blog | werkgroep caraïbische letteren

Night of the Zoo

door Jerry Dewnarain

Het amfitheater van de Surinaamse dierentuin was op zaterdag 6 en zondag 7 juni 2015 omgetoverd tot een podium voor vertelkunstenaars. Zowel jongeren als ouderen hebben hun vertelkunst gedeeld met publiek. Renate Galdey, zelf ook vertelkunstenaar, is de bedenker van ‘Night of the Zoo’. Zij diende dit project in bij de Nederlandse ambassade die het goedkeurde.

Horror-Frog

Horror-frog

 

Galdey vindt dat muziek ook onder dichtkunst valt, omdat liedjes ook rijmen. Het doel van de avond was kunstenaars bij elkaar te brengen, om elkaar te inspireren en een podium te bieden voor woordkunstenaars. Deze activiteit had nog een doel: nagaan wie zich onder meer bezighoudt met storytelling. En om van elkaar te leren en vaker bijeen te komen voor optredens. Enkele deelnemers waren Paul Middellijn, Roxanna Koningferander, Ori Plet, Tattoo, Adika, Donny Blaze, James Ramlall, Arlette Codfried en Obed Kanape.

Opvallend was de deelname van veel jonge en nieuwe vertellers. De meerwaarde van ‘The night of the Zoo’ volgens Sandra Ammersingh van de Nederlandse ambassade, sponsor van ‘The night…’, was dat zowel jongeren als ouderen bijeen zijn gekomen om samen verhalen te vertellen. Bij dit soort activiteiten kunnen beide groepen veel van elkaar leren, waardoor er meer begrip en respect voor elkaar kan gaan groeien.

Paul Middellijn

Paul Middellijn

 

Vorig jaar augustus-september begon de Nederlandse ambassade met een pilotproject ‘Storytelling’ onder leiding van Paul Middellijn. In de vakantie werden meer dan honderd kinderen door hem getraind in vertelkunst. Ruim dertig werden geselecteerd als goede vertellers. Hiervan heeft ook een groot aantal meegedaan aan ‘Night of the Zoo’. Het is goed dat deze jongeren ook regelmatig worden getraind. Volgens Ammersingh komt er dit jaar weer zo een vakantieprogramma.

 

Ook worden mensen getraind om op scholen en in buurten belangstellenden te kunnen begeleiden in de vertelkunst. Natuurlijk ontbraken bij zo een vertelavond anansitori niet! Een goed voorbeeld van orale literatuur. De verteller vertelt en het publiek luistert en onderbreekt soms met vragen en opmerkingen, zodat de verteller ook kan uitweiden en zaken uitleggen. Dat hoort allemaal bij de orale cultuur, het is een vorm van communicatie die nog steeds geldt. Bij de marrons worden ook anansitori verteld tijdens de dedeoso. We zien en lezen het in het prachtige boek over de rituelen bij de dood van granman Aboikoni in 1989, Gaama Duumi, Buta Gaama… (1992) van Ben Scholtens en anderen. Eigenlijk zijn anansivertellingen voor de avond bestemd, aldus Johan Ferrier in zijn inleiding van het boek Het Grote Anansiboek met illustraties van Noni Lichtveld (2007). Vandaar dat het verhaal van ‘Hoe Anansi op Tijger rijdt’ helemaal tot zijn recht kwam op de avond in de dierentuin. Anansivertellingen zijn voor ons altijd herkenbaar.

 

Jerry Dewnarain2

Jerry Dewnarain

 

Natuurlijk, een verhaal horen vertellen door een begenadigd verteller heeft ver de voorkeur boven (voor-)lezen. De toriman/-uma kan het verhaal extra aantrekkelijk maken met allerlei geluiden, een lied, een laitori (raadsel): af en toe een gedichtje, het aangeven van allerlei geluiden: ai-ai-ai, hehehe, ach, ach, flits, oooh, au, áái, hmhm, boem, zozo, woep, ssst, ho ho, floep, oefff en ga zo maar door, en door een heel scala aan woorden te gebruiken die geluiden weergeven: roepen, hijgen, zuchten, sissen, keffen, giechelen, balken, piepen, grommen, janken, brullen, fluisteren, enzovoorts. Een goede voorlezer kan er dankbaar gebruik van maken. Geen betere locatie dan de dierentuin voor ‘The night of the Zoo’!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter