blog | werkgroep caraïbische letteren

Nieuwe roman van Jacques Thönissen

Vandaag wordt de nieuwe roman van Jacques Thönissen Devah gepresenteerd in de Biblioteca Nacional in Oranjestad op Aruba. De Hollandse doop vond op 28 april j.l. plaats in het Arubahuis in Den Haag. Een verslag.

door Giselle Ecury

Op 28 april was het zover: Jacques Thönissen bood in aanwezigheid van zijn vrouw en twee zoons, genodigden en belangstellenden het eerste exemplaar aan van zijn nieuwe roman, Devah, aan de Gevolmachtigd Minister van Aruba de heer Edwin Bibiano Abath.

.

Na een warm bon bini door de persvoorlichter van het Arubahuis, Sydney Kock, sprak Franc Knipscheer van uitgeverij In de Knipscheer zijn welkomstwoord en zijn erkentelijkheid uit voor de gastvrijheid op deze bijzondere middag. Twee jaar tevoren had hij het manuscript van Devah toegestuurd gekregen.
“Hoewel de wortels van Jacques Thönissen in Nederland liggen, was wat ik las bepaald on-Nederlands – en ik bedoel dat in complimenteuze zin,” aldus de uitgever. “Thönissen neemt je mee, niet alleen van het ene land naar het andere, maar ook van deze tijd naar lang vervlogen tijden; én Thönissen speelt een ingenieus spel met de realiteit van alledag en wat ik gemakshalve maar even “de droomrealiteit” noem. En of je wilt of niet, je gaat als lezer mee met deze schrijver op zijn reis, want beide realiteiten zijn al na de eerste bladzijden even vanzelfsprekend. Het is bijzonder knap wanneer je dat als schrijver kunt bewerkstelligen. Als je dit boek gelezen hebt, en de reis ten einde is, heeft zich in je hoofd een film afgespeeld waar je zelf deel van uit leek te maken en verlaat je de zaal nog nahijgend van alles wat je hebt beleefd. Dan moet je – nadat je het boek hebt dichtgeslagen – even met de ogen knipperen om weer te wennen aan het felle buitenlicht en de wereld om je heen.”

Lovende woorden die het verlangen onder de aanwezigen het boek onmiddellijk aan te schaffen, deden groeien. Maar eerst nam de schrijver zelf het woord. Slank en vitaal stond hij daar, vol lof over zijn zoons die goede criticasters bleken te zijn en die hun vader regelmatig hadden terug gefloten: “Papa, wat schrijf je dáár nou, dat kun je toch niet maken!” Ook de foto van de auteur op het boekomslag is door een zoon gemaakt. Daar moest hij voor poseren bij de palm, achter de palm, voor een cactus, vlakbij zee en desnoods bijna ín de palm, totdat er 120 exemplaren waren om een keuze uit te maken.

Veel lof was er voor de corrector van de uitgeverij, die niet schroomde om met de rode pen bladzijde voor bladzijde te voorzien van opmerkingen om uiterst correct Nederlands te bewerkstelligen. En zoals het iemand die houdt van taal en tekst betaamt, maakte Thönissen ten slotte een mooie metafoor: “Devah heeft zo – met dank aan deze kundige en sympathieke uitgever – een mooi nestje gevonden. Het is niet de bedoeling, dat ze zich daar lekker gaat innestelen. Zij moet uitvliegen over Nederland, over de oceanen en zeeën naar Aruba en het Caribisch Gebied.”

Aan de tongval van Jacques valt nog te horen, dat zijn achtergrond ligt in Zuid-Limburg, in een dorpje nabij Roermond, terwijl hij er qua lengte en met zijn donkere ogen en haar beslist Arubaans uitziet. Al in 1962 heeft hij zich gevestigd op Aruba, waar hij begon als leraar Spaans en Handelskennis aan de MAVO. Daarna werd hij directeur van die school, het Augustinus College in San Nicolas. Zijn Nederlands heeft na al die jaren eveneens een licht Caribisch accent gekregen. Toch vraagt hij zich bescheiden af, hoe hij deze keer door de Arubanen gezien en gelezen zal worden. Hij is toch “die Hollander, die Macamba” gebleven, zelfs na 50 jaar op het eiland gewoond te hebben. En ook al zegt hij, uitsluitend naar Nederland te komen “als het moet”. Om vrijwel tegelijkertijd eraan toe te voegen, dat hij beslist niets tegen Nederland heeft. In tegendeel: Zuid-Limburg is hem lief. Maar op Aruba zal hij oud worden. Daar ligt het grootste deel van zijn leven en staat zijn huis met uitzicht over Savaneta, waar ik hem in 2007 eens heb opgezocht.

Zijn basistaal is het Nederlands, maar met Arubanen spreekt hij Papiaments. Vooral omdat de laatste jaren de bevolking de eigen taal de voorkeur geeft en het Nederlands daardoor is teruggedrongen. Thönissen vraagt zich af, hoe men hem nu zal gaan interpreteren. Het is voor hem belangrijk, hoe zijn nieuwe roman juist op Aruba ontvangen zal worden.

Zijn eerdere werken Tranen om de ara (1998), Eilandzigeuner (2001) en De roep van de troepiaal (2004) spelen zich allen af op Aruba. De boeken mogen door scholieren gelezen worden voor de verplichte literatuurlijst ten behoeve van de examens en hebben voor hen een herkenbaar decor. Maar Devah speelt zich voor een groot deel af in Oost-Europa, gezien door de ogen van het hoofdpersonage, een ik-figuur, die een zoektocht maakt om de identiteit van het meisje Devah te achterhalen: “Ik bracht de foto dichter bij mijn ogen en focuste op het verlegen lachend meisje op de achtergrond. Haar gezichtje lichtte op, en als door mijn oog ingezoomd, vergrootte het zich, kwam als het ware op mij af. Ik draaide de foto om. De datering stond in typische, aan de voet afgeplatte blokschriftletters. Devah 22-8-85, las ik. 22 augustus: mijn geboortedag. 1985: toen werd ik acht. Mijn mond viel open.”

Jacques heeft de verschillende feiten die in dit boek aan de orde komen via het Internet getoetst. Schrijven heeft hij altijd gedaan. Het is voor hem een soort dwang, een behoefte zijn fantasiewereld te concretiseren. Hij kwam ermee naar buiten door het maken van toneelstukjes voor school en ten behoeve van het straattoneel – Teatro foro – een manier van toneelspelen waar het publiek sterk bij betrokken wordt en mag participeren, opdat een bepaald probleem voor de mensen hanteerbaar kan worden. Zo ziet men, dat er overal een oplossing voor gecreëerd kan worden, ook voor moeilijkheden in het dagelijks leven.

De beste creatieve momenten ervaart Thönissen als hij rijdt op zijn mountainbike of als hij aan het hardlopen is. Helaas verdampen die ingevingen direct. Gelukkig komen er alternatieven voor in de plaats. De auteur schrijft vrijwel altijd van achter zijn laptop met uitzicht over Savaneta en de Caribische Zee. Dit maakt alleen al, dat ik ervan overtuigd ben dat dit nieuwe boek van de sympathieke Jacques Thönissen beeldend en prachtig zal zijn.

Jacques Thönissen
Devah
Roman
Ingenaaid, 320 blz.,
ISBN 978-90-6265-652-3
Prijs: € 19.50
Eerste druk 2010

Een net afgestudeerde student aan de kunstacademie treft op een rommelmarkt een tekening aan van een jong meisje, gesigneerd door zijn vader. Wanneer hij zijn vader met het portret confronteert, valt deze dood neer. Dan begint de ik-figuur een zoektocht die hem door verschillende Oost-Europese landen voert.
Devah is een boek waarin herinnering wedijvert met droombeelden en droombeelden aanschurken tegen de werkelijkheid van het heden. Wie vergeten was wat het magisch realisme ook alweer inhield, doet er goed aan Devah te lezen. Thönissen toont het, ontvouwt het.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter