. Boven het hele verhaal hangt dan al de spanning van iets dat zij uit het verleden met haar meedraagt, en dat heftig is.
In Blauwe tomaten verweeft Elodie Heloise de levens van Dominique en haar ouders Hannah en Dimitri met die van haar vriend Marlon en de scholier Kevin. Vier van de hoofdpersonen delen met elkaar dat zij in hun leven het patroon hebben ontwikkeld om bij spanning en problemen uit te wijken: naar een boomhut, in alcohol en geweld, in stilte, naar een ander gezin of een nieuwe woonplaats ver weg. Daaromheen stelt Elodie personages op die in het leven staan met een talent, drang of roeping om zonder oordeel of verwachting een stabiele factor te zijn voor anderen: als docent, maatschappelijk werker, buurvrouw of pastoor. De diverse aan elkaar gelinkte verhaallijnen leveren een boeiend samenspel op tussen het weggaan om jezelf te (her)vinden van een aantal personages, en het gewoon er zijn van anderen in hun omgeving.
Al vroeg in de roman wordt duidelijk dat de uitwijkpatronen en ingenomen posities van enkele hoofdpersonen een permanent en in zeker zin ook functioneel karakter hebben aangenomen. Zo ontwikkelt bij de lezer het ongemakkelijke en ook spannende besef dat het helemaal niet zo eenduidig is welke kant dit op zal bewegen, en wat in de nieuwe situatie – met Dominique en Marlon terug op Curaçao – het beste zal zijn voor iedereen. Kunnen ze oud zeer overwinnen?
Het boek heeft een filmische spanningsboog en is in vlot en mooi Nederlands geschreven. Nergens wordt de context zo specifiek dat het alleen voor kenners van Curaçao te volgen is. Wel krijgt de roman met taalkeuzes, woordvondsten en verwijzingen een heel eigen sfeer. Ook dit resulteert in een feest van herkenning. Bijvoorbeeld door Curaçaos-Nederlandse uitdrukkingen te gebruiken als ‘groet haar voor mij’ (in plaats van ‘doe haar de groeten van mij’). En wanneer bij het openen van het hek een ‘roestkreun’ klinkt (wie heeft het niet in zijn tuin!), of bij een wandeling door de straat een ‘kettingblaf’.
De personages en dialogen zijn realistisch en komen dichtbij, waarbij vooral de jongere mannen met grote compassie aan de lezer worden gepresenteerd. Naar mijn gevoel levert dat wat meer sprankelende mannelijke personages op, tegenover de vaak wat stugge vrouwelijke personages. Hannah en de volwassen Dominique bijvoorbeeld zijn in hun handelen wel invoelbaar, maar ik had ze beter willen leren kennen.
Elodie toont in haar schrijverschap een diepe liefde voor de rafelranden van de samenleving, voor de gemarginaliseerde mens, en het leven in pure rauwe vorm. Dit resulteert in een roman die vol licht is zonder de donkerte te schuwen. Nergens wordt het zoet, ook niet als de lezer meegenomen wordt in de verwachting dat er iets goed gaat komen. Dit levert een cruciale scene op waarin eerst het tempo wordt teruggebracht, om vervolgens ruimte te maken voor een diepe en rake beschouwing op de werking van vergeving in relaties.
Wat is de waarde van excuses die onder druk van een verwachting tot stand komen? Wie neemt initiatief, wie bepaalt het moment en de omstandigheden? Deze vraag heeft grote actualiteit en maatschappelijke relevantie, maar wordt hier teruggebracht tot realistische persoonlijke situaties. In alle levens die de roman ons presenteert is de pijn voelbaar van grenzen die zijn overschreden door macht, privileges en fysieke kracht. Zo realistisch als dit geweld aan de lezer wordt gepresenteerd, zo geloofwaardig is ook de hoop die er tegenover wordt gesteld.
De boomhut die ooit gebruikt werd als plek ‘om te vergeten, en ergens anders te zijn’ blijkt aan het einde van de roman gesneuveld. De resten liggen er nog wel, onder de tamarindeboom, naast een tomatenplant. Blauwe tomaten is een knap boek dat een breed lezerspubliek verdient.
Elodie Heloise, Blauwe Tomaten. Haarlem: In de Knipscheer, 2023; 400 blz.