blog | werkgroep caraïbische letteren

Nos mes por?

door Fred de Haas


Onlangs is er een rapport verschenen van de Stichting Deugdelijk Bestuur Aruba (SDBA) waarin, gebaseerd op verifieerbare bronnen, een onthutsende analyse wordt gegeven van de ondeugdelijke bestuurspraktijken in de afgelopen 30 jaar, de tijd na de Status Aparte.

Aruba / foto Michiel van Kempen

Deze praktijken hebben geleid tot een onhoudbaar opgelopen nationale schuldenlast (tijdens de laatste regering werd deze zelfs verdubbeld), verrijking van enkele families en bijbehorende politieke vrienden, alsmede tot een uitholling van het welvaarts- en welzijnsniveau van de Arubaanse bevolking die zich door structurele onwetendheid en gebrek aan informatie niet bewust was van de mate waarin zij door de politiek tekort werd gedaan. Een cultuur van intimidatie en angst zorgde ervoor dat degenen die wel op de hoogte waren van de malversaties hun mond hielden.
Hierbij moet worden aangetekend dat dit soort praktijken op grote schaal ook elders in het Caribisch gebied (o.a. op Curaçao) bepaald niet onbekend zijn. Aruba fungeert in dit verslag slechts als voorbeeld van hoe een kleinschalig land ten koste van zijn inwoners langzaam te gronde kan worden gericht door gewetenloze politieke ambtsdragers. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook de grote Koninkrijkspartner Nederland niet vrij is van corruptie. Het goede nieuws is dat menig corrupt bestuurder in Nederland  wordt vervolgd en zijn/haar straf niet ontloopt.

Kwade wil
Omdat er door de opeenvolgende Arubaanse regeringen stelselmatig geen uitvoering werd gegeven aan waardevolle adviezen van officiële instanties (SER, IMF, Centrale Bank Aruba, Raad van Advies, Centrale Accountantsdienst, Algemene Rekenkamer Aruba) die erop waren gericht om de bestuurlijke situatie te verbeteren, mag men de conclusie trekken dat er hierbij sprake is geweest van kwade wil. Zo kon het gebeuren dat het land ten prooi viel aan vriendjespolitiek, bijvoorbeeld door de politieke benoeming van een buitenproportioneel en geldverslindend aantal ambtenaren, financieel wanbeheer, het ontbreken van goedgekeurde jaarrekeningen, het door ministers tegen smeergeld toekennen van vergunningen voor dubieuze projecten, het achterhouden c.q. laten verdwijnen van onwelgevallige digitale en harde informatie en het disfunctioneren van Parlementen die deden wat de regering wilde.
Het algemeen belang speelde daarbij nauwelijks of geen rol. Tekorten in de begroting werden gedicht door incidentele ‘meevallers’ en creatief boekhouden.  Het Openbaar Ministerie en de Centrale Accountantsdienst werden zo onbemand mogelijk gehouden zodat er een ‘welkom’ en permanent gebrek aan onderzoekscapaciteit ontstond. Bestuurders konden  ongestoord hun verderfelijke gang gaan omdat de pakkans gering was, de ‘loyaliteit’ aan de partij onbegrensd en de angst onder de bevolking voor intimidatie en chantagepraktijken groot.

“Jij en MEP zijn het verschil” / foto Michiel van Kempen

Speerpunten van de huidige Arubaanse regering
De nieuwe Arubaanse coalitie regering (2017-?) heeft de volgende speerpunten van beleid: deugdelijk bestuur, openheid en integriteit.
In de praktijk betekent dit o.a. dat voorkomen moet worden dat bestuurders zich verrijken door geld of goederen aan te nemen in ruil voor bepaalde diensten. Ook de bestrijding van fraude ( valse declaraties, beloningen voor niet bewezen diensten, etc) zal ter hand moeten worden genomen. Ook dient de regering ervoor te zorgen dat relevante informatie toegankelijk moet zijn voor het Parlement. Intimidatie is uit den boze. Onverschilligheid in het besteden van gelden (zoals exorbitante adviseursbeloningen) moet tot het verleden behoren. Er mag geen sprake meer zijn van vriendjespolitiek, evenmin als het ‘kopen’ van stemmen voor de eigen politieke partij. Bestuurders die strafbare feiten plegen moeten worden vervolgd en gestraft. ‘Creatief’ boekhouden om begrotingen sluitend te maken is ongewenst. Adviezen van officiële instanties als de Centrale Accountantsdienst, de Algemene Rekenkamer Aruba en het College Aruba Financieel Toezicht (CAFT) dienen te worden nagekomen en niet in een la te verdwijnen of te worden beschouwd als uitingen van hinderlijke bemoeizucht. Lippendienst dient te worden beschouwd als bedrog.

Regeringsgebouwen Aruba / foto Aart G. Broek

Projecten moeten openbaar worden aanbesteed en niet afhankelijk zijn van smeergeld of vriendjespolitiek. Het landsbelang moet in alles vooropstaan en overheidscorruptie worden bestreden. Gezocht moet worden naar deskundige, integere en gescreende bestuurders. Voor incompetentie is geen plaats meer, evenmin als voor partijpolitiek belang dat tegen het algemeen belang indruist. Ook zal verdere uitvoering moeten worden gegeven aan de hervorming van het belastingsysteem.
Het Openbaar Ministerie moet voldoende onderzoekscapaciteit krijgen, ook al in verband met het opsporen van eventueel nauwe banden van bestuurders en drugscriminelen en het frauduleus toekennen van vergunningen, frauduleuze verkoop van terreinen en op oneigenlijke gronden verkregen erfpachtrechten. Dat laatste kan de oorzaak zijn van verdere ongebreidelde hotelbouw waardoor de verrommeling van het eiland aanzienlijk bevorderd wordt. Integriteit vereist het tegengaan van malafide beïnvloeding van de politiek door het zakenleven (subsidiëren van politieke partijen in ruil voor bepaalde ‘diensten’).
Het is tijd voor Aruba om (als laatste!) de Wet Financiering Politieke Partijen (WFPP) in te voeren zodat er zicht is op de herkomst van bijdragen aan campagnes in verkiezingstijd. Spoedige invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek door een mondig Parlement zal het mogelijk maken om een aantal nu ondoorzichtige Stichtingen verantwoording te laten afleggen voor hun financieel beheer. Ter illustratie van recent wanbeleid volgen hier enkele voorbeelden van ondeugdelijk en corrupt bestuur.

Raffinaderij / foto Michiel van Kempen

CITGO
Omdat de oude, volledig afgeschreven en roestige LAGO raffinaderij van San Nicolas een nieuwe beheerder nodig had voor een voortzetting van activiteiten, werd er door de vorige Arubaanse regering onder Eman II een contract onderhandeld met dubieuze Venezolaanse ‘zakenlui’. Het Venezolaanse moederbedrijf PDVSA was in die tijd ook al bijna failliet door corruptie en slecht beheer. De Arubaanse regering had vooraf geen advies gevraagd aan de Raad van Advies (!). Ook zou de regering het volledige contract (2016) met de nieuwe beheerder CITGO niet aan het Parlement ter inzage geven. Het Parlement keurde het contract goed zonder te beschikken over de nodige informatie. Het resultaat van deze ondeugdelijke handelingen is dat de raffinaderij nu al 7 jaar buiten gebruik is. CITGO blijkt een dubieuze betaler en had zelfs geen toestemming gevraagd van het ‘Office of Foreign Assets Control’ om de raffinaderij te rehabiliteren. Een upgrade zou nu 750 miljoen dollar kosten. Aruba zal ook opdraaien voor de schoonmaakkosten (± 60 miljoen)  en de ontmanteling (50-100%). De vorige beheerder Valero had indertijd voor de schoonmaak 19 miljoen aan Aruba betaald, ruim te weinig dus, dank zij het incompetente Arubaanse onderhandelingsteam.

Codenaam ‘Ibis’: smeergeld voor vergunningen
De minister van Arbeid en Sociale Zaken van de vorige regering verleende niet zomaar vergunningen voor buitenlandse werknemers. Hij verwachtte hiervoor onrechtmatige betaling in geld of goederen aan hemzelf. Hij kreeg hierbij hulp van anderen die het smeergeld voor hem ophaalden. In 2017 werd er bij hem en zijn handlangers een inval gedaan door de Politie, de Landsrecherche, het Recherche Samenwerkings Team en de Marechaussee. De ex-minister werd veroordeeld tot gevangenisstraf, maar mocht van de toenmalige regering wel minister blijven, zij het zonder portefeuille. Het is niet verwonderlijk dat diezelfde minister ook de publicatie van een rapport tegenhield van de Directie Sociale zaken dat alarm sloeg over de barre sociaal-maatschappelijke situatie van Aruba in die tijd.

Aruba in de steigers – foto Aart G. Broek

Aruba: een falende democratie
Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat Aruba een falende democratie is. De witteboordencriminaliteit heeft ervoor gezorgd dat het Land zijn financiële autonomie heeft verloren en niet kan zonder hulp van buiten c.q. Nederland op vele –  specialistische –  gebieden. Het Land zou gebaat zijn met een structurele verbintenis binnen het Koninkrijk met gemeenschappelijke waarden en normen waarvan de naleving kan worden afgedwongen. Dromen van volledige onafhankelijkheid of vorming van een Gemenebest kunnen worden bijgezet.

Het is afkeurenswaardig dat Nederland in het verleden Artikel 43 van het Statuut schromelijk heeft verwaarloosd. In Artikel 43 staat dat landen zelf zorgen voor deugdelijkheid van bestuur en dat het waarborgen hiervan een aangelegenheid is van het Koninkrijk. De Nederlandse regering heeft in de afgelopen jaren stelselmatig weggekeken onder het motto ‘het land is autonoom en wij bemoeien ons er niet mee omdat we anders weer worden beschuldigd van neokolonialisme’.
We hebben inmiddels gezien waar die autonomie toe geleid heeft: controversiële hotelbouw, onttrekking van gelden aan de SVB, onrechtmatige pensioenbetalingen en duurtetoeslagen aan Statenleden en Ministers, dubieuze projecten en aanbestedingen, het tegenhouden door een Minister van Justitie van de vorming van een TBO (Team Bestrijding Ondermijning) dat vrij spel geeft aan niet-integere bestuurders, wanbetaling aan een Garantiefonds om de risico’s van hotelbouw af te dekken en een reusachtige Staatsschuld met torenhoge rentelasten. Het mag een wonder heten dat in 2014/5 de toenmalige regering Eman II door Nederland eindelijk onder financiële curatele is gesteld. Ook de huidige regering zal alles in het werk moeten stellen om een dreigende Aanwijzing te voorkomen.

Ondeugdelijkheid van bestuur heeft geleid tot onverschillig handelen op allerlei gebieden. Zo werkt het onderwijs met verouderd lesmateriaal en is er gebrek aan motivatie en deskundigheid.  Van alle studenten die in Nederland gaan studeren haalt maar 25% een diploma. De taal- en integratieproblematiek moet niet worden onderschat.

Overwegingen tot verbetering
Er zou nagedacht kunnen worden over andere vormen van bestuur met deskundige, onafhankelijke bestuurders. De vraag is of het systeem van politieke partijen wel gehandhaafd moet blijven. Voor politieke partijen in kleinschalige gebieden blijkt kennis vaak van minder belang dan loyaliteit en het zonder morren uitvoeren van opdrachten van de partijleiding.

Eind 2020 zal de SDBA een symposium organiseren waarin nagedacht wordt over structurele verbeteringen van bestuur.
De Arubaanse bevolking verdient het niet om nog langer slachtoffer te blijven van ondeugdelijk bestuur. Werken aan bewustwording is een prioriteit. Men moet begrijpen dat deugdelijk bestuur na de Status Aparte is verkwanseld.

Afvalstortplaats bij Parkietenbos, Aruba / collectie Fred de Haas

Eerder verschenen in Antilliaans Dagblad (Curaçao), 19 maart 2020.

on 22.03.2020 at 7:40
Tags: / / /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter