Of ik dat oké vind…?
door Elodie Heloise
Terwijl ik bezig ben de ‘zetproef’ door te nemen van Woestijnzand krijg ik een mailtje van uitgever Franc Knipscheer. Over de flaptekst van het boek. Hij stuurt me een tekst en vraagt of dat ok is:
Curaçao ontleent zijn naam aan het Portugese woord coração, dat letterlijk ‘hart’ betekent. Elodie Heloise doet die etymologie eer aan door haar éígen hart aan het eiland te verpanden. En het klopt warmbloedig. In de bundel Woestijnzand meet Heloise zich weliswaar een overwegend ‘observatoire’ schrijfstijl aan, maar zij weet daarin ook precíés op de juiste momenten ‘te falen’. Het resultaat: proza met prik maar zonder preek. De uiteenlopende karakters in Woestijnzand ondergaan hun klein en groot leed met een vreemd soort luciditeit die soms jaloersmakend, dan weer meelijwekkend is. Toch schemert er elke ochtend weer een hoopvol ‘mañana!’ aan de Caribische horizon.
In Woestijnzand ontpopt Elodie Heloise zich als een chroniqueur van het alledaagse Curaçao. Van een junk die zijn oude straat beweent tot de weduwe die haar gestorven man thuis koel houdt. Van het gezin dat zich op een cycloon voorbereidt tot de kunstenares die denkt een ‘dodelijk’ schilderij te hebben verkocht. En als Heloises sporadisch opgevoerde alter ego op Schiphol staat:
‘Twee marechaussees met neutraal correcte gezichten vangen mij op. Ik moet mijn armen en benen spreiden. Een elektronische staaf glijdt langs mijn lijf. “Bent u ongesteld, mevrouw?” Ik voel dat ik knik en daarop lopen de mannen door naar het volgende slachtoffer dat door de hond uitverkoren is. Verbijsterd kijk ik ze na. Op het werk spreken we van “bezoek”. Mijn collega’s, de vrouwelijke dan, zien het aan me. “Ach, dushi, heb je bezoek? Geeft niet, doe rustig aan vandaag. We weten allemaal hoe het is.” Ik krijg dan een knipoog die druipt van het medeleven.’
Of ik dat oké vind…? Man, ik ben er helemaal stil van. En oh ja… de presentatie van deze bundel is op 16 september. In Amsterdam.
[van de nieuwe website van Elodie Heloise]