blog | werkgroep caraïbische letteren

Nieuwe roman van Eric de Brabander: Evenwichtskunstenaar tussen feit en fictie

door Wim Rutgers

Op vrijdag 8 december 2023 presenteerde de Curaçaose auteur Eric de Brabander zijn nieuwe roman, Urbina. Het inmiddels aanzienlijke oeuvre van Eric de Brabander waaiert steeds weer uit naar alle tijden en windstreken, maar kent als constante toch een aangrijpingspunt in de werkelijkheid van het nu of vroeger van zijn eiland waarop hij zijn romans baseert en op vleugels van de fantasie uitwerkt.  In de zevende roman, kortweg Urbina getiteld, staat Curaçao opnieuw centraal.

Rafael Simón Urbina geflankeerd door Julio Ramón Hernández (links) en José Solórzano (rechts).

Het is midden in de roman als op 8 juni 1929 de Venezolaanse rebel(se) Rafael Simón Urbina (1896-1950) met behulp van de communist Gustavo Machado en een flink aantal opstandige landgenoten die in Curaçao tegen een hongerloon werkzaam zijn in de ’olie’, het regeringscentrum Fort Amsterdam binnendringen, daar drie dodelijke slachtoffers maakt, geld en een aantal wapens veroveren en vervolgens de vlucht naar de Overwal nemen met de gouverneur en de militair Borren als gijzelaars.

Het doel was de dictatoriale regering van Vicente Gómez in zijn geboorteland Venezuela met een staatsgreep naar huis te jagen. Op de voorkaft van de roman zijn alle hoofdpersonages: Shelldirecteur Henri Deterding, communist Gustavo Machado, rebel Rafael Urbina, gouverneur Leonard Fruytier en dictator Juan Vicente Gómez, met de kleuren van de Venezolaanse vlag,  broederlijk naast elkaar afgebeeld.

De overval betekende een regelrechte schande voor het Nederlandse koloniaal bewind van die dagen. Jules de Palm, geboren in 1922, citeert in zijn Kinderen van de fraters (1986) als tijdgenoot die het allemaal als kind meemaakte, het begin van een lang spotdicht over de overval en geeft het commentaar van zijn oom: “De Hollanders moesten zich schamen dat zoiets mogelijk was geweest en daarom had ik-weet-niet-wie in een lang vers de hele troep te kakken gezet.”  Waarop Jules de Palm reageert met “Om zijn Hollandse collega′s te jennen had hij het vers uit het hoofd geleerd toen hij had gehoord dat je streng gestraft zou worden als je het bij je droeg. Het idee!” Aldus Jules de Palm in Kinderen van de fraters (1986).

De staatsgreep in Venezuela werd overigens een volledige mislukking voor Urbina en zijn manschappen zélf. Maar er is dan in de roman al heel wat voorafgegaan en er zal ook nog heel wat volgen.

Feit en fictie

Het historische gegeven is bekend maar krijgt context in verhaalvorm met tal van historische details, die grondige studie van het onderwerp tonen. Tussen een proloog over wat historisch vooraf ging en een epiloog met gegevens over wat volgde en de rol van een aantal belangrijke bij de overval betrokken personen, worden we in tien hoofdstukken deelgenoot van de gebeurtenissen die op het eiland nog een lange nasleep zouden hebben. De achterflap van de roman gebruikt dan ook het begrip ‘faction’ omdat ‘ fact’ en ‘ fiction’ nauw met elkaar verweven blijken en blijven. De Brabander slaagt in de krachttoer van een evenwichtskunstenaar die de feiten zodanig met interessante details verpakt dat er een zeer leesbaar en invoelbare docu-story is gerealiseerd.

De Venezolaanse president, c.q. dictator Juan Vicente Gómez

De overval van Urbina en zijn kornuiten staat centraal in het boek, na de beschrijving van wat in de voorbereiding vooraf ging, waarna de afloop en de wederwaardigheden in het verdere leven van Urbina beschreven worden. De olierijkdom van Venezuela en de macht van de CPIM (Shell) als raffinaderij met haar enorme omvang en het dictatoriale bewind van Gómez zijn de leidmotieven van het verhaal. De hoofdstukken spelen beurtelings in Venezuela en Curaçao, met twee ‘uitstapjes’  naar Duitsland als land waar Shelldirecteur Detering woont en het koloniale Nederland met zijn laatdunkende houding ten opzichte van de Kolonie Curaçao. Schaamte over het gebeuren wordt er gesmoord in de doofpot.

De voorbereiding

Het eerste gedeelte van het verhaal bevat de beschrijving van de voorbereiding op de staatsgreep. We volgen het leven van Urbina, van de geboorte als zoon van de burgemeester van Cumarebo in Estado Falcón, zijn jeugd en schooljaren in Coro, zijn al vroeg ontwikkelde politieke ideeën, zijn kritiek op dictator Gómez, de militaire academie in Caracas, zijn verblijf in Ciudad Bolívar ter voorbereiding van deelname aan een – eerste – staatsgreep toen hij nog maar zeventien jaar oud was, het verraad daarvan en zijn daarop volgende gevangenschap: “De verschrikkingen in de gevangenis smeedden hem om tot een rancuneuze tijdbom” (p. 42). Maar pas vanaf pagina 56 tot 60 lezen we wat er precies gebeurd is in die gevangenis, als hij daar getuige moet zijn van marteling en moord van een medegevangene en zijn reactie daarop: “huilen uit walging, pure afschuw en angst, in de wetenschap dat hij vanaf deze dag een rebelse revolutionair zou blijven, koud en meedogenloos, zijn ingewanden gevuld met gloeiende lava, tot de dag dat El Bagro [dictator Gómez] de geest zou geven. (p. 60) Het brengt Urbina tot deelname aan een guerrillabeweging in de bergen, een vlucht naar Aruba, het daarop volgende gedwongen verblijf in het Waterfort op Curaçao waarna hij wordt uitgezet. Intussen heeft hij er zijn ogen goed de kost gegeven.

De overval

Een jaar later zal Urbina op Curaçao zijn om zijn coup te plegen en naar Venezuela te vluchten. De gedetailleerde beschrijving daarvan is het langste hoofdstuk van het boek, waarin de auteur zich met enorme inzet van zijn feitenkennis een spannend verhaal weet te maken.

Urbina op latere leeftijd

In het deel dat volgt op de overval op Curaçao en de mislukking van de Venezolaanse staatsgreep zullen er nog diverse opstanden van Urbina volgen, die  evenmin succes hebben. De Brabander beschrijft ze in de laatste hoofdstukken in het kort in de stijl van verslaggever met feiten en het verdiepende commentaar en invoelingsvermogen van de romancier.

Een stuk kwetsbaar geluk ervaart Urbina uiteindelijk in zijn huwelijk en zijn gezin. Op gevorderde leeftijd raakt Urbina’s scherpe geest vermoeid. In zijn poging om na alle ballingschappen in Cuba, Colombia, Panama en Mexico en telkenmale zijn terugkeer naar zijn vaderland ontpopt hij zich tot ontaarde communistenverrader en zal zelf uiteindelijk het onderspit delven door financiële hebzucht en het daarop volgende verraad tegen hemzelf. Wat Urbina met Gómez niet lukte om deze uit de weg te ruimen, slaagt wel met een van de latere Venezolaanse dictators, Chalbaud. Maar het betekent ook zijn eigen einde als hij zich in een hinderlaag laat lokken en wordt doodgeschoten. 

Diepgang

Eric de Brabander slaagt erin het verslagkarakter van zijn verhaal diepgang te geven door tussen alle historische gebeurtenissen en gedetailleerde feiten de werdegang van een rebelse geest te illustreren. Ik geef enkele voorbeelden met citaten en kort commentaar. “Moraal? Dat is een vergankelijk begrip. Zeden zijn een kwestie van tijd. Morgen heerst er een andere moraal,” zegt Urbina tegen de communist Machado. (p. 170) In ballingschap vraagt Urbina zich af “of er van zijn haat geen lijm te koken viel, waarmee hij de scheur in zijn innerlijk kon dichtplakken. Een jeugd had hij niet gehad. Die was hem afgenomen door zijn land. Lijm … Wraak was de enige lijm die genoegdoening zou kunnen bieden, eigenlijk had hij dat altijd al geweten.” (p. 173) , Spijt van zijn daden heeft hij niet en nooit. Op een vraag daarnaar van zijn vrouw Maria Isabel antwoordt hij: “Boete doen in het openbaar? Rafael Urbina, redder van het vaderland die zijn ziel op tafel legt, zijn zonden kenbaar maakt? En dan publiek applaus?”  (p. 205) De ouder geworden Urbina overpeinst in “gesmoorde herinneringen die ’s nachts op hem afkwamen als monsters zonder ledematen. Hij voelde zich eindeloos oud. Een kosmische vermoeidheid drukte op zijn schouders. Hij besefte dat een mens altijd op zoek is naar een geluk dat groter is dan wat hem toekomt.” (p. 217)

Epiloog

“Een aantal jaren geleden fietste ik met wat vrienden op mijn mountainbike van Maracay naar Puerto Colombia over de bergrug die het binnenland van de kust scheidt,” schrijft De Brabander in zijn nawoord. Hij komt daarbij op zijn tocht langs ‘de voormalige recreatiewoning’  van dictator Vicente Gómez waarvan hij de vergane resten ontdekt. “Het was toen dat ik besloot ooit dit boek te schrijven,” is zijn besluit. Ik kan niet anders dan hopen dat Eric de Brabander nog vaak zulke fietstochten zal maken met een zo prachtig resultaat als dit boek over de dictator Juan Vicente Gómez en de rebel Rafael Simón Urbina.

Eric de Brabander: Urbina. Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer, 2023. 236 pagina’s. isbn 978 94 93214 84 2.

www.indeknipscheer.com

Eric de Brabander publiceerde bij Uitgeverij In de Knipscheer naast de verhalenbundels Avila Beach in 5 korte verhalen (2020) en Het geluid van naderend onweer (2021) en de romans Het hiernamaals van Doña Lisa (2009), Hot Brazilian Wax en het requiem van Arthur Booi (2011), De supermarkt van Vieira (2013), Het dilemma van Otto Warburg (2016), De vergankelijkheid der dingen (2018) en Handen Wassen (2022)


Lees ook ‘Dodelijke overrompeling van het Waterfort, Curaçao’ door Aart G. Broek, klik hier

2 Trackbacks/Pings

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter