blog | werkgroep caraïbische letteren

Nederland is het aan zijn VOC- en WIC-verleden verplicht NiNsee een doorstart te geven

 
Jan Bank
Onder de intrigerende titel “Executiefoto’s zijn momentopnames” stond gister een artikel van emeritus-hoogleraar vaderlandse geschiedenis aan de Universiteit van Leiden Jan Bank in de Volkskrant, dat onmiddellijk grote nieuwsgierigheid bij mij opwekte en tot herinneringen aanleiding was, herinneringen aan de zo geheten “politionele acties” in het voormalig Nederlandsch-Indië. Mijn vroegste herinnering is de verontwaardiging van mijn broer die in 1947 werd afgekeurd voor militaire dienst vanwege een lui oog, dat zijn vaderlandsliefde én een grootse rol in de verdediging van ons vaderland in de kiem smoorde. Hij ging zelfs zover om herkeuring aan te vragen, maar tevergeefs, een lui oog is een lui oog en regels zijn regels.
Toen ik in 1954 in militaire dienst ging, was de Koreaanse oorlog nog maar net met een tot op de dag van vandaag voortdurende wapenstilstand – die overigens zomaar weer in een oorlog zou kunnen verkeren – een voorlopig halt toegeroepen. De politionele acties en de Koreaanse oorlog waren mijn rugdekking toen ik later door mijn zoons werd aangevallen waarom ik niet dienst had geweigerd en waarom ik dan ook nog eens een opleiding had doorlopen. Nu zou ik – indien afgekeurd – waarschijnlijk geen herkeuring hebben geëist zoals mijn broer, maar vaderlandsliefde was ook mij niet vreemd. Inzicht in wat zich rond de politionele acties allemaal had afgespeeld had ik überhaupt niet, maar dat onze zojuist herwonnen vrijheid werd bedreigd door de Koreaanse oorlog was een waar schrikbeeld.
Mijn liefde voor de grote literatuurschat die de Indische Archipel heeft voortgebracht, onherroepelijk ontstaan bij lezing van Multatuli’s Minnebrievenen de Havelaar, bracht natuurlijk wel de nodige nuancering aan in mijn standpunt ten opzichte van de Oost en alles wat zich daar heeft afgespeeld onder eeuwenlang Nederlands (schrik)bewind, maar het zou nog even duren voordat alle gruwelen van de politionele acties volledig tot mij waren doorgedrongen, sindsdien reden genoeg om mij steeds opnieuw te ergeren aan die mitigerende term “politionele acties”. Verbazingwekkend is overigens dat in de Oost-Indische literatuur nauwelijks iets te merken is van de veenbrand van het verzet tegen de koloniale overheersing, die toch al decennia voor de politionele acties woedde. Bij mijn weten is alleen in Du Perron’s Land van herkomst daarvan expliciet sprake.
Je moet er geweest zijn
 
Uit de tijd van de “apartheid” in Zuid-Afrika, toen dat land van alle kanten geboycot werd vanwege de gewelddadige instandhouding van rassen- discriminatie, stamt de slogan “Je moet er geweest zijn”, sindsdien helaas te kust en te keur misbruikt in reclameslogans. De oorspronkelijke slogan was bedoeld om aan te geven dat alleen als je in het land was geweest en de daar heersende schrijnende rassentegenstellingen aan den lijve had ondervonden, je je een oordeel kon vormen over wat zich in Zuid-Afrika onder het apartheidsregiem afspeelde. Eender geldt dit voor Nederlandsch Indië, maar die kans is verkeken, want met een nostalgische reis van een aantal weken kun je onmogelijk achterhalen wat zich in de hoofden en harten van de mensen afspeelt, daarvoor is een veel langer verblijf nodig.
Brandmerkijzers
Door een speling van het lot ben ik in Suriname terechtgekomen, het vroegere stiefbroertje van Nederlandsch Indië. In de tien jaar die ik hier nu woon is mij eerst goed duidelijk geworden hoe waar het is dat je ergens moet zijn om er over te kunnen oordelen. Want wat de koloniale overheersing het land, maar meer nog de mensen heeft aangedaan, wordt je slechts heel geleidelijk duidelijk. Het is die veenbrand die eeuwen heeft gewoed en die nog altijd niet is bedwongen, soms zie je hem even niet, maar dan duikt hij plots weer op. Hetzelfde geldt ongetwijfeld ook voor voormalig Nederlandsch Indië en voor alle voormalige koloniën, waar ook ter wereld. Het is de onderdrukking, de vernedering, die de van zijn vrijheden beroofde mens nooit helemaal van zich heeft kunnen afzetten en die plots weer bovenkomt omdat de gedachte eraan onverdraagbaar blijft. Ook al heeft hij het zelf niet aan den lijve ondervonden, het brandmerk is er nog altijd.
Executiefoto’s zijn momentopnames
Bij het zien van de titel “Executies zijn momentopnames” moest ik lachen en huilen tegelijkertijd. Lachen omdat de foto’s van die executie uiteraard momentopnames zijn, daarvoor zijn het foto’s. Maar het woord “momentopnames” werkt storend in de contekst, omdat de  idee wordt opgeroepen als zou er verder niets aan de hand zijn geweest, slechts een incident, vandaar dat huilen. Lezing van het artikel van Bank maakt echter snel duidelijk dat er wel degelijk iets aan de hand is geweest daar in Nederlandsch Indië en dat hij oordeelt dat er al lang behoefte is aan tekst en uitleg. In 1969 werd een enquête om onderzoek te doen naar de geweldsexcessen afgewezen. Een vergelijkbare studie als die van De Jong over Nederland in oorlogstijd is er nooit gekomen, het is gebleven bij de Excessennota van historicus/jurist Cees Fasseur en een publicatie van historische bronnen, twintig boekdelen barstensvol gegevens van onschatbare waarde, twee goudmijnen voor geschiedschrijving waarmee nooit iets is gedaan.
NiNsee met nieuwe naam en ruimere doelstelling & middelen
Dit bracht mij onmiddellijk bij het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), dat per het einde van dit jaar gedwongen moet sluiten vanwege beëindiging van de subsidie. De missie van NiNsee is “het zich ontwikkelen en positioneren als nationaal symbool van het gedeelde slavernijverleden en de gezamenlijke toekomst van alle Nederlanders, door structureel en vanuit verschillende invalshoeken het Nederlandse slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse samenleving, nationaal en internationaal voor het voetlicht te brengen.” 
Mijns inziens is het NiNsee te eenzijdig gefocust op het slavernijverleden, waarschijnlijk omdat het Surinaams Landelijk Platform Slavernijverleden, ook verantwoordelijk voor het Surinaams Slavernijmonument in het Oosterpark, de initiatiefnemer is geweest bij zijn totstandkoming. Nu geheel onverwacht foto’s zijn opgedoken van een gruwelijke executie in Nederlandsch Indië, is dit het juiste moment een nationale actie te starten om NiNsee een doorstart te geven met een nieuw naam en verruimde doelstelling, zodat “alle vormen van gedeeld koloniaal verleden” eronder komen te vallen, en om meer fondsen te genereren. Noodzakelijk om eindelijk mogelijk te maken dat onder andere de studie waar Bank in zijn artikel voor pleit ter hand kan worden genomen door het als een Phoenix uit zijn as herrezen NiNsee. Nederland is het aan zijn VOC- en WIC-verleden verplicht.

3 comments to “Nederland is het aan zijn VOC- en WIC-verleden verplicht NiNsee een doorstart te geven”

  • Mooi idee!
    Zo’n instelling zou kunnen gaan zitten op een speciale verdieping van het koninklijk instituut voor land en volkenkunde

  • Deze reactie is verwijderd door de auteur.

  • De plaats waar die instelling moet komen is nog niet aan de orde, laat eerst het bestuur en de commissie van advies van NiNsee het idee maar eens oppakken en er wat mee doen, maar laat ze in godsnaam wat proberen!

Your response at Rolf van der Marck

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter