Nola
In de Surinamemonologen in De Nieuwe Kerk worden ‘bekende kopstukken uit de Surinaamse geschiedenis’ belicht. Op 2 en 3 december stond de Amsterdamse kunstenares Nola Hatterman (1899-1984) in de schijnwerpers in de monoloog Nola. Het leven in een leven. Toneelschrijver Bodil de la Parra laat Nola – gespeeld door de bekende actrice Monic Hendrickx – aan de hand van brieven aan een denkbeeldige zoon terugblikken op zes episodes uit haar leven.
door Ellen de Vries
Nola groeit met de opkomst van de vrouwenbeweging, twee wereldoorlogen en de mondiale – vaak bloedige – dekolonisatiestrijd op in een turbulente tijd. Ze wordt geboren in een koloniaal milieu; haar vader werkt op een ‘koffiekantoor’. Nola: ‘En als ze het kantoor verlieten. Dan ging men toch tekeer over die “inheemse bevolking” dat ze vies zouden zijn en lui alleen maar vanwege hun donkere huid.’ Als kind vindt zij donkere mensen al mooi; ze neemt het steevast voor ze op.
Nola kiest aanvankelijk voor een loopbaan als actrice, maar verruilt de bühne voor het schildersatelier. Ze legt zich toe op het schilderen van portretten van de Afro-Surinamers die de oversteek naar Nederland hebben gemaakt. Nola prefereert het artiestenbestaan boven een gezinsleven. Toch fantaseert ze over een zoon. In haar brieven vertelt ze hem over haar toneelbestaan, haar huwelijk met de joodse schrijver/ regisseur Maurits de Vries, de strijd tegen Hitler en haar ontmoeting met de antifascist en antikolonialist Anton de Kom. De Koms boek Wij slaven van Suriname doet haar besluiten ooit de geschiedenis van slavernij en marronage op doek vast te leggen.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt haar huis aan de Falckstraat in Amsterdam een ontmoetingsplaats voor Surinamers die in Amsterdam zijn neergestreken. Een van hen is de Surinaamse student Eddy Bruma: pleitbezorger van een onafhankelijk Suriname. In 1953 – met andere staatkundige verhoudingen in zicht – vertrekt Nola naar Suriname om het land van haar vrienden te zien en te schilderen. Ze gaat er lesgeven. Samen met haar twee lievelingsleerlingen Armand Baag en Ruben Karsters schildert ze het decor van het toneelstuk De geboorte van Boni van Eddy Bruma, dat de strijd voor een onafhankelijk Suriname symboliseert. Nola: ‘Het Thalia zat barstensvol was tot de laatste stoel bezet en op “Vrijheid is onderweg” stond iedereen in één keer op en daar begon men toch te joelen om nooit meer op te houden.’ In 1975 wordt Suriname daadwerkelijk onafhankelijk.
Op latere leeftijd vestigt Nola zich in Brokopondo om haar historische vierluik over slavernij en marronage te voltooien. In de laatste scène schrijft ze aan haar denkbeeldige zoon: ‘Lieve Zoon, Als je dit leest ben ik er niet meer. Het lot trof mij zomaar op mijn weg naar Paramaribo alwaar ik hoopte zo velen terug zien die ik een paar jaar had moeten missen.’ Op weg naar de stad Paramaribo voor een expositie waaraan zij zal deelnemen, verongelukt ze. In de derde la van haar bureau liggen de portretten van haar zoon die ze in al zijn levensfasen portretteerde: ‘Opgegroeid in mijn portretten ben jij al een echte man. Je krullen ietsje korter, nu schilderde ik je onlangs een paar groene stipjes in de ogen.’ De monoloog eindigt met Nola’s gedicht Wan de… ‘Op een dag’ waarin ze beschrijft dat ze in de Surinaamse aarde door zwarte handen begraven wil worden. Zo gebeurt het.
Nola Hatterman zou er trots op zijn geweest te weten dat ze via deze fraaie monoloog is opgenomen in de galerij van Surinaamse ‘kopstukken’. De brieven aan haar denkbeeldige zoon zijn een mooie metafoor voor haar propaganda voor een zwart in plaats van wit schoonheidsideaal, haar liefde voor de (portret)kunst en de liefde voor Suriname. De voorstelling werd prachtig muzikaal omlijst door Harto Soemodihardjo (muzikale regie, gitaar), Jeannine la Rose, Anna Makaloy (zang), Walter Muringen (trompet). John Leerdam deed de regie. De op de achtergrond geprojecteerde kunstwerken waren afkomstig van de site www.nolahatterman.com
De monologen zijn gebundeld in het boek De Suriname-monologen, kopstukken uit de Surinaamse geschiedenis (klik hier).
De biografie Nola. Portret van een eigenzinnig kunstenares van Ellen de Vries vormde een bron waaruit geput werd voor de monoloog. Destijds in de Volkskrant in een recensie van Stephan Sanders met 5 sterren gekwalificeerd als ‘Voltreffer.’ Het boek is alleen nog verkrijgbaar als e-book (klik hier).