blog | werkgroep caraïbische letteren

Nazaten van de Indiase Immigranten (3)

door Tascha Samuel

India, en specifiek Noord-India – waar de Hindostanen oorspronkelijk vandaan komen – kreeg de naam Hindostaan en werden de inwoners Hindostanen genoemd. Zij kwamen vanaf 1873 vanuit het toenmalige Brits-Indië naar Suriname. Tussen 1873 en 1916 kwamen ongeveer 35.000 Hindostanen naar hier.

De contractanten lieten een armoedig bestaan in India achter zich, maar kregen het in eerste instantie in Suriname niet veel beter. Zij werden zeer slecht betaald, waardoor ze ook wel ‘centslaven’ werden genoemd. In verband met de viering van 140 jaar Hindostaanse Immigratie praten we tot en met 4 juni met enkele nazaten.

Lalita Adhin, beleidisadviseur Directoraat Cultuur, medisch biochemisch en ayurvedisch geneeskundige.

Wat betekent India voor u als het land van afkomst van uw voorouders?

“India is een deel van mijn identiteit. Als je nagaat wie je bent en waar je vandaan komt? Dan is het een familie uit India die zich hier heeft gevestigd.Het is niet dat ik terug zou willen, hier is waar ik wil zijn. Ik ben er een keer geweest. Het is een mooi land maar ook een groot land met veel armoede en problemen.”

Bent u zich bewust van de strijd die uw voorouders hebben geleverd na hun komst in Suriname?

“Ik heb er bewust bij stilgestaan, vooral omdat mijn grootouders echt nog met de boot zijn gekomen. Ik ben net de tweede generatie. Ik ben opgegroeid met verhalen over de boot, over opstaan om drie en vier uur in de ochtend om te gaan werken op het veld. Regen of geen regen. Maar toch is het ze gelukt om alle kinderen naar school te sturen en dat door heel hard werken. Daar mogen wij nu dankbaar voor zijn.”

Vindt u dat de culturele normen en waarden bewaard zijn gebleven in haar originele vorm of dat het is verwaterd of versurinamiseerd?

“Ik geloof dat het in grote lijnen bewaard is gebleven vooral binnen het Hindoeïsme. Voor bepaalde kruiden voor rituelen heeft men substituties gevonden maar zelfs Indiërs geven aan dat onze cultuur hier bijzonder goed geconserveerd is.”

Op welk gebied heeft uw groep zich het verst ontwikkeld en waar zouden ze nog aan moeten werken?

“Ze hebben hun kinderen heel hard de ladder opgeduwd als het gaat om educatie. We hebben veel ondernemers die het goed doen. Maar waar we aan moeten werken en ik hoop dat men begrijpt dat het nu echt de tijd is daarvoor: we moeten elkaar meer ondersteunen. Het mag nooit zover komen dat iemand zich zo schaamt voor zijn of haar probleem, dat ze met niemand kunnen praten. Zelfmoord mag geen optie zijn. We moeten elkaar meer de helpende hand toereiken. Een mensen leven is kostbaar, praat met iemand van de kerk, de mandir maar laten we dat zelfmoordding achterwege laten.”

[uit de Ware Tijd, 01/06/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter