blog | werkgroep caraïbische letteren

Ode aan veelzijdigheid Nola Hatterman

door Tascha Aveloo

PARAMARIBO – “Nola Hatterman geloofde er stellig in dat kunstenaars gewoon hier in Suriname een opleiding konden volgen en afstuderen. Ik ben blij dat ik een product ben van Nola Hatterman”, vertelt Rinaldo Klas. De kunstenaar spreekt tijdens de opening van de tentoonstelling Geen kunst zonder kunnen.

Rinaldo Klas (tweede van links), een van de grote artistieke ‘zonen’ van Nola Hatterman, de kunstdocente die zich als een moeder ontfermde over haar leerlingen. Foto: Irvin Ngariman 

De expo is een ware ode aan het werk van Hatterman, een bevlogen Nederlandse kunstenares die zich met haar tegendraadse ideeën, vanuit haar intense liefde voor de kunst, inzette ter verheffing van het zwarte schoonheidsideaal en het lokale kunsttalent.

De bereisde vrouw die in 1953 de boot pakte naar Suriname, zou gedurende haar verblijf tot haar overlijden in 1984 een stempel drukken op de Surinaamse kunstontwikkeling. “Zij heeft de kunst uit mij gehaald. Als zij er niet was geweest, dan was ik waarschijnlijk automonteur geworden”, lacht Klas en met hem het zeer goed opgekomen publiek.

“In die tijd moest men naar Europa om een volledige kunstopleiding te volgen. Maar volgens Nola moest dat vlak hier mogelijk zijn en dat deed ze ook.” Enkele van haar eerste ‘kinderen’ waren onder anderen Jules Brandflu, Wilgo Elshot, Rudy Chang, George Ramjiawansingh, Kenneth Flijders en Klas. Maar zelfs daarvoor is er een klas geweest met klinkende namen zoals Armand Baag, Soeki Irodikromo, Ruben Karsters en anderen. “Als ze in leven was, zou ze heel trots zijn geweest dat haar oud-leerlingen het allemaal zo goed doen.”

Klas stond stil bij de ontwikkeling van wat nu bekendstaat als de Nola Hatterman Art Academy, samen met andere ‘kinderen’ van Nola getrokken door wijlen James Ramlall. Op dat moment werd de kunstenaar een beetje emotioneel terugdenkend aan de persoonlijkheid van Nola.

“Met juf Nola hadden we een heel fijne tijd. Als je nu als oud-leerling staat tussen deze werken, dan wekt dat ook heel veel emoties op. In de dertig jaar die ik er samen met de anderen in heb gestopt, hebben we nu tal van klinkende namen afgeleverd, zoals Marcel Pinas, Kurt Nahar, Wilgo Vijfhoven, Hariandi en anderen. Dit zijn dus haar ‘achterkleinkinderen’. We blijven dat zaad door planten”, besluit Klas vrolijk lachend en onder luid applaus.

De expositie die in elkaar is gezet door schrijfster Ellen de Vries en Klas, is heel precies in opzet en laat de verschillende periodes en stijlen van Nola in duidelijke groepen verdeeld zien. “Ik houd zelf van abstracte schilderijen, maar haar capaciteit om gevoel in de schilderijen weer te geven is geweldig. Zelfs als het gaat om een simpel gebouw is haar vakmanschap te zien. En ook dat zij zoveel verschillende stijlen heeft kunnen neer kwasten is toch wel fenomenaal”, meent Talissa Mansoer. Haar stilistische stillevens lijken haast door een ander persoon gemaakt zo erg verschillen zij van de rest.

Dat is waarschijnlijk ook kenmerkend van Nola, dat alhoewel ze bleef bij het realistische, zij toch heel divers was in stijlen en kleurgebruik, waardoor het nooit saai of eentonig werd. Haar landschappen en stadsgezichten karakteriseren zich door een intens oog voor details. Zo gebruikte zij voor de schaduwvorming van huis en bladeren, eerder een diep purper in plaats van het gebruikelijke donkerbruin. Ze wist op fenomenale manier diepte te creëren. Ze maakte overal waar zij woonde schilderijen van de omgeving. En als er mensen erin te zien zijn, zijn dat haast allemaal mensen van kleur.

In ‘Stadsgezicht Amsterdam’ uit 1946, waar zij een deel van de stad Amsterdam tekent, is elke plooi van de gordijnen op drie hoog te ontwaren. Haar fascinatie met de schoonheid van de zwarte mens en hun vrijheidsstrijd komt in de grote zaal helder en best confronterend naar voren. Geen lieflijke huisjes, maar krachtige aangrijpende mensbeelden. Zij was in haar tijd een van de weinige kunstenaars, die het onderwerp slavernij en verzet aandurfde.

Diverse schilderijen gaan dan ook over strijd, ellende, weerstand en kracht van de zwarte mens. “Die ogen; ze heeft echt de mogelijkheid om die ogen zo te laten spreken. Ik kan er niet te lang naar kijken. Ik word er emotioneel van”, meent Clarice Kasmet. Inderdaad, ogen die strijdhaftig kijken, of waaruit de tranen heel gevoelig, zonder al te veel drama stromen en verontwaardigd lijken te vragen: ‘waarom?’ Maar ook ogen die bruisend van leven sensualiteit uitstralen.

Jazzmuziek en dans, die een meer vrolijke frivole kant van de kunstenares laten zien, vormden ook deel van de fascinatie van Nola. In dit segment zijn er twee schilderijen die een mate van abstractie in zich hebben. De expositie loopt tot eind maart in Gallery Readytex.

[uit de Ware Tijd, 08/03/2020]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter