blog | werkgroep caraïbische letteren

Nieuwe boeken van In de Knipscheer: een Caraïbisch mozaïek

door Klaas de Groot

 
 
De theaterzaal van Podium Mozaïek in Amsterdam was op 8 september jl. uitverkocht. Uitgeverij In de Knipscheer presenteerde vier nieuwe boeken uit het Caraïbisch deel van haar fonds en de belangstelling was gelukkig groot.
 
 
Voordat de auteurs met hun laatste werk voorgesteld werden, stond uitgever Franc Knipscheer stil bij het recente overlijden van twee auteurs uit zijn fonds: Elis Juliana en Els Langenfeld. Eigenlijk had Langenfeld op deze middag ook aanwezig moeten zijn met haar nieuwe verhalenbundel Porto Marie. Haar uitgever herdacht haar ontroerd. Het publiek kon een opname bekijken van de presentatie van Porto Marie op Curaçao. Opvallend bij die presentatie was dat Langenfeld nu eens niet een notabele had uitverkoren voor het eerste exemplaar van haar boek. Zij had een beperkte nummertjesloterij georganiseerd. De uitslag was voor alle aanwezigen een verrassing, zagen wij in Amsterdam.
 
Jacques Thönissen, overgekomen van Aruba, was de eerste auteur die zijn boek mocht tonen. Veertien van zijn Arubaanse verhalen heeft hij  onder de titel Onder de watapana  bijeengezet. Hij gaf het eerste exemplaar wel aan een notabele: de gevolmachtigde minister van Aruba Edwin Abath. Thönissen las een mooi stukje voor uit één van zijn verhalen, een legende over het ontstaan van Aruba. De legende vertelt dat Curaçao, Bonaire en Aruba ontstaan zijn uit zweetdruppels die de Schepper van hemel en aarde aan het eind van de zesde scheppingsdag op zijn voorhoofd voelde. Die druppels wierp Hij in zee en als kleinste, maar als mooiste eiland ontstond toen Aruba. Het applaus dat na voorlezing van het verhaal opklonk, liet merken dat er heel wat liefhebbers van ‘nos isla stimá’ aanwezig waren.
 
Peter de Rijk die als redacteur bij uitgeverij In de Knipscheer de boeken van de aanwezige auteurs natuurlijk van haver tot gort kent, had met Thönissen, Ronny Lobo, Giselle Ecury en Joseph (Jopi Hart) steeds een kort gesprek. Daarin ging het nogal eens over de lange weg die er ligt tussen schrijven en publiceren. Een weg die gekenmerkt wordt door veel redigeren en herschrijven. Vooral in het gesprek met Ronny Lobo, die debuteert met de roman Bouwen op drijfzand, werd dit duidelijk.
 
Het gesprek met Giselle Ecury over haar derde roman De rode appel ging meer over de bouw van het boek. Zij wist op een heldere manier duidelijk te maken wat haar bij het schrijven voor ogen staat.
 
De laatste in de rij was Joseph Hart. Hij debuteerde als Jopi Hart met de dichtbundel Entregain 2000 bij uitgeverij Carilexis, op Curaçao. De roman Verkiezingsdans, die nu gepresenteerd werd, is een adaptatie van  een Engelstalige roman die Hart jaren geleden schreef. Uit het gesprek met De Rijk bleek dat de auteur nogal moeite heeft met het politieke bedrijf op het huidige Curaçao, maar een politiek traktaat is de roman  niet geworden. Dat was ook te merken aan de passages die Hart voorlas. Zijn boek had gepresenteerd  moeten worden aan de gevolmachtigde minister  van Curaçao Marvelyne Wiels, die was helaas verhinderd. Het boek ging naar een plaatsvervangster voor deze middag, Marije Berkhouwer.   
Aruba, Bonaire, Curaçao en Nederland, landen en boeken, verhalen en mensen schoven als een mozaïek in elkaar.

Presentator Franc Knipscheer zorgde zelf ook voor afwisseling. Zo presenteerde hij  de pas verschenen roman van Janny de Heer: Gentleman in slavernij. Dat is een dikke roman over een Duitse immigrant in het 19deeeuwse Suriname. De schrijfster was er niet. Het eerste exemplaar ging naar haar kleindochter, die weinig woorden nodig had om het boek in ontvangst te nemen.

 
In 1978 verscheen de verzamelbundel Cultureel Mozaïek van de Nederlandse Antillen varianten en constanten onder redactie van René A. Römer. Een zeer informatief boek met een goed oog voor de bestanddelen van het inlegwerk. De Nederlandse Antillen bestaan eigenlijk niet meer, maar het samenspel is gebleven.
Dat bleek op 8 september treffend uit de muzikale omlijsting van de Porto Marie middag. Die was in handen van Izaline Calister, begeleid door gitarist Ulrich de Jesus. Voor de pauze zong Calister het mooie lied Gracias a la vida van Mercedes Sosa. Het tweede optreden sloten zij af met een opwekkend liedje over Compa Nanzi die de rest van de wereld weer te slim af was. Hij weet de jeuk, ontstaan tijdens het opschonen van een veld met brandnetels, mooi te benutten. Misschien als het soort politicus waar Jopi Hart de buik vol van heeft?
 
Terwijl dit allemaal gebeurde aan de Bos en Lommerweg vond bij de Vereniging Ons Suriname aan de Zeeburgerdijk een soortgelijke middag plaats. Daar waren o.a. Antoine de Kom en Karin Amatmoekrim aanwezig. De muziek was er in handen van Sanne Landvreugd.
Laten we hopen dat volgend jaar deze twee bijeenkomsten  niet op dezelfde dag georganiseerd worden. Auteurs en de boeken verdienen dat. De potentiële lezers trouwens ook. Maar het tij is waarschijnlijk inmiddels al gekeerd. Op 13 oktober a.s. organiseert uitgeverij In de Knipscheer in de OBA een Antilliaans en Surinaams boekenprogramma met onder andere Janny de Heer en Eric de Brabander. Muziek zal er zijn van de groep FTTP van Frank Ong-Alok. De middag wordt gehouden onder de titel Een droom die ik heb.
 
Dat is ook de titel van een nieuwe bundel gedichten van  de markante  dichteres Nydia Ecury (1926-2012). Een van haar bundels Kantika pa Mama Tera / Songs for Mother Earth schreef ze speciaal om het Caraïbisch mozaïek bijeen te houden, staat er op de achterflap van dat boek.
 
Tijdens haar leven stelde zij nog een Nederlandstalige bundel samen. De presentatie hiervan zal op 13 oktober voor de liefhebbers van haar poëzie een mooi moment zijn. En naar ik hoop ook voor nieuwe lezers.
Sanne Landvreugd

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter