Neger
door Sylvain Ephimenco
Ik was er niet bij anders had ik waarschijnlijk geklapt en met een traan in de ogen enthousiast om nog meer vlammende zinnen en woorden gevraagd. Ik behoor uiteindelijk tot een witte meerderheid die, om in de geest van het Trouw-commentaar van afgelopen donderdag te spreken, te snel het protest van minderheden als ‘hysterisch’ afdoet. Als lid van die dominante groep kan ik me niet ontslaan van de opgave mezelf in het perspectief van de ander te verplaatsen. Proberen die jongens en meisjes mij en mijn dominante witte confraters soms niet een spiegel voor te houden? Wegkijken is dan inderdaad het domste dat ik en mijn groep kunnen doen.
Maar waar gaat het om?
Eergisteren verscheen op de Dam in Amsterdam een groepje van ongeveer, hoe zal ik het zeggen, twintig medeburgers met een kleurtje. Ze waren lid van het comité dat in 2006 is opgericht om de Surinaamse schrijver Anton de Kom een ‘waardig’ monument te geven. Maar nu kwamen ze voor een zelfgeorganiseerde boekenverbranding. Doel van deze papieren barbecue was het onlangs uitgebrachte werk van SP-Kamerlid Harry van Bommel getiteld ‘Surinamers in de polder’. Daarin interviewt Harry vijftien prominente Surinaamse Nederlanders over uiteenlopende zaken. Een van hen, televisiemaker Prem Radhakishun, gebruikte een verboden woord en dat maakte het comité hysterisch, pardon, licht ontdaan. Prem zei: ‘Waarom was de verkiezing van Obama, een neger, tot president van de Verenigde Staten zo iconisch?’ De boekverbranders vonden het woord ‘neger’ niet kunnen en besloten een lucifer eronder te houden terwijl de camera draaide. Nu zijn er mensen die gelijk ‘de donkerste bladzijde van de geschiedenis’ erbij gaan halen, Kristallnacht enzovoort, als een boek in de fik staat. Ik zeker niet omdat ik de woorden van het eerder aangehaalde commentaar goed heb onthouden. Je moet een emancipatorische minderheidsgroep die zich een tikkeltje radicaal gedraagt, haar extremisme van harte gunnen want: ‘Eerst is er strijdbaarheid, dan volgt later de redelijkheid’. Een boek moet je dus eerst strijdbaar verbranden, later kun je het in alle redelijkheid uitlezen. Hetzelfde geldt voor activisten die tegen Zwarte Piet ageren: eerst gaan ze het kinderfeestje verstoren en de kinderen terroriseren maar later worden ze vast en zeker redelijk en maken ze ook leuke surprises.
Volgens Ger Groot, in een overigens uitstekende column afgelopen week, zou dit ook voor Geert Wilders kunnen gelden. Je moet die man zijn strijdbaar extremisme gunnen want later kan hij redelijk gelijk krijgen. Alleen moet je premier Rutte ook niet afkraken, vind ik, als hij zegt dat de remedie tegen discriminatie ‘invechten’ moet zijn. Wat is een kinderfeest verstoren en een boek verbranden anders dan zich ‘invechten’ in de samenleving? Nu kan ik vanzelfsprekend begrijpen dat de titel boven deze column een licht ongemak veroorzaakt. Geen probleem: koop alle Trouw-kranten in en rond Amsterdam en maak er op de Dam een fijn emancipatorisch vreugdevuur van!
[van Facebook, 29 december 2015]