blog | werkgroep caraïbische letteren

Natalie Wanga: Schrijven, toneel en debatteren (2 en slot)

door Quito Nicolaas

Het leven op aarde leef je maar slechts een keer, is het credo van iedere schrijver. Natalie timmert hard aan de weg om mee te doen en vooruit te komen in verschillende arena. Leunen tegen de oude cultuur en literatuur kan haar parten spelen en verruilt ze deze tegenwoordig voor de Perzische en Arabische literatuur. Als amateurtoneel-speelster maakt ze deel uit van toneel-groep B plus C Leiden en speelde ze onder andere de rol van Shakespeare’s Julia en de Koningin in het toneelstuk Tussen de Schuifdeur. Het besef dat haar eiland Bonaire geruisloos een metamorfose ondergaat, heeft haar o.a. doen besluiten om politiek activist te worden. Ze heeft verschillende prijzen behaald als public speaker, zoals de eerste plaats in 2010 met haar toespraak over het thema Whisper to the Inner Child bij de Toastmasters International competitie voor de regio Den Haag.

Welke invloed heeft het wonen op Aruba, Bonaire en Nederland op je gehad?
Tum Tum Ahe, Re-Mai-Lo, Coming Down Forking en Het Smurfenlied. Dit zijn hele bekende traditionele nummers en gedeeltes van nummers uit de ABC-eilanden en Nederland waarmee ik ben opgegroeid. Wonende op Bonaire, krijg je toch ook heel veel invloeden uit Curaçao. Ik voel me heel bevoordeeld dat ik in al deze culturen heb mogen opgroeien. Als kind kende ik al de drie volksliederen van elk ABC-eiland afzonderlijk uit mijn hoofd. Met Nederland heb ik een vast-losse liefdesrelatie. Toen turner Epke Zonderland dit jaar bijvoorbeeld zijn gouden Olympische medailles in ontvangst nam en het Wilhelmus werd gespeeld, sprongen spontaan de tranen in mijn ogen. Natuurlijk zijn er zaken in Nederland die mijn voorkeur genieten en die ik warm omarm. In Nederland ben ik ook in aanraking gekomen met diverse culturen zoals de Surinaamse, Iraanse, Turkse en Arabische cultuur. Deze hebben mijn leven verder verrijkt en mijn visie op het leven verbreed.

In het kort verhaal Fool blood I, beschrijf je verschillende etappes in je leven. Wat betekent deze worsteling voor de thema’s waarover je schrijft?
Fool Blood I is een woordspeling van het Engelse woord full blood wat volbloed betekent. Naast het Nederlands en Papiamento schrijf ik namelijk ook in het Engels. Dit werk is een satirisch stuk hoe zowel Caribische Nederlanders, Europese Nederlanders en andere nationaliteiten mij voor ‘aanzien’. Bijna niemand kan me in eerste instantie in het ‘correct etnische hokje’ plaatsen. Tijdens een studiereis naar Iran werd ik zelfs door de bewoners voor Iraniër aangezien met de nodige prettige, minder prettige en zelfs spannende situaties als gevolg. En zelfs Bonaireanen zien me voor een Arubaanse of Latina aan. Ik weet overigens niet wat hun criteria zijn om mij als ‘Arubaanse’ of Latina te beschouwen, maar goed, ha ha ha. Daarnaast wijst dit stuk ook op het feit dat ik vanaf mijn kindertijd door mijn omgeving ook bijna gedwongen word om een voorkeur voor beide eilanden te uiten of te kiezen. Voor mij is dit heel simpel: Ik ben geboren op Bonaire, van Bonaireaanse ouders die beiden een groot deel van hun leven ook op Aruba hebben doorgebracht. Maar mijn grootouders en generaties daarvoor zijn Bonaireanen. Ik leg het ook vaak op de volgende manier uit: Bonaire is mijn moeder, Aruba is de tante die me altijd liefdevol heeft verzorgd toen ‘Moeder Bonaire’ buiten haar kunnen dit niet kon.

Waarom ben je nooit tot een publicatie gekomen?
Een zeer legitieme vraag! Behalve de gezamenlijke verzamelbundels van Simia Literario en krantenartikelen, heb ik zelf nooit een werk ‘à titre personnel’ gepubliceerd. Angst voor het onbekende misschien? Te perfectionistisch op dat gebied met de hieraan gerelateerde faalangst? Te druk met andere zaken? Eerlijk gezegd kan ik hier geen pasklaar antwoord op geven. Ik denk dat het een combinatie is van bovengenoemde factoren. Maar ik hoop wel in de nabije toekomst met een eigen publicatie te komen.

Hoe kijk je zelf tegen de Nederlandstalige Caribische literatuur aan? 

Deze term heb ik altijd ‘tricky’ gevonden. Wat zijn de criteria? Moet de schrijver per se uit Caribisch Nederland komen? Moeten de thema’s echt gebaseerd zijn op bijvoorbeeld het slavernijverleden, culturele thema’s of de natuur? Of over de eeuwige etnisch cultureel interne tweestrijd van de Caraibische Nederlander? De ‘klassieke’ schrijvers zoals Cola Debrot, een Bonairiaan overigens, Pierre Lauffer, Boelie van Leeuwen, Tip Marugg en Frank Martinus Arion zijn natuurlijk het vermelden waard.

Nogmaals iedereen is vrij om zijn/haar eigen thema’s te kiezen voor hun werk. En dit soort werk moet er ook zijn! Maar eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik het een verademing vind om jongere schrijvers als T. Martinus ( pseudoniem voor Quincy Gario) over andere thema’s te zien schrijven. Mijn korte verhalen gaan ook vaak over andere culturen ,zoals de Perzische en Arabische die me zo fascineren, en taboedoorbrekende thema’s. Maghrib na Ispahan bijvoorbeeld is een kort fictief verhaal dat ik geschreven heb over de non-fictieve eerste Iraanse vrouwenrechter en Nobelprijswinnaar Shirin Ebadi.

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Om gezond en positief ten opzichte van anderen en mijzelf te blijven! Dan komt alles bijna vanzelf.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter