blog | werkgroep caraïbische letteren

Niemand kent de Zoon ten-zij de Va-der

Over Karin Amatmoekrims Tenzij de vader

 

door Marianne Bouman

Niemand kent de Zoon ten-zij de Va-der en niemand kent de Va-der ten-zij de Zoon en hij aan wie de Zoon Hem o-pen-ba-ren wil. Mattheus 11:27

In het boek Tenzij de vader is de relatie beschreven tussen de auteur en haar vader Eric Lie. Hij is 71 jaar oud en een taekwondo-grootmeester in Paramaribo. Hij is de hoogste gepromoveerde vechtsporter van Suriname en wordt door veel Surinamers beschouwd als een levende legende. Zijn persoonlijkheid is ‘larger than life’. Er doen honderden verhalen over hem de ronde, de een nog sterker dan de andere. In Tenzij de vader besluit Karin om de persoon achter al die verhalen op te zoeken. In haar zoektocht naar de persoon, Eric Lie, leert ze gelijk haar vader kennen.

Karin Amatmoekrim met haar vader Eric Lie

 

De eerste 126 pagina’s vormen een (lange) proloog over de aanleiding voor het schrijven van een memoir. In het eerste deel van het boek gaat Amatmoekrim zelf op zoek naar haar eigen identiteit. Deze queeste, zoektocht, naar de eigen identiteit vormt het thema van het eerste blok van de roman. Ze beschrijft in een aantal zinnen de gevoelens die de meeste Surinamers hebben als ze na lange tijd weer voet op Surinaamse bodem zetten. ‘Ik werd verwacht. Ik werd herkend. Ik was, daarom, een Surinamer. Ik zwaaide, en ik maakte voor het eerst ergens definitief, onomkeerbaar, deel van uit.’ (p. 48) De ontvangst die ze geniet van haar familie geeft haar het gevoel dat ze erbij hoort. Ze is thuis. ‘Mijn lichaam leek zich het land eerder te herinneren dan ik. De geur van de grond, van het bos – het was niet nieuw. Ik registreerde het als nestgeur, iets wat ik in mijn huid meedroeg maar dat in de klinische omgeving van Nederland steeds vervloog. Mijn haar kleurde op in de vochtige lucht, mijn huid glansde dieper. Het was alsof mijn lichaam uitademde. Alsof het zich al die jaren tussen mijn vertrek als kleuter en mijn terugkeer had verzet tegen de onnatuurlijkheid van de omgeving waarnaar ik het had verplaatst. Ik was, zo leek mijn lichaam me te vertellen, niet gemaakt om in West-Europa te leven.’ (p. 51-52)
Met haar thuisgevoel groeit ook haar gevoel voor Suriname. Ze maakt kennis met Eric Lie en hij neemt haar mee om zijn Suriname, het ‘echte’ Suriname te leren kennen. Na de eerste ontmoeting groeit de band tussen Karin en haar vader. De jachtreizen boeien haar niet zoveel, maar zijn verhalen spreken tot haar schrijversgeest. In het eerste deel van de roman is de band tussen Karin en Eric nog in zijn ‘honeymoon’-fase. Ze bouwt een band met zowel Eric en zijn familie, als met de familie van haar moeder. Ze is blij met de nieuwe band, maar blijft gereserveerd. Ze zegt: ‘het was geen vraag of die (teleurstelling, MB) zou komen, maar wanneer die zou komen.’ (p. 73) Naarmate ze steeds meer te weten komt over de verhouding tussen Eric en haar moeder bekoelt de relatie tussen Eric en Karin. Een familieruzie is de verwachte teleurstelling, die ervoor zorgt dat de steeds warmer wordende relatie tussen dochter en vader bekoelt. Ze spreken elkaar niet zo vaak meer en als ze in Suriname is, ontmoeten ze elkaar in hotels en niet meer thuis.
Tijdens het schrijven van het boek leert Amatmoekrim Eric Lie meer en meer kennen als een man met goede en slechte kwaliteiten. Vóór de kink in de relatie hadden Eric en Karin een amicale band, echter leefden ze langs elkaar heen. De emotionele relatie tussen de twee is niet echt goed. Op advies van haar uitgever besluit Karin om het verhaal van haar vader te schrijven. Daarvoor moet zij hem echt leren kennen, hem zien zoals hij echt is, alle facetten van zijn leven leren kennen. In het tweede deel van het verhaal gaat Karin dit gesprek aan. In een ingetogen, bedachtzame stijl zet ze een uiterst intiem portret van zowel vader als dochter neer. In haar reflectie op haar vaders leven leert ze zichzelf steeds meer kennen. Ze ontdekt dat ze veel meer overeenkomsten heeft met haar vader dan ze gedacht had. In haar gesprekken leert ze Eric Lie, de man, kennen. Ze pelt langzaam de laagjes van Erics persoonlijkheid af tot ze bij de kern komt.
De reden voor het succes van Tenzij de vader is niet om als lezer te weten te komen wie de man achter de Eric Lie-legende is. Het is veel meer de introspectieve manier waarop de schrijver haar verhaal doet. Ze is heel eerlijk over haar gevoelens en haar relatie met haar vader. Ze doet haar verhaal zonder Eric Lie in een kwaad daglicht te stellen. De beeldende taal die Karin gebruikt om de personages en situaties te beschrijven, maken het verhaal boeiend. Als lezer herken je het authentieke Suriname, de mensen, de cultuur, de gewoonten en de historie.
Tenzij de vader is meer dan een memoir. Het is een verhaal van thuiskomen, van identiteit en acceptatie.

Karin Amatmoekrim: Tenzij de vader. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2016. ISBN: 9789044628203

 

Werk van Karin Amatmoekrim

 

door Jerry Dewnarain

In 2004 debuteerde de schrijfster met Het knipperleven (Uitgeverij 521), dat lovend werd ontvangen door pers en publiek. Thema’s in dit boek zijn eenzaamheid en dood. Het weekblad Vrij Nederland vindt haar schrijfstijl: ‘direct, precies en dwingend.’ De Ware Tijd noemt het boek: ‘een veelbelovend debuut: vlot met herkenbare stem geschreven, goed opgebouwd en even compromisloos als bevredigend afgerond’.
Amatmoekrims tweede roman Wanneer wij samen zijn (2006) is gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis. Het boek bespreekt drie generaties van een Javaans-Surinaamse familie. Met dit boek toonde de schrijfster zich een volwassen talent met een meeslepende stijl. In 2006 werd Amatmoekrim gevraagd een bijdrage te leveren aan de verhalenbundel 25 onder 35, een boek dat de belangrijkste jonge auteurs uit Nederland en België samenbrengt. In het voorjaar van 2007 kwamen twee verhalenbundels uit waarin korte verhalen van Amatmoekrim zijn opgenomen: En toen viel ik van het podium (Prometheus) en Waarover we niet mogen praten (In de Knipscheer).
De derde roman, Titus (Prometheus), kwam in april 2009 uit. In het boek worden orde en chaos tegenover elkaar gesteld, met als centrale vraag of de mens zichzelf kan redden, of niet. Titus won de Black Magic Woman Literatuurprijs.
Kort na deze roman volgde, op initiatief van het instituut Forum, de bundel De radicaal (Prometheus), met daarin een kort verhaal van Amatmoekrim. In hetzelfde jaar verschenen columns in nrc.next en korte verhalen in De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. In 2010 schreef ze onder meer korte verhalen die werden gepubliceerd in Voor mij ben je hier (Meulenhoff) en Suriname en ik (Meulenhoff).
Amatmoekrims vierde roman Het gym kwam eind september 2011 uit bij Prometheus. Het boek oogstte veel lof in de literaire kritieken (vier sterren in het NRC, de Volkskrant en Vrij Nederland). Volkskrant: ‘Genadeloos schetst Karin Amatmoekrim het leven van een Surinaams meisje tussen twee culturen. Ze spaart niets en niemand, ook niet de eigen Surinaamse gewoontes. (…)
Amatmoekrims vijfde, De man van veel, is gebaseerd op het leven van volksheld en schrijver Anton de Kom, en kwam uit in oktober 2013. De man van veel kreeg drie weken na de publicatie een tweede druk. Deze roman deed veel stof opwaaien. In dagblad Trouw van 16 november 2013 staat de volgende noot over deze mooie roman: ‘De kinderen van de Surinaamse verzetsheld Anton de Kom zijn kwaad over de recent verschenen historische roman over hun vader, De man van veel.’ Echter, dit is het mooie van literatuur. De schrijver is vrij om haar fantasie in romans te gebruiken.
Amatmoekrim was jurylid van de PC Hooftprijs 2016 en zit momenteel in de jury van de Anil Ramdas Essayprijsvraag, uitgeschreven door De Groene Amsterdammer.

 

Karin Amatmoekrim. Foto © Michiel van Kempen

Gesprek met Karin Amatmoekrim

door Hilde Neus

Tenzij de vader is geen roman, maar een memoir over de relatie tussen Karin Amatmoekrim en haar vader, Eric Lie Kwie Sjoe. De literaire elementen echter geven een sterke meerwaarde aan het boek. De pink is een voorbeeld van een element dat op dusdanig literaire wijze is verwerkt dat de lezer op het verkeerde been wordt gezet. Is de pink afgehakt tijdens een ruzie? Of was het tijdens een sportwedstrijd in Frans Guyana? Meerdere perspectieven maken dat de lezer benieuwd blijft naar de ontwikkelingen in het boek en dat je je blijft afvragen of je de personages ooit echt kent.
Een van de motto’s vooraan in het boek is: ‘Ik ken hem van horen zeggen, maar wat ik van hem weet, slaat nooit op mij.’ Dit koos Amatmoekrim, omdat Jean Paul Sartre, die de uitspraak deed, zijn vader ook niet goed kende. Karin studeerde op haar onderwerp, ze las een groot aantal boeken van schrijvers over hun relatie met de vader.
Terugkijkend op het schrijfproces, constateert ze dat ze tijdens het schrijven steeds dichter bij haar vader kwam. ‘Ik groeide niet bij hem op, maar steeds als mensen hoorden wie mijn vader was, kwamen er verhalen los. Hij was een soort levende legende, en ik besefte: ‘Er is iemand die mijn vader is, en die bestaat uit verhalen, en alles wat ik van hem weet zijn die mythische vertellingen. Hij woont aan de andere kant van de wereld met een enorm leven, en ik had geen idee wie hij in werkelijkheid was.’
Over ‘Het zal gelukkig zijn als het zichzelf niet kent’, een tweede motto, geeft Karin aan dat dit komt uit een verhaal van Ovidius (Metamorfosen). ‘Narcissus is ten onder gegaan aan eigenliefde: zodra het zichzelf ziet, wordt het verliefd op zichzelf. Het is heel gemakkelijk om te plukken uit de zaken die ons onder ogen komen, dan komt de vraag of je daar echt over na wil denken.’ Heb je er verdriet van? Heeft het je gevormd of ben je kwaad op de ontbrekende vader, wil je iemand de schuld geven?
Iemand een rol geven is makkelijker met oogkleppen op. ‘Ik heb me daar niet bij neergelegd.’ Het idee voor het boek leefde al bij Karin, maar haar uitgever heeft het uiteindelijke duwtje gegeven. ‘Die heeft mijn vader ontmoet bij de presentatie van mijn vorige boek, hij kwam later terug naar Suriname om mijn vader beter te leren kennen en zei: die man heeft zoveel verhalen!’ Karin wachtte, ze durfde het nog niet aan. Misschien later. Maar toch heeft ze de knoop doorgehakt. Ze was bezig met een ander boek, maar het idee voor een boek over haar vader zat haar in de weg, en ze besloot het toch op te pakken.

Literatuur is het herscheppen van de werkelijkheid: Karin besteedt in het boek aandacht aan de grootmoeder, en maakt haar tot een personage. Van de familie hoorde ze mooie verhalen, waardoor ze even uit het narratief van het boek wilde stappen. Ze vertelt in een aantal pagina’s hoe het verhaal van haar oma dat van haar vader inluidde. Bestaande mensen worden volgens de schrijfster op dit soort momenten personages, door wier ogen ze de wereld kan laten zien.
Het is volgens Karin onmogelijk om een eendimensionaal beeld van de vader te schetsen; hij is niet makkelijk in te kaderen, hij is niet één persoon, hij is veelzijdig: sportman, kunstenaar, vader. Zijn veelzijdigheid was ook de uitdaging van het schrijven, om hem binnen de beperkingen van de taal recht te doen. Het is kleurrijk, en ook haar eigen persoonlijkheid wordt kleurrijker door het contact dat ze met hem legt.

Veel plaatsen in Suriname worden niet benoemd; Karin wilde meer het gevoel van het land weergeven en heeft ook zaken samengetrokken. Hoe komen de indrukken binnen, zoals de tocht naar de plantage waarbij de vader een stuk van het balkon afbrak dat als snijplank kon dienen. De spanning van het jagen wordt met humor beschreven.
In Nederland kwam Karin in een samenleving met Surinamers terecht, niet specifiek Javaans. Ze voelt zich in de eerste plaats Surinaams, zo heeft haar moeder haar ook opgevoed. De verhalen zijn universeel. Surinaamse jongeren moeten het belang van verhalen beseffen, we moeten onze eigen verhalen vertellen en ernaar luisteren. Dat geldt ook voor muziek en andere kunstvormen. ‘We moeten zelf uitmaken wat onze kunst is, daar gaat een bepaalde emancipatiegedachte van uit. Het boek over mijn vader heeft voor mij niet zoveel met Suriname te maken, maar meer: wie zijn we in relatie tot de ander? Het is zeker niet zo dat ik een Surinaams verhaal wilde vertellen aan lezers in Nederland. Ik wil gewoon mooie verhalen vertellen, en dan sluipt Suriname er automatisch in. Dat heeft ook met smaak te maken. Als ik als schrijver over mijn vader vertel, krijg je een Caribisch verhaal. Maar als mens stellen we onszelf allemaal dezelfde vragen, zoals bijvoorbeeld die over de vader.’ Dit boek is geen roman, maar het is wel literair. Het is ook geen biografie, daarom kon zij zichzelf er in plaatsen. Het boek Tenzij de vader is een Caribisch verhaal, en het zou zeer de moeite waard zijn als het zou worden vertaald.

Karin heeft niets van de jacht, of het sportleven van haar vader in zich. De kenmerkende overeenkomst is dat ze geen van beiden excuses maken voor wie ze zijn. Ze willen alles uit het leven halen, maar beiden op een andere manier. Ze wil zijn wie ze is, ze wil niet te laat zijn, ze wil eruit krijgen wat er in zit en dat is wat ze van zichzelf ziet in haar vader: passie voor het leven.

 

Van de redactie van de Ware Tijd Literair

Op vrijdag 3 februari 2017 werd er een presentatie gehouden in de bomvolle aula van het IGRS-gebouw van en over het boek Tenzij de vader, geschreven door Karin Amatmoekrim. Zij werd in 1976 in Paramaribo geboren uit een Javaanse moeder en een Chinees-Creools-Indiaanse vader. Op zeer jonge leeftijd emigreerde ze met haar moeder naar Nederland en groeide daar op. Ze studeerde psychologie en moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Op elfjarige leeftijd kreeg ze te horen wie haar biologische vader is. Tijdens de presentatie werd vader Eric Lie geïnterviewd door Hennah Draaibaar en liet hij zich zien van zijn charmante kant.

Aan de bachelor 3-studenten was gevraagd om aan de hand van de presentatie de criteria te bekijken op grond waarvan je een werk schaart onder Surinaamse literatuur. Wanisha Bhikie en Soesma Khedoe geven het volgende aan: Als Karin Amatmoekrim geplaatst moet worden binnen het biografisch criterium dan is zij een emigrant, ze is een Surinaams-Nederlandse schrijver die wel hier geboren is maar op zeer jonge leeftijd naar Nederland verhuisde. Volgens het tekstcriterium zal het boek het Surinaamse publiek zeker aanspreken, omdat het verhaal in het Nederlands geschreven is en het publiek het goed kan volgen en begrijpen. Het speelt zich grotendeels af in Suriname en uit het fragment dat zij voorlas kwamen bepaalde Surinaamse elementen van de ‘couleur locale’ naar voren. Ook zaten ze aan de Waterkant, waar zij samen met haar vader whisky dronk en een creoolse dame tot haar vader sprak. Volgens het lezerscriterium sluit het boek ook aan bij het examenwerk van het VOS (Voorgezet Onderwijs Senioren), en het leesdossier. De studenten kunnen zich goed identificeren met de personages. Volgens het criterium van de context is het werk zeker geschikt voor de mens en maatschappij van Suriname, omdat bekende thema’s aan de orde komen, onder andere identiteit.

 

[Dit is de Literaire Pagina van de Ware Tijd, 5 maart 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter