blog | werkgroep caraïbische letteren

Nieuw boek over Hindostanen in Suriname

door Sabitrie Gangapersad
 
Paramaribo  In Sarnami Hindostani 1920-1960 is wetenschap gecombineerd met sprekende levensverhalen. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van de generatie contractarbeiders die besloten zich in Suriname te vestigen. De periode is afgebakend met 1960, omdat rond die tijd de groep sterk was gegroeid, urbaniseerde en de strijd naar nationale representatie begon. Ondanks hun achtergestelde positie wisten de Hindostanen zich in veertig jaar succesvol op te werken in de Surinaamse gemeenschap.
Tijdens het onderzoek verzamelden de auteurs Gharietje Choenni en Chan Choenni zoveel informatie, dat is besloten om de historische studie over Hindostanen in twee delen uit te geven. Sarnami Hindostani 1920-1960 deel 1 bestaat uit 672 pagina’s en is vrijdagavond in de conferentiezaal van Lalla Rookh gepresenteerd. Dit deel gaat over de vestiging van de contractarbeiders, hun identiteit en gemeenschapsvorming, de rol van de infrastructuur, inkomstenverwerving, wonen en welzijn, opvoeding, onderwijs, gezondheid en familieleven, traditie en taboe. “De term Sarnami Hindostani is bewust gebruikt, omdat de contractarbeiders daarvóór Brits-Indiërs werden genoemd. Toen ze hadden besloten om in Suriname te blijven, noemden ze zich Sarnami Hindostani”, vertelt Chan Choenni tijdens de introductie. Chan is bijzonder hoogleraar Hindostaanse Migratie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, belast met de Lalla Rookh leerstoel. Zijn zus Gharietje is andragoloog, dichter, auteur en redacteur. Voor het boek hebben broer en zus ruim honderd nakomelingen van de contractarbeiders geïnterviewd van wie beiden of tenminste één ouder uit India kwam. Passages uit hun verhalen heeft Gharietje vrijdagavond het publiek voorgehouden.
De aanwezigen knikken instemmend en lachen om de herkenbare verhalen over het leven op het land, de verkoop onder de markt en de draaivijzel. Chan benadrukt dat in de historische studie alle aspecten uit het leven van de Hindostanen zijn vervat. De ontwikkeling van de groep is grondig onderzocht. De auteurs hebben hiervoor veel geschreven materiaal bestudeerd en de verhalen van de nakomelingen op waarheid getoetst. “We hebben ontdekt dat verhalen, als zouden Hindostanen geen gebruik hebben gemaakt van sociale voorzieningen zoals bedeling, niet kloppen met de cijfers. Aan de andere kant is het wel waar dat de groep geen volkswoning kreeg”, verduidelijkt Chan. Deel II van Sarnami Hindostani 1920-1960 verschijnt juni volgend jaar en gaat over het culturele, sociaal en religieus leven. In dit deel wordt ook een hoofdstuk gewijd aan de bijzondere positie van Hindostaanse vrouwen en de invloed van de Tweede Wereldoorlog, urbanisatie, emancipatie, participatie en burgerschap.
[uit de Ware Tijd, 15/10/2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter