blog | werkgroep caraïbische letteren

Nederland en de slavernij

Historisch Nieuwsblad organiseerde in samenwerking met de Feniks Academie van educatieve uitgeverij ThiemeMeulenhoff een collegedag over Nederland en de slavernij. 

Interviews met Gert Oostindie en Aspha Bijnaar


‘Nederland was een voorloper in de slavenhandel’
Gert Oostindie over zijn lezing tijdens de Collegedag
Kort na het midden van de zeventiende eeuw was bijna een kwart van trans-Atlantische slavenhandel in handen van de Republiek. Dat aandeel zakte daarna snel, doordat de Portugese, Engelse, Franse en Amerikaanse slavenhandel explosief toenam. Over de gehele periode lag het Nederlandse aandeel rond vijf procent. Dat betoogt Gert Oostindie op 19 april tijdens de collegedag over Nederland en de slavernij in Amsterdam. De collegedag is een initiatief van Historisch Nieuwsblad en de Feniks Academie.
Lees meer…

‘Licht getinte slaven hadden meer kans om hun vrijheid terug te krijgen’
Aspha Bijnaar over het leven van slaven
Slaven die een goede relatie hadden met de plantage-eigenaren en de licht getinte slaven – nakomelingen van plantage-eigenaren en hun slavinnen – maakten de meeste kans om hun vrijheid terug te krijgen. Daarover vertelt Aspha Bijnaar, onderzoeker en projectmanager bij het Nederlands Instituut Slavernijverleden (NiNsee), tijdens de collegedag die Historisch Nieuwsblad op 19 april organiseert. ‘Huidskleur had een grote invloed op de positie van de slaaf.’
Lees meer…

Artikelen uit ons archief


Redder van de slaven
Na jaren van strijd komt in 1863 eindelijk een einde aan de slavernij in Suriname en op de Antillen. De voormalige slaven geloven dat ze hun bevrijding danken aan koning Willem III. Het is een mythe, maar die helpt om de rust in de koloniën te bewaren.
Lees meer…

Het succes van de plantage
Wie denkt aan de Surinaamse plantages denkt al snel aan de gruwelijkheden van de slavernij. Er is een genuanceerder verhaal te vertellen. Het systeem was gebaseerd op macht en racisme, maar opgezet om zo veel mogelijk geld te verdienen. Dat bracht ook innovaties voort als het ingenieuze polderstelsel. En voor de slaven werden de plantages na enkele generaties leefgemeenschappen, waar zij verbonden raakten met het land en hun voorouders.
Lees meer… 

‘Wij zoeken onze vrijheid’ 
Vrijheid, gelijkheid en broederschap veroverden de wereld. Waarom zou dat niet ook voor ons gelden, dacht een groep slaven op Curaçao. In de zomer van 1795 kwamen ze in opstand.
Lees meer… 

Misleide migranten 
Tegenwoordig behoren Hindoestanen tot de grootste en rijkste bevolkingsgroep van Suriname. Maar hun voorouders waren straatarme Indiërs, die zonder goed te begrijpen waar ze aan begonnen duizenden kilometers verhuisden om slavenarbeid te verrichten.
Lees meer… 

Slavernij op Curaçao

Slaven die zelf slaven hielden en vrijen die voor een bestaan in slavernij kozen: het slavenbestaan op Curaçao zag er anders uit dan de geijkte verhalen over de verhouding tussen blank en zwart suggereren.
Lees meer… 

Het slavenbestaan in de Nederlandse koloniën
‘Swarten moesten maar werken en de planters tot playsier sijn’

De Nederlandse bijdrage aan de slavernij is zacht gezegd een minder glorieus onderdeel van de vaderlandse geschiedenis. Suriname genoot zelfs de reputatie van het land dat zijn slaven het slechtst behandelde. Waren de Nederlandse slavenmeesters werkelijk wreder dan de Britten, Fransen, Portugezen en Spanjaarden?
Lees meer…

D
e wreedheid van de transatlantische slavenhandel 
Een welgestelde Romein kon beschikken over een klein leger slaven. In Afrika ging men vrijwillig in slavernij als schulden te hoog werden of de honger toesloeg. Slavernij is van alle tijden en alle windstreken. Waarom roept juist de Europese slavenhandel over de Atlantische Oceaan zoveel emoties op?
Lees meer… 

Documentaires en interviews (beeld en geluid)


‘Wij slaven van Suriname’
(RVU, 1999)
Documentaire over Anton de Kom (1898-1945), een Surinaams voorvechter van mensenrechten. De uitzending staat in zes delen van circa tien minuten op YouTube. Bekijk hieronder het eerste deel, voor de overige delen ziehttp://www.youtube.com/watch?v=LHPt8y7xOqEDe slavernij
(NTR, 2011)
Vijfdelige serie waarin Daphne Bunskoek en Roué Verveer op zoek gaan naar het slavernijverleden van Nederland. Alle afleveringen zijn terug te bekijken viahttp://www.geschiedenis24.nl/de-slavernij.html

100 jaar afschaffing slavernij
(VARA)
Documentaire uit 1963 over het honderdjarige jubileum van de afschaffing van de slavernij.   Ongehoord: de slavenhandel in de 17e en 18e eeuw, deel 3: Tobago
(VPRO, 2010)
Radio-uitzending van OVT over de transatlantische slavenhandel. Een reis langs Vlissingen, Elmina en Tobago. Te beluisteren viahttp://www.geschiedenis24.nl/speler.segment.7006994.html

Aspha Bijnaar geeft ‘rebelse vrouwen’ stem
Vrouwen gebruikten vooral ‘verborgen verzet’ tijdens de slavernij om in opstand te komen tegen hun situatie, ontdekte NiNsee-onderzoeker Aspha Bijnaar. In de theatervoorstelling Rebelse Vrouwen wordt dit vrouwelijk verzet in de schijnwerpers gezet. Het stuk gaat over onderdrukking anno 2013 en in de tijd van de slavernij.
De twee delen van het interview zijn te beluisteren via http://caribischnetwerk.ntr.nl/tag/aspha-bijnaar/


Geluidsfragment college Gert Oostindie


Hier kunt u een deel van de lezing van Gert Oostindie (opnieuw) beluisteren. Wilt u alle colleges horen? Houd onze website dan in de gaten: binnenkort verschijnt een cd-box met alle lezingen van deze collegedag.      

Lezing Alex van Stipriaan


Het college van Alex van Stipriaan ging over verzet tegen de slavernij: opstanden, marronage, creolisering
en de uiteindelijke afschaffing ervan. Hieronder kunt u het eerste gedeelte teruglezen.

Ik stel u voor aan Adam. We weten nauwelijks iets van hem, behalve dat hij in de eerste helft van de negentiende eeuw leefde op de koffieplantage Vrouwenvlijt aan de Hoer Helena Kreek. Ik zou graag met u ingaan op de naamgevingsgeschiedenis van slaven en plantages in Suriname, een op zich al zeer interessante geschiedenis, maar daar zal ik niet aan toekomen. Al zitten ook daar elementen van verzet in.

Hoe het zij, Adam is in de jaren 1830-1840 een volwassen man, wellicht zelfs geboren op de plantage, en werkzaam als gewone veldslaaf, de zwaarste categorie werk. En wat we in ieder geval weten is dat Adam tussen 1833 en 1843, het jaar dat hij stierf, in ieder geval acht keer, dus bijna ieder jaar een keer, er op werd betrapt dat hij zich tijdelijk van de plantage had verwijderd. In het plantage-archief staat hij daarom omschreven als “den bandieteneger Adam”. Niets kan hem weerhouden en steeds weer wordt hij op dezelfde plantage, Vriendsbeleid & Ouderszorg, op nog geen kilometer afstand van Vrouwenvlijt opgepakt. Het is dus zeer waarschijnlijk dat hij daar een partner heeft, bij wie hij langer dan alleen de nacht wil doorbrengen, want het is altijd pas na meerdere dagen afwezigheid, soms zelfs anderhalve week, dat hij weer wordt opgepakt. Afgezien van de gebruikelijke afranseling wordt hij iedere keer opnieuw voor langere tijd in de boeien geklonken. Vlak voor zijn dood zit hij wederom “in de zware bandieteboeij”.

In diezelfde periode, om precies te zijn in 1842, kondigt gouverneur Rijk af dat vanaf dat moment plantage-directeurs niet meer dan vijftien zweepslagen aan een volwassen man en vijftien aan een volwassen vrouw mogen laten toedienen -tenzij ze zwanger is – en tien tot vijftien aan jongeren tussen veertien en zestien jaar. Het dubbele aantal kan alleen worden opgelegd door de plantage-eigenaar of administrateur. Nog zwaardere straffen kunnen alleen door de officiële autoriteiten in de stad worden opgelegd. Tot dan toe was vijfentwintig tot vijftig zweepslagen voor een volwassen man of vrouw altijd de gewone strafmaat geweest bij te laat verschijnen op het veld of niet voldoen aan de opgelegde taak. Nog zwaarder was de straf voor degene die erop betrapt wordt dat hij of zij heimelijk de plantage probeert te verlaten. Velen hebben namelijk een partner op een plantage in de buurt, omdat lang niet altijd een geliefde op de ‘eigen’ plantage kan worden gevonden. In zo’n geval mag een directeur tot tachtig zweepslagen laten toedienen “op het onderlijf en op geen andre plaatse des lichaams en wel los offte ook wel staande teegens een paal off post gebonden”.  Tegen die achtergrond is het des te opmerkelijker dat zovelen het toch aandurven zich over de grenzen van de plantage te begeven, zoals Adam.

Hoe rigide het regime dus ook was en hoe zwaar de straffen, altijd weer hebben mensen ondanks alles het heft in eigen hand gehouden of genomen. Zeker niet altijd als bewuste vorm van verzet, gericht op het omver werpen van het systeem, maar wel als teken dat er gebieden in hun leven en denken waren waar ook de slaveneigenaar niet bij kon en waar zij een eigen autonomie bewaarden. En juist dat vormde de basis van verzet dat wel degelijk het systeem bedreigde. Van de eerste tot de laatste dag van de slavernij.

Zo moet u zich voorstellen dat het voortdurend afwezig zijn van Adam en de acties om hem weer gevangen te nemen, voor grote onrust zorgden en vertraging opleverden in de plantageproductie. Het kostte dus geld. Sterker nog, iedere keer moest er vier gulden worden betaald aan een militair om hem een “afstraffing” te geven, en bovendien wordt er iedere keer drie gulden “vanggeld” verdeeld onder de mede-slaven die Adam hebben geholpen gevangen te nemen. En daar bovenop wordt voor de aanschaf van een hals- en een voetboei met twee hangsloten tien gulden betaald.  Zo’n actie, hoe onschuldig eigenlijk ook, was dus voor de plantage-eigenaar een behoorlijke kostenpost (jaarlijkse lokale cash flow circa vijfduizend gulden).

En Adam was bepaald niet de enige, want ook Hendrik en Cupido werden in dezelfde tijd meerdere keren op een naburige plantage opgepakt en ook Zondag, Johannus, Daantje, Kwasi, Apollo, Doroe, Carl, George, Alex, Premier, December, Hazard, Adelbert, François, Madelijntje, Philippina, Charlotte, Agatha  en Catootje werden allemaal een keer gevangen en gestraft. Dat wil zeggen dat in ieder geval 21 van de ongeveer 110 volwassenen op Vrouwenvlijt in die tien jaar een stap zetten waarvan ze heel goed weten dat ze er zwaar voor zullen worden gestraft. Zelfs François die in november 1839 nog vanggeld krijgt voor het oppakken van Cupido, wordt in mei 1841 zelf gevangen genomen in de moestuinen van Spieringshoek, enkele plantages verderop. Bovendien blijkt dat de man La Fleur en de vrouwen Wilhelmina, Sabina en Monkie voorgoed de benen hebben genomen, want na vele jaren staan ze in de slavenlijsten nog steeds te boek als “absent”, of “in ’t bosch”. Zij waren kennelijk Marrons geworden, ik kom daar zo op terug.

1 comment to “Nederland en de slavernij”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter