Niet zielig
Diana Tjin – Noem me Calimero; of Carmen zo je wilt
door Peter de Rijk
Belezen lezers zullen de titel van de vierde roman van Diana Tjin direct verbinden met de eerste regel van Moby Dick: ‘Call me Ishmael’, de woorden waarmee Melville zijn wereldberoemd geworden boek over de jacht op een witte walvis begon.
Ook Diana Tjin kiest voor een ik-verteller, maar deze keer is het Carmen die ons iets te vertellen heeft. Dat de titel ook Calimero vermeldt, moet misschien even worden uitgelegd aan de jongere lezer. Dat was een zwart kuikentje, met een eierdop op zijn kop die steeds herhaalde dat het niet eerlijk was, omdat hij klein was en iedereen hem plaagde. Carmen heeft dat gevoel van oneerlijke discriminatie, maar dan wel op een speciale manier. Als schrijver voldoet ze niet aan de merites die allochtonen ‘behoren’ te hebben. Ze mag dan Aziatisch van uiterlijk zijn, ze is allesbehalve zielig, had een prettige jeugd, heeft gestudeerd, betaald werk en ook haar relatie is prima. Er is dus geen sprake van een tranendal en wanneer je daar niet over schrijft, blijken uitgevers daar geen brood in te zien. Als iedereen van kleur is ze zich zeer bewust van de rol die huidskleur in een leven speelt. Zoals zoveel in deze roman legt Tjin dat heel subtiel uit. Wanneer haar witte man tijdelijk in een rolstoel belandt blijkt ook zijn persoonlijkheid te verdwijnen. Opleiding of verdiensten tellen niet langer. ‘Je bent een omhulsel geworden waarop iedereen alles kan projecteren wat er in hun opkomt.’
Carmen wil haar boeken publiceren en wijt vooral aan anderen dat het niet lukt. Al lezende komen we erachter dat ze zelf haar grootste tegenstander is. Al vroeg in de roman heeft ze er genoeg van. ‘Als ze zich bleef gedragen als een schrikachtig kuiken, hoe kon ze dan ooit dat eeuwige gevecht winnen en uitgroeien tot een indrukwekkende zwaan.’ Ze besluit haar vakantie te gebruiken om uit te rusten en antwoorden op al haar vragen te vinden. In Friuli maakt ze kennis met een aantal vrouwen die ook zoekend zijn naar de volgende stap in hun leven. De verhalen die zij Carmen vertellen, en die schitterende raamvertellingen zijn, zetten de tot dan onsuccesvolle schrijver op de rails. Het zijn bittere verhalen over armoede en je daaruit weten te vechten, een Me-Too verhaal waar je woedend van wordt en ieder verhaal geef Carmen een zetje om voor haar succes te gaan. Ze zal schrijven over normale menselijke emoties en gebeurtenissen, maar wel vanuit het perspectief van de gewone, hardwerkende, gekleurde Nederlander. Ook al was dat niet zo exotisch, zo helemaal niet tergend zielig. Al was het niet het soort literatuur dat iemand als zij ‘mocht’ schrijven. En dat werd het schitterende vrijgevochten boek dat we te lezen krijgen…
Bron: Straatjournaal, nr. 302, mei 2023