Oda Blinder: poëzie en passie
door Wim Rutgers
Van de Curaçaose dichteres Oda Blinder, pseudoniem van Maria Yolanda Corsen (1918-1969) is onverwacht en ongedacht nieuw werk opgedoken, dat overigens al eerder bekend was bij de Arubaanse schrijver-dichter-literair historicus Henri Habibe, die een cassetteband had waarop gedichten van Oda Blinder voorkwamen. Neerlandicus Klaas de Groot hoorde ervan en nam contact op met Henri Habibe om de 35 op een cassetteband gesproken gedichten te beluisteren.
De kwaliteit ervan werd hersteld en gedigitaliseerd door Tim de Wolff. Het resulteerde in de onlangs gepubliceerde bundel Curaçao bij nacht, voorgelezen en andere gedichten, samengesteld en bezorgd door Klaas de Groot. (2024)
De bundel met de 35 voorgelezen gedichten bevat deels eerder verschenen werk, maar vooral nieuwe gedichten. Deze voorgelezen gedichten vormen het grootste deel van de bundel, die aangevuld wordt met proza ‘Wazig landschap’ en enkele vertalingen. De gesproken gedichten dateren uit dezelfde tijd als van Oda Blinder de bundel Brieven van een Curaçaose blinde en andere gedichten (1968) verscheen, in het jaar voor haar overlijden.
Verhelderend ‘nawoord’
Een ‘appendix’ van Klaas de Groot als samensteller en bezorger bevat een uitvoerig en verhelderend ‘nawoord’ en een ‘verantwoording’. Hij geeft daar onder meer een beknopte levensbeschrijving van Yolanda Corsen en een reactie op haar eerder gepubliceerde gedichten met een beknopte analyse en interpretatie. Yolanda Corsen stamt uit een bekende culturele familie van Curaçao: haar grootvader was Joseph Sickman Corsen (1853-1911) de dichter van onder meer het beroemde ‘Atardi’ ; Charles Corsen was haar broer.
Na een eerste lezing bekroop me de gedachte: het lijkt meer van hetzelfde dat al eerder gepubliceerd werd. Wat is nieuw? Dat ligt ook wel voor de hand omdat deze gesproken gedichten uit dezelfde tijd dateren dat haar eerste bundel ‘brieven’ gepubliceerd werd.
In de Amigoe van 31 juli 1981 schreef ik onder meer over de gedichten van Oda Blinder, die toen gepubliceerd werden onder de titel Verzamelde stilte (1981):
“Oda Blinder [is] steeds weer bezig met het thema van de geliefde en haar verlangen dat heen en weer geslingerd wordt tussen de polen geboorte en dood, bloei en bederf, nadering en verwijdering, lust en angst, dag en nacht, overgave en trots, bevrediging en ontgoocheling, enz., enz. (…) Oda Blinders poëzie is fel, hartstochtelijk, vol van passie en liefdesverlangen, wat in haar maatschappelijke positie nooit geaccepteerd zou worden, als het aan de dag kwam, en dat dan ook niet bevredigd kon worden en daarom moest eindigen in de ontgoochelde stilte van het verlies, het menselijk onvermogen.” (Amigoe 31 juli 1981)
Overigens vind ik dat deze gesproken gedichten nu – nog – meer van de persoonlijkheid van deze dichteres laten horen en dat deze uitgave met haar stem en declamatiekracht daarom dus dubbel welkom zijn.
Persoonlijk
Opvallend is de sfeer die opgeroepen wordt door een aantal centrale woorden die telkens weer voorkomen. Belangrijk in haar dichtwerk zijn woorden uit de natuur van het eiland, zoals in het gedicht ‘dama di anochi’. Daarnaast zijn vooral de nacht, maan en duisternis, de verstilling die daarbij hoort, liefdesverlangen, maar ook dood. Vaak gaan deze begrippen gepaard met negatieve connotaties als eenzaamheid, waan, leegte en droom. Stilistisch zien we dan tegenstellingen zoals ‘volle leegten’, somberheid en klucht, verlangen en wanhoop, angst en teleurstelling, lichaam en geest, leven en dood. Ook spiritualiteit is een belangrijk thema, zoals de madonna, de mater dolorosa, het kruisbeeld, gebed en schuldbelijdenis. Een volgend thema betreft een bezinning op het dichterschap; de functie van het dichten; het oproepen en bezweren met het onbereikbare als resultaat zoals in het meta-gedicht ‘Mijn verzen’:
In mijn verloren zijn
heb ik u gebaard
de felle pijn
bleef me niet bespaard
toen u het rimpelig wrak
van mijn hersens openbrak
Woorden als ‘ik’ en ‘mijn’, ‘je, jou en jouw’, ‘u en uw’ vragen om dialoog en het ontbreken en zoeken van contact en het gemis daarvan met een toegesproken persoon. Soms wordt dit contact in een kort moment verwezenlijkt maar dan breekt het weer en volgt opnieuw een mislukking waarin verlangen tot teleurstelling en wanhoop worden. Maar dan klinkt er desondanks toch nog weer enige hoop door in het vragen om ‘nog een kans’. Zo is een sprekend voorbeeld van deze poëzie het korte titelloze laatste gedicht van de bundel, waarin een aantal motieven samen komen:
Je kus is een vergeelde maan
Verpulverd door mijn adem
Een parende lianendans
Zijn onze armen.
Laat deze nacht verloren gaan,
Laat de lianen kermen in hun dans,
Maar geef dit één zijn met de maan
nog een kans.
Varianten
De gesproken gedichten kennen soms kleine varianten op de gedrukte versies. Hiervan een klein voorbeeld. In het tweede gesproken gedicht ’Aan de maan’ varieert Oda Blinder minimaal ‘eindeloze’ (Verzamelde stilte 84) met ‘eindeloos’ en ‘en rondt uw lichaam niet’ met de variant ‘en rondt uw weelde niet’. Dat verschil is groter.
Soms wordt de vers-indeling aangepast, zoals het titelloze ‘het gras’ in Verzamelde stilte (149) en ‘Landelijke liefde’ (15) waar 13 korte versregels tot 8 langere versregels worden. Dat leidt tot twee opmerkingen: wat was eerder en origineel en wat werd variant? In het meta-gedicht ‘Mijn verzen’ meldt de derde versregel in De Stoep ‘de doffe pijn’, in Verzamelde stilte ‘de vreemde pijn’ en in de gesproken gedichten ‘de felle pijn.’ Het is een bewijs dat de dichteres haar werk zelf kritisch bleef volgen en dat daarbij voor haar elk woord belangrijk was.
Daarom vraagt deze uitgave intensief luisteren maar bovendien ook vervolgens nog herhaaldelijk lezen om het belang van elk woord op waarde te kunnen schatten. De gesproken gedichten zijn te beluisteren via een in de uitgave afgedrukte QR-code of het you tube adres. Als één keer luisteren niet voldoet is herhaaldelijk luisteren natuurlijk ook mogelijk:
Oda Blinder: Curaçao bij nacht. Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer 2024