blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Neger’ in enkele boeken

door Jerry Dewnarain

In 1974 verscheen een opmerkelijk boek over het leven van een Afro-Amerikaan, a negro, Nate Shaw. De oorspronkelijke titel van het boek is All God’s Dangers, The Life of Nate Shaw en het boek werd in 2022 in het Nederlands vertaald en uitgegeven door ISVW Uitgevers (De Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW)) in Leusden. De titel van het vertaalde boek is: De kleur van katoen. Het leven van Nate Shaw.

De schrijver is een Amerikaanse historicus Theodore Rosengarten wiens werk zich richt op het leven van slaven en vrijgelatenen in de negentiende en twintigste eeuw. Hij schreef onder ander Tombee: Portrait of a Cotton Planter en is redacteur van A Portion of People: Three Hundred Years of Southern Jewish Life. Rosengarten heeft gediend als senior research associate in documentaire studies aan de Duke University en heeft eerder lesgegeven aan Harvard University en de University of South Carolina. Opvallend is dat wanneer Nate Shaw, het hoofdpersonage, het over mensen van zijn huidskleur heeft, hij de ene keer over “negroes” spreekt dan weer over “blacks” of “colored people” of, in denigrerende zin, “niggers”. Het onderscheid, als dat er is, is niet altijd duidelijk. Daarom wordt in deze Nederlandse vertaling de term “zwarte” (of soms “iemand met een donkere huidskleur”) gehanteerd, die in het algemeen het beste in de context past.

Negro/neger

“Negro” wordt in ieder geval niet altijd als “neger” vertaald, omdat dit in de Nederlandse context een denigrerende lading heeft als aanduiding voor zwarte mensen. “Nigger” wordt zoveel mogelijk onvertaald gelaten, omdat het Nederlandse equivalent “nikker” nog nauwelijks acceptabel is en bovendien dateert uit de tijd van Sjors en Sjimmie. De tegenwoordige term “Afro-Amerikaans”, als vertaling van “African American”, wordt in deze vertaling niet gehanteerd, omdat die pas meer recentelijk gangbaar werd.

Wat de titel van deze vertaling van All God’s Dangers betreft, besloot de vertaler, Frans Kooymans, af te wijken van een letterlijke weergave. Zie fragment hieronder. Het woord neger is gecursiveerd voor de duidelijkheid.

‘Toen ik een kleine jongen was zag ik hoe de neger het stemrecht werd ontnomen. Ik was oud genoeg om naar mensen te kijken en te horen wat ze zeiden. Verderop, in de buurtschap waar mijn pa toen woonde, gingen ze altijd in Tukabahchee County naar Chapel Ridge, wit en zwart, om te stemmen… Witte mensen reisden rond: “Zeg, op wie ga je stemmen?” Soms zei de neger dat-ie het niet wist, had nog niet beslist. Nou, zij wisten wel op wie je zou moeten stemmen. Geef de neger een flink stuk vlees, geef hem een vat bloem (blom) – als ze hem dat konden geven, geef het dan maar in ruil voor een stem op hun kandidaat. De neger ging dus stemmen. Ik heb het gezien – witten die de stem van de neger kochten; De neger liet zich benadelen. Met andere woorden, het ging erom om de neger in de greep van de witte te houden. Laat de neger stemmen en die stem gaat tegen de neger in, die doet het zichzelf aan. Negers stonken er gewoon in (zich laten beetnemen-JD) als biggen die bij hun mama zuigen: stemmen zoals de witte man het wil. Geef hem vlees, bloem, suiker, koffie, wat de neger maar wilde.’ (p.24/54)

‘Echter, er komt verandering bij Nate Shaw zijn stemgedrag: Naarmate mijn kennis groeide, bedacht ik dat dit het ergste was dat ooit gebeurde – de neger zijn stemrecht ontnemen. Ik heb de neger zien stemmen totie erbij neerviel – het deed ’m geen enkel goed. Vandaag is het anders voor zover ik kan zien. De neger gaat stemmen, en als het oneerlijk gaat, dan neemt het hoge gezag de zaak over en wordt dat rechtgezet.’ (p.56)

Nigger

In het onderstaande fragment gebruikt de verteller (Nate Shawn) steeds het woord nigger. Vanuit zijn optiek niet als scheldwoord, maar om aan te geven hoe de witte Amerikaan toentertijd de Afro-Amerikanen beschouwde. ‘Wat deden ze voor de niggers na al die buitenlandse oorlogen? De zwarte ging erheen om te vechten, de witte ging erheen om te vechten, maar ja, de witte man behoudt zijn voorrechten wanneer die terugkeert, hij is hetzelfde; nigger keert terug, hij wordt niet voor meer aangezien dan een hond. Met andere woorden, niets is veranderd voor hem, alles is zoals het altijd was. Wat deden ze voor de niggers na deze eerste wereldoorlog? Kwamen ze tegemoet op de stations waar ze de trein uitkwamen, terug naar de Verenigde Staten, en sneden dan de knopen en insignes van hun kleren, lieten ze zich uitkleden, uniformen uittrekken, en als ze geen ander pak kleren hadden – kwam vaak voor, als het zwarte mannen waren, waren ze arm en hadden wellicht geen enkele kleren behalve die uniformen – lieten ze in hun ondergoed lopen. Ik weet dat dat gebeurde, ik hoorde dat te vaak van degenen die terugkwamen naar dit land. Je bleef een verdomde nigger, gaven je geen enkel krediet voor wat je gedaan had. Ik heb witte mensen horen zeggen, “Dit is land van de witten, land van de witte mens.” Dat zingen ze niet tegen de zwarte mens wanneer het op oorlog aankomt. Dan is het ineens óns land, ga vechten voor het vaderland.’ (p.165)

‘To be a Negro in this country and to be relatively conscious is to be in a rage almost all the time.’ – James Baldwin

James Baldwin voor het standbeeld van Shakespeare, geportretteerd door Allen Warren (Publiek domein)

In James Baldwins Niet door water maar door vuur (De Geus, 2022) oorspronkelijke titel The Fire Next Time (1962) plaatst de uitgeverij een kanttekening. De Geus heeft ervoor gekozen het woord ‘white’ te vertalen als ‘wit’ in plaats van als ‘blank’. Het woord ‘negro’ is waar mogelijk vertaald als ‘zwart’. Het woord ‘nigger’ is onvertaald gelaten. Middels deze keuzes heeft De Geus geprobeerd recht te doen aan de auteur in de taal van het Nederlands van nu, met inclusiviteit als uitgangspunt. Vertaler en uitgeverij verschillen hierover van mening. ‘In dit land wordt ‘negers’ – en strikt genomen of wettelijk gezien bestaan er in geen enkel ander land ‘negers’ – vanaf het moment dat ze in deze wereld hun ogen opslaan geleerd zichzelf te verachten. De wereld is wit en zij zijn zwart. Witte mensen hebben het voor het zeggen, wat betekent dat zij meer waard zijn dan zwarte mensen (en in wezen dat God het zo verordonneerd heeft), en de wereld kent talloze middelen om ons dat verschil te laten kennen, voelen en vrezen. Lang voordat een zwart kind dit verschil opmerkt, ja zelfs lang voordat het begrijpt hoe het werkt, reageert het er al op en wordt het er al door beheerst. Elke poging van de ouders om het kind voor te bereiden op een lot waartegen ze het niet kunnen beschermen heeft tot gevolg dat het heimelijk, vervuld van angst, maar zonder dat het zich daarvan bewust is, wacht op zijn mysterieuze, onverbiddelijke straf.’ (p.64)

Met het bovenstaande geeft James Baldwin de tijdgeest en het denken aan van generaties Afro-Amerikanen zoals ze zijn opgevoed. De auteur houdt ons een spiegel voor hoe diep geworteld dit denken zat in de Amerikaanse maatschappij rond de jaren vijftig of zelfs vóór de Tweede Wereldoorlog. En dit denken eist nog steeds zijn tol in de huidige Amerikaanse maatschappij.

‘Zij, die zwarte mensen, willen alleen maar dat ze in de korte tijd dat ze hier op aarde rondlopen niet voortdurend de kop van Jut (zondebok/slachtoffer-JD) hoeven te zijn. De witten in dit land hebben hun handen meer dan vol aan het leren zichzelf en elkaar te accepteren en van elkaar en zichzelf te houden, en wanneer hun dat is gelukt – wat zeker niet morgen al het geval zal zijn, en misschien wel nooit – zal het ‘negerprobleem’ niet langer bestaan, omdat de behoefte daaraan zal zijn verdwenen.’ (p.59)

Meerwaarde van het witte ras

James Baldwin somt in zijn hele boek Niet door water maar door vuur voorbeelden waaruit de minderwaardige positie van de zwarte Amerikaan ten opzichte van de witte Amerikaan tot uiting komt: white supremacy.

‘Generaties lang hebben zwarte bedienden allerlei spulletjes uit de huizen van de witten meegesmokkeld, en de witten waren daar verrukt over, omdat het een vaag schuldgevoel verzachtte en getuigde van de intrinsieke meerwaarde van het witte ras. Zwarten die noch sullig noch slaafs waren, hadden niet het gevoel dat ze iets verkeerds deden als ze witte mensen bestalen.
Hoe het ook zij, de witten, die de zwarten van hun vrijheid hadden beroofd en daar nog dagelijks hun voordeel mee deden, konden zich op geen enkel moreel recht beroepen. Zij beschikten over de rechters, de jury’s, de vuurwapens en de wet; met andere woorden: zij hadden de macht in handen.’ (p.60/61)

Uiteraard zijn er tal van boeken uit de Amerikaanse literatuur die wellicht beter de verschillen tussen zwart en wit uitleggen. Baldwin is echter een van de beste zwarte Amerikaanse schrijvers die het racismevraagstuk in de Verenigde Staten van Amerika aan de kaak stelde. Zora Neale Hurston (Their Eyes Were Watching God), Toni Morrison (met o.a. Het blauwste oog), Maya Angelou (Brief aan mijn dochter) en Alice Walker (De kleur paars), allemaal intussen klassiekers van de Amerikaanse literatuur. Toni Morrison zei eens: “Books are a form of political action. Books are knowledge. Books are a reflection. Books change your mind.”

Toelichting fragmenten

De manier waarop Baldwin het woord ‘negro’ gebruikt, wekt misschien ergernis op bij de lezer. Vooral als je bedenkt dat er een zwaar taboe rust op dit woord. Maar hem verdenken van racistisch woordgebruik is, volgens mij, te gek voor woorden. Hij was niet de enige zwarte die  in die tijd het woord ‘negro’ gebruikte zonder dat hij iets aanstootgevends mee beoogde.

In de beroemde toespraak van Martin Luther King (1963) komt het woord ‘negro’ óók voor. In die tijd was het woord ‘negro’ om Afro-Amerikanen mee te typeren geen aanstootgevende term. Er kwam echter een verandering toen Stokely Carmichael in 1966 de term ‘Black power’ introduceerde. Hij vond dat de term ‘negro’ de Afro-Amerikanen als minderwaardig aanduidde. Zijn term werd een succes. Men nam die massaal over. En waar in de jaren zestig de meeste Afro-Amerikanen het woord ‘negro’ normaal vonden (omdat dat het gangbare, neutrale, fatsoenlijke woord was), wilde de meerderheid van hem in 1974 ‘zwart’ genoemd worden. Ook Baldwin zelf wilde zo genoemd worden, stelt Harm Damsma, de vertaler van The Fire Next Time. ‘In zijn roman If Beale Street Could Talk uit 1974 komt geen enkele keer het woord ‘negro’ voor (terwijl het boek meer dan twee keer zo dik is als The Fire Next Time). Zo krachtig en invloedrijk waren de protesten van de Black Power-beweging binnen de Amerikaanse samenleving geweest.

Waarom wél het woord neger

De vertaler van The Fire Next Time (Niet door water maar door vuur) verklaart waarom hij het woord ‘negro’ vertaalt met (‘neger’) en het niet-controversiële woord ‘white’ met ‘blanke’. Baldwin gebruikt het woord ‘negro’ zo veelvuldig dat het als stilistisch kenmerk moeilijk over het hoofd kan worden gezien. Vanuit historisch optiek is het ook een relevant gegeven, ‘omdat het de ophanden zijnde omslag in taalgebruik markeert en, in combinatie met het eveneens door De Geus heruitgegeven If Beale Street Could Talk, treffend illustreert.’

Harm Damsma had het woord ‘negro’ vertaald met ‘neger’, omdat dat woord toentertijd het gebruikelijke, waardevrije woord was dat door fatsoenlijke mensen in Nederland – witte én zwarte – werd gebezigd. Maar op last van de uitgever zijn de woorden ‘neger’ en ‘blanke’ echter uit zijn tekst verwijderd en vervangen door de thans ‘vigerende politiek correcte termen ‘wit’ en ‘zwart’. Damsma stelt dat de uitgever vreest dat met name jonge lezers van nu aanstoot zullen nemen aan de termen ‘neger’ en ‘blanke’, omdat zij geen besef hebben van het tijdsargument. ‘Mijn voorstel om toch mijn oorspronkelijke vertaling (dus inclusief de twee gevoelig liggende woorden) te publiceren, maar vergezeld van een uitgebreide toelichting mijnerzijds, is echter van de hand gewezen. Hoe het ook zij, in zijn filippica heeft Baldwin het over de Amerikaanse maatschappij uit het begin van de jaren zestig en richt hij zich tot zijn witte en zwarte tijdgenoten.’

Neger/creool in Strafhok

Het woord neger is een waardevrij woord. Althans, nog begin van de jaren zeventig, de periode vóór de onafhankelijkheid van Suriname. Dat zal ik illustreren met een van de boeken van Bea Vianen Strafhok. Het tweede boek van Vianen verscheen in 1971. Het woord neger valt in het boek maar liefst veertig keer (herdruk 2022, Uitgeverij Cossee). Hoofdpersonage Nohar droomt over ratten die zich tegoed hebben gedaan ‘aan het vlees van alle rassen die er ooit hier hebben gewoond. Negers. Javanen.  Chinezen. Hindoestanen. Een enkele Portugees. Of een Indiaan.’ Het is duidelijk dat in die periode van de vorige eeuw de woorden neger en Indiaan gangbaar waren om de etniciteit aan te duiden. ‘Er zijn wel negers die christen zijn. Hindoestaan, Chinees, neger, Javaan of Indiaan ben je in de eerste plaats om in het vakje gestopt te worden.’ (75/76). ‘Hij voelt de fysieke onmacht van de Hindoestaan zonder houwer tegenover de spierkracht van de neger.’ (p.95), ‘Nohar kan niet zien of het een neger is of een Javaan.’ (p.86).  ‘Buiten staan de negers met gespreide armen op onze vrouwen te wachten.’ (p.30) of ‘Op haar aanwijzing springen twee mannen, een Javaan en een neger, gewapend met blinkende houwers, over het hoge gras van de goot en schieten, aangevuurd door de hysterische toeschouwers, in het dichte struikgewas van wilde planten, awarra- en maripabomen.’ (p.41).

Creool

In hetzelfde boek gebruikt Vianen ook het woord ‘creool’: zeven keer. Dat doet zij wanneer het gebruik van het woord neger in een zin voor ‘lastige’ constructies kan zorgen. Bijvoorbeeld:

‘Roebia is een wees, geboren uit een Javaanse moeder en een creoolse vader.’ (p.8.), ‘Ze (Jamillah-JD) doet wat sommige creoolse meisjes doen tijdens het dansen op intieme muziek: toegeven en petten en op het eind heel onschuldig kijken als ze door hun partner naar hun plaats worden geleid.’ (p.46), ‘Op Sarong wordt er onder de arme creoolse kinderen heel anders kerstfeest gevierd dan onder de creoolse kinderen van de stad. (p.75). Tenzij ze er wel tegen kan en in staat is haar liefde te schenken aan een lid van het vijandige strafhokgebied: een creool. (p.164).

Neger in Cultureel mozaïek van Suriname

Het neger-vraagstuk leidt mij naar Albert Helmans Cultureel mozaïek van Suriname. Ik was benieuwd naar Helmans visie hierop. Op pagina 16 zegt Helman het volgende: ‘Maar de Hindoestanen emancipeerden zich van lieverlede ook tot de landskinderen, net als de negers, alleen een tijdfase later. En zij vermeerderden zich sterker dan deze laatsten (de negers-JD), hoewel menigeen onder negroïde bevolking (met een ietwat verkeerde term als de groep der Creolen aangeduid) ook Europees of althans niet-negroïde bloed door d’aderen heeft vloeien, hetgeen hun getalsterkte toch had kunnen bevorderen.’ Volgens Helman worden in Suriname en elders de ‘Creolen’ ook wel ‘kleurlingen’ genoemd. Zijn zij niet ‘vermengd dan noemen zij zich ook ‘Negers’, precies zoals dit in Afrika gebeurt.’ Toch kiest Helman ‘gemakshalve’ voor het woord ‘Creolen’ en daaronder rekent hij de afstammelingen van de ‘voormalige slaven, oude, inheemse enigermate westers geaccultureerde families, met verder afzien van hun somatisch sterk gedifferentieerde kenmerken.’

Leeslijst

Wie van de Surinaamse plantersletterkunde uit de achttiende eeuw houdt (let wel: literaire teksten), kent vast wel het gedicht van Paul François Roos (1751-1805) ‘Mijn negerjongen Cicero’. In dit gedicht laat hij een slaafgemaakte Cicero aan het woord, bijvoorbeeld over zijn reis als slaafgemaakte van Afrika naar de Nieuwe Wereld. Als slavenmeester kwam hij op voor een goede behandeling van zijn slaven, maar hij was geen voorstander van afschaffing van de slavernij. Roos schreef ook ter ere aan de bekende kruidendokter Quassi van Timotibo een prachtig gedicht. Nu wij het over poëzie hebben, herinner ik u ook het gedicht van Michael Slory Wi negre/Mijn negers.

Hoeveel van mijn generatiegenoten hadden het boek Mijn zuster de negerin (Cola Debrot, 1ste druk 1934/35) niet op hun leeslijst staan en hebben dit boek met plezier, humor of ontsteltenis gelezen? Na tachtig jaar kwam Mijn broer de neger (Maria Aker, 2014). In 1978 dichtte Frank Martinus Arion in zijn bundel Stemmen uit Afrika: ‘een neger oud/vertoonde kluchten/aan een tandeloze negerin’.  Moet al deze mooie literatuur straks verboden worden, omdat het woord neger thans een beladen woord is? Welnee! Absoluut niet!

Interpretatie

Bij het beoordelen en interpreteren van het woord ‘neger’ in de (Surinaamse) literatuur moeten we de literaire normen en waarden van een bepaalde tijd, de vormgevingsprincipes, evenals de ethiek van die tijd, in beschouwing nemen, willen we de teksten niet mis interpreteren, dat wil zeggen eenzijdig beoordelen vanuit onze actuele ethische en esthetische normen en waarden. Literatuur is geen wondermiddel voor onze sociale kwalen. Het is de moeite waard eraan te denken dat onze leeskeuzes, hoe uitgebreid ze ook mogen zijn, geen vervanging zijn voor antiracismewerk.

Theodore Rosengarten. De kleur van katoen. Het leven van Nate Shaw. Vertaald door Frans Kooymans. ISVW Uitgevers, 1e druk. Leusden 2022. Oorspronkelijke titel: All God’s Dangers, The Life of Nate Shaw Originele uitgave: Alfred A. Knopf, New York, 1974.

James Baldwin. Niet door water, maar door vuur. Uit het Engels vertaald door Harm Damsma. Amsterdam: De Geus BV, 2018. ISBN 978 90 445 4756 6.

Bea Vianen. Strafhok. Met nawoorden van Jerry Dewnarain en Dominique van Varsseveld. Amsterdam: Uitgeverij Cossee. 2022. ISBN 978-94-6452-024-8.

Albert Helman en Medewerkers. Cultureel mozaïek van Suriname. Bijdrage tot onderling begrip. Zutphen: De Walburg Pers. 1978. ISBN 906011.073.0.

Album van de Caribische poëzie. Samenstelling Michiel van Kempen en Bert Paasman in samenwerking met Noraly Beyer. Redactie Irene Kunst en Sandra Cardo. © Michiel van Kempen, Bert Paasman en Rubinstein Publishing bv, Amsterdam, Eerste druk, 2022. ISBN 9789047629382/ NUR 306, 620.


Paul François Roos

Grafschrift voor Gran Mama Quassi

Hier rust een grijsaard, die in d’omkreits van zijn leven
Aan ’t land van goed en kwaad
veel blijken heeft gegeven,
Die en den neger en den woesten Indiaan,
Om zijne toverkonst steeds deed verwonderd staan!
Indien dit volk die konst naar waarde wist te roemen,
Het zou hem thans Apol
in plaats van Quassie noemen.

 
Michael Slory

O, negers!
Als wij terugblikken
om te zien wat er gebeurd is
krimpen wij
ineen: ‘Vergeet’.
Maar toen ik mij omkeerde,
zag ik de zee
voortstrompelen naar de parwawortels,
in het witte schuim,
een langgerekte traan,
ik zuchtte in mijzelf:
O, negers!
Hoe moeten wij kijken
in de spiegel
van de geschiedenis, die zwart, zwart is?

[dWTL, 6 januari 2023]

Van de redactie van dWTL

Naar aanleiding van het artikel ‘verbod op het woord neger’ van Hilde Neus (zie de Ware Tijd 7 december 2022, ook op deze site, klik hier) heeft Jerry Dewnarain gereageerd met onder meer een lijn naar het werk van James Baldwin. In dit stuk is ook te zien hoe de “ ” het lezen belasten en verder geen betekenis aan het woord toevoegen, behalve  dat je ze dan niet uit zou mogen spreken. Gezien de urgentie van dit thema komen we hier nog op terug. Want het kan grote consequenties hebben voor onze literatuur. 


Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter