blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Nederland werd Pouriers noodlot

door B. Jos de Roo

Heiligers’ biografie over de Antilliaanse politicus Miguel Pourier (1938-2013) leest als een klassiek drama. In het begin lijkt de held onverslaanbaar. Hij klimt op uit een vrijwel onmogelijke positie naar een ongekend succes als politicus. Hij taboereert op de eigen kracht van een volk en op een hoge moraal van zijn leiders. Maar dan blijkt zijn vertrouwen in de eigen mensen niet altijd terecht en de grote vriend Nederland ontpopt zich als de verrader die zijn ondergang veroorzaakt. Bernadette Heiligers geeft dit aan het slot subtiel aan als ze verslag doet van de begrafenisceremonie. Daar werd ‘I dreamed a dream’ uit de musical Les misérables gezongen. De gelijknamige roman van Victor Hugo ging over een verloren droom ten gevolge van verraad, licht Heiligers even toe en ze vervolgt: “Pourier hield van het lied. In de laatste periode van zijn leven schoot zijn gemoed vol bij de woorden: “But there are dreams that cannot be/ And there are storms we cannot weather.”

Pourier-270x396
De bijzondere gaven van de jonge Miguel blijken uit het prachtige portret dat Heiligers geeft over zijn jeugd op Bonaire. In het dorpje Rincon, waar hij werd geboren, was armoe troef. Ook de kinderen moesten mee aanpakken op het land, waar ze vaak overnachtten en al om vijf uur op moesten staan om naar school te gaan. Zijn moeder zag het belang van goed onderwijs in en stuurde hem in 1951 na de lagere school naar Curaçao. Vandaar ging hij naar Rotterdam om te studeren aan de Rijksbelasting Academie. Terug op Curaçao kreeg hij al op 28-jarige leeftijd de leiding over de douanedienst, waarna hij verder steeg bij financiën. In zijn ambtelijke functies deed hij twee negatieve ervaringen op. Nederlandse uitgezonden technische bijstanders bleken lang niet altijd onkreukbaar, wat Pourier verbaasde, en hij maakte mee dat politici ambtenaren onder druk zetten om voor bepaalde mensen soepel of juist extra streng te zijn. Dit laatste probeerde hij tegen te gaan door ambtenaren intern te laten rouleren.
In 1973 vroeg Rudy Ellis hem namens Bonaire in het kabinet-Evertsz te gaan zitten als minister van welzijnszorg. Ondanks het feit dat hij als topambtenaar het politieke handwerk van dichtbij had meegemaakt, stelde hij als voorwaarde dat hij zich in het kabinet onafhankelijk kon opstellen. Heiligers hierover: “In de praktijk bleek dat lang niet altijd te werken. Als hij ergens tegenin ging omdat de zaak te zeer politiek gemotiveerd was, reageerde Juancho Evertsz: ‘Miguel, en casa de putas no hay vírgenes,’ in een hoerentent zijn er geen maagden.” Het zal niet de laatste keer zijn dat de idealistische Pourier het af moet leggen tegen de minder fraaie werkelijkheid van de hoerentent, die het politieke bedrijf volgens Evertsz dus was en is. Men kan zich daar dan ietwat cynisch bij neerleggen, maar men kan ook proberen hogere morele normen en waarden in te voeren. Hoe verder men leest in Pouriers biografie hoe duidelijker het wordt dat Pouriers strijd op Curaçao er eentje was tegen de aftakeling van de eigen waardigheid.
Pourier wekt het slaperige departement van welzijnszorg tot leven zodat er op alle eilanden projecten worden uitgevoerd. Hij neemt met tegenzin plaats in het volgende kabinet-Rozendal en wordt vervolgens gedurende vijf maanden premier van een interim-kabinet, waarna hij de politiek voor gezien hield en gaat werken bij de ABN. Heiligers maakt duidelijk dat hij daar met schrik ontdekte hoe slecht de administratie van het Antilliaanse bedrijfsleven werd gevoerd en hoe makkelijk het was om belastingen te ontduiken. Als ABN in 1992 fuseert met Amro stopt Pourier als directeur en begint hij voor zichzelf.

 

Kabinet Pourier na beëdiging door gouverneur Jaime Saleh

Kabinet Pourier na beëdiging door gouverneur Jaime Saleh

In 1993 schreef het eilandgebied Curaçao een referendum uit over de staatkundige toekomst van het eiland. Het eilandsbestuur maakte reclame over een autonoom Curaçao. Pourier was daar tegen, maar stond hierin vrijwel alleen. Samen met Lucille George-Wout richtte hij een stichting op die ijverde voor het behoud van de Antillen in een gewijzigde vorm. Hij wees op de vele familieverbanden die er lagen tussen de inwoners van de eilanden, op het voordeel van het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal tussen de eilanden en op het feit dat de territoriale wateren en de economische zone op zee sterk zouden inkrimpen, wat nadelig zou zijn als er gas of olie zou worden gevonden. De uitslag van het referendum, was verpletterend: 75% was vóór een geherstructureerde Antillen. De stichting werd omgezet in een politieke partij die het jaar daarop deelnam aan de verkiezingen. Deze PAR won 8 van de 14 Curaçaose zetels in het 22-koppig parlement van de Nederlandse Antillen. In Nederland werd de uitslag gezien als een teken van hoop. “De verhoudingen tussen de vorige Antilliaanse regering en Nederland waren belabberd,” zegt VVD-woordvoerder Wiebinga. “Het kan nu alleen maar beter gaan.” Maar Heiligers kondigt rampspoed aan door droogjes op te merken: “Niets is minder waar gebleken. Nooit eerder kwam de Antillen zo onder vuur te liggen in Nederland als tijdens de regering Pourier.”
De oorzaak hiervan was dat het politieke klimaat in Nederland sterk anti-Antilliaans was. Het geduld was op. Met kamerbreed aangenomen moties dwong het parlement de regering een harde lijn aan te houden. Breed was de opvatting dat de Antillen niet wilden deugen. De schulden hadden zich opgestapeld. Daar kreeg ook de PAR mee te maken, toen bleek dat de schuld van Curaçao 600 miljoen hoger was dan altijd was gezegd. Pourier wilde hard ingrijpen. Hij trad in overleg met het IMF over een structureel aanpassingsprogramma. Hij vroeg voor de uitvoering van alle maatregelen een standby-krediet van 100 miljoen. Maar ondanks de harde maatregelen die Pourier nam (verhoging van de pensioenleeftijd, bevriezing van salarissen, invoering van een soort btw, verhoging invoerrechten op benzine) wilden Voorhoeve en Zalm niet meewerken aan een kredietlijn. Zij vonden dat dit de aansporing zou wegnemen om zelf orde op zaken te stellen. Het gevolg was dat er grote sociale onrust ontstond op Curaçao.
In het verdere traject valt op dat Nederland steeds met nieuwe eisen komt. Er moet bijvoorbeeld een inburgeringscursus komen voor Antilliaanse jongeren die naar Nederland gaan, Koraal Specht moet opgeknapt worden en er moet 100% controle komen op Hato. Ondertussen belooft Nederland wel een pas de deux aan te gaan met de Antillen: het zal steun geven aan flankerend beleid bij het invoeren van de harde maatregelen die het IMF eist. Ook hier komt Nederland de verwachtingen niet na: het wil pas steun geven als de maatregelen effectief blijken te zijn in de praktijk. Dat betekent dat de negatieve gevolgen voor de economie dan al voelbaar zijn, zodat er nieuwe bezuinigingsmaatregelen moeten worden genomen. Een negatieve spiraal.
Steeds luider klinkt op Curaçao de kritiek op Pourier die Nederland had vertrouwd ondanks de waarschuwingen dat niet te doen. Hoe vreemd Nederland soms handelde merkte ik in Den Haag, toen staatssecretaris De Vries in een persconferentie aankondigde dat de bestanden van de burgerlijke stand in Nederland en op de Antillen zouden worden gekoppeld om te voorkomen dat vooral jongeren zich dubbel konden inschrijven. De collega van de Wereldomroep die verslag deed van de persconferentie vertelde me dat Nederland toelatingsregelingen zou invoeren als deze maatregel niet zou helpen. Als eerste stap hiervoor had men de mogelijkheden hiervoor al onderzocht in een bijlage bij het persbericht. Nee, die bijlage had hij niet gelezen, maar hij gaf hem me wel. Bij elke genoemde mogelijkheid stond dat hij juridisch niet kon, omdat het Nederlandse paspoort een paspoort voor Europa was. Het was bluf van De Vries om de VVD-achterban gerust te stellen dat er maatregelen zouden komen, terwijl hijzelf wist dat die er niet kónden komen.

gijs de vries

De verraderlijke Gijs de Vries

Heiligers vertelt de slechte ervaringen van Pourier met Nederland en het IMF tot in detail. Het is een ongelooflijke opsomming van Nederlandse arrogantie en onbetrouwbaarheid die des te schrijnender is omdat een van de weinige politici die echt wilden dat de Antillen de eigen broek zou ophouden, door Nederland steeds verder van zijn doel af kwam. Als er na veel halen en trekken bijna een akkoord is, laat het IMF weten pas na de verkiezingen van 2002 met de nieuwe regering verder te willen praten. Het is de doodsteek voor Pourier, die woedend is op wie hij in kleine kring aanduidt als “de amateurs van het IMF”. Het is de verdienste van Heiligers dat ze aannemelijk weet te maken dat de houding van het IMF rechtstreeks door Nederlandse hoge ambtenaren is ingefluisterd. Ze heeft ook Nederlandse politici gevraagd hoe zij achteraf op deze periode terugkijken. Pechtold vindt dat men een goede kans heeft laten lopen; de anderen (onder andere Kok) komen met plattitudes als: men kan nu eenmaal niet meer uitgeven dan men binnenkrijgt. Het bevestigt mijn vermoeden dat het hele handelen van Nederlandse kant niet werd ingegeven door kennis van zaken, maar door mee te drijven op de waan van de dag.
Bij de volgende verkiezingen is de rol van Pourier uitgespeeld. Wel wint de PAR in 2004 en zit ze tot 2010 in de regering, maar mede door zijn gezondheid wordt zijn rol binnen de partij kleiner en kleiner. Wie na het lezen van zijn biografie de balans van zijn politieke leven opmaakt, kan dat veilig doen door de gegevens die Heiligers heeft verzameld. Van de voorgenomen herstructurering van de Antillen is niets terecht gekomen. Pourier moest al zijn tijd besteden aan het op orde brengen van de financiën. Bovendien wilden de Bovenwindse eilanden niet meer. Zij hadden bij twee orkanen gemerkt dat ze bij zulke rampen sneller en beter werden geholpen door Nederland, dan vanuit Willemstad. Ik denk overigens dat Pourier met zijn pleidooi voor een herstructurering van de Antillen inconsequent was. Toen Aruba uit het Antilliaanse staatsverband stapte, vond hij al dat daarmee het einde van de Antillen was ingeluid. Waarom hij dan toch zijn stem verhief bij het referendum over de staatkundige structuur en pleitte voor het behoud van de Antillen? Ik denk dat het in zijn aard lag zelfrespect te hebben en dus zelf orde op zaken te stellen en de uit de hand gelopen financiën te regelen. Ook wilde hij de onverschilligheid doorbreken die rond de toekomst van Curaçao heerste, inspiratie en integriteit in de politiek brengen. Destijds voelden de kiezers: dit is een man die integer is en die zijn volk wil dienen. Dat gaf inspiratie zodat men massaal op hem stemde.

 

Bij de begrafenis van Pourier was zijn kist bedekt met de Antilliaanse vlag

Bij de begrafenis van Pourier was zijn kist bedekt met de Antilliaanse vlag

Hij was voorbestemd te mislukken, zoals een held uit een Griekse tragedie dat is: de goden in Den Haag bepaalden dat. En de kleine afgoden op het eiland die het politieke rumoer weer gingen overheersen. Heiligers meldt dat Pourier terugkijkend op zijn politieke loopbaan tevreden vaststelt dat niemand na hem kan zeggen dat een sluitende begroting er niet toe doet. Toch zullen zijn tijdgenoten en de lezers van de biografie niet dat zijn voornaamste bijdrage vinden. Het zullen zijn onwankelbare integriteit zijn en zijn voortdurende pleidooi voor deugdelijkheid van bestuur. Als bij een echte tragedie zal de lezer van Miguel Pourier deze zaken als een katharsis omarmen. Bernadette Heilgers heeft een prachtige biografie geschreven, intelligent van taalgebruik op opbouw, doorwrocht in de achtergronden. Rijk aan onbekende details: zoals het voorstel van Leito en Martina om Pourier gouverneur te maken. Een politicus van het formaat van Pourier verdiende een biograaf van het formaat van Heiligers.
Bernadette Heiligers, Miguel Pourier; Leven om te dienen. Volendam, LM Publishers. 223 blz.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter