blog | werkgroep caraïbische letteren

Natalie Wanga: Schrijven, toneel en debatteren (1)

door Quito Nicolaas
Natalie Wanga werd geboren op Bonaire, haar jeugdjaren bracht ze door op Bonaire en Aruba en eenmaal volwassen vertrok ze naar Nederland. Door deze tocht langs kleine en grote gemeenschappen, proefde ze de verschillen qua cultuur en ontwikkelde ze een aparte kijk op mensen. Niet altijd tevreden met het bereikte resultaat blijft ze op zoek gaan naar het nieuwe, onwaarschijnlijke en ongrijpbare in het leven. Als secretaris van het eerste bestuur van Stichting Simia Literario was Natalie slechts korte tijd actief en trok zich om privé redenen terug. Een drukke tante die geen kans voorbij laat gaan en in alles een uitdaging ziet. In haar vrije tijd reist ze naar virtuele oorden, is amateurtoneelspeelster en zoekt de natuur op.
Wat is je drijfveer om te schrijven?
Mijn moeder heeft ons van kleins af aan de liefde voor talen en literatuur bijgebracht. En daarvoor ben ik haar eeuwig dankbaar. Het allermooiste compliment als schrijfster kreeg ik van mijn (nu overleden) vader toen ik een jaar of negen, tien was. Voor de verjaardag van mijn moeder had ik een poëzie/proza boekje gemaakt met tekeningen. Toen mijn vader het las sprak hij me meteen streng toe dat ik niet mocht liegen dat ik de verhalen en poëzie zelf had geschreven. Hij gaf me ad hoc een spoedcursus over wat het woord plagiaat inhield en de consequenties hiervan. Hoe ik hem ook probeerde te overtuigen dat ik echt alles had geschreven uit eigen inspiratie, hij kon het maar niet geloven. Toen al beschouwde ik mijn intuïtie als drijfveer voor het schrijven. Vaak voel ik gewoon intuïtief aan, zoals veel schrijvers dat ook aangeven, dat iets op papier moet.
Richt je je meer op proza of poëzie en waarom?
De laatste jaren heb ik me zeker veel meer gericht op proza. Vooral korte verhalen en opinie artikelen genieten mijn voorkeur. De reden is heel simpel: ik ben een vrouw van veel woorden. Ik moet echt alles kwijt kunnen. Het klinkt misschien wat tegenstrijdig omdat ik ‘korte’ verhalen aangeef als preferentie, maar voor mij is dat juist de combinatie van veel ‘kwijt kunnen’ maar ook om relatief snel tot een voldaan einde te komen. Maar dit neemt niet weg dat ik af en toe toch een gedicht schrijf waarin ik vaak dezelfde stilistische middelen toepas als in mijn proza.

Hoe belangrijk is identiteit in je werk en hoe manifesteert deze?
Er is geen enkele persoon in de wereld die kan beweren dat al haar creatieve uitingen zoals bijvoorbeeld dansen, zingen en schilderen niet haar identiteit als grondslag heeft. En dit geldt dus ook voor het schrijverschap. We beseffen als Antillianen, Caraibische Nederlanders vaak niet hoe rijk we zijn wat onze identiteit betreft. Een van de clichés waar we toch telkens er niet omheen kunnen. Onze geografische ligging is al een poëtische uiting waard: we zijn de lombrishi (navel) van twee continenten rijk aan cultuur, diversiteit en invloeden. Komt er nog bij al de gedeelde Europese geschiedenis. Dus natuurlijk manifesteert dit zich ook in mijn werk. Ik ben bijvoorbeeld een grote fan van het Latijns-Amerikaanse Magische Realisme en de schrijver Rómulo Gallegos (Venezuela 1884-1969). Maar ik ben ook wel meer dan alleen maar een Bonairiaanse en Caraibisch Nederlandse vrouw. Identiteit is voor mij veel meer dan alleen het etnisch culturele erfgoed. En dit is ook terug te herkennen in mijn werk.

In het gedicht Den lus di Bo ausencia [In het licht van je afwezigheid] ga je een gesprek aan, waarin de ik-figuur spijt betuigt. Waarom?

Den Lus di Bo Ausencia

Mare bo yegada a hasi dolo
Pa asina mi stima bo mas cu por
Pa mi wak mi mes den bo.
Pa mi pasado, nos awe y bo futuro
Pa sernan stima, stima bo
Pa antepasadonan.
Miyones di number na mundo y abo
No tin ningun.
Pero bo ausencia ta marca mi
Tur dia, tur caminda, den bo lus.


In het Licht van je Afwezigheid
Had je komst mij maar pijn gedaan
Ik had dan onmogelijk veel van je gehouden
Om mijzelf in jou te zien,
Om mijn verleden, ons heden en jouw toekomst,
Omwille van dierbaren die van je houden,
Omwille van je voorouders.
Miljoenen namen in de wereld
En je hebt er geen een.
Maar het licht van je afwezigheid
Achtervolgt mij, onzichtbaar, elke dag, overal.

Dit gedicht heb ik geschreven voor het verzamelwerk van Simia Literario (Wie Ik Ben/Ta Ken MI Ta) over het thema identiteit. Ik heb gemerkt dat Caraibische Nederlanders (vooral boven de 40) vaak bij het woord identiteit meteen, en alleen, een koppeling maken met hun eigen etnische en culturele achtergrond en/of geschiedenis. Natuurlijk is dit ook zo maar we zijn nog veel meer dan dit. Ik ben inderdaad een trotse Bonairiaanse en Caraibische vrouw, maar ik ben zeker ook een vrouw, dochter, zus, partner, geliefde, stiefmoeder, vriendin, carrièrevrouw en (politiek)activiste. Het opvallende aan dit gedicht is dat personen die hetzelfde hebben meegemaakt zich meteen in herkenden. Terwijl anderen dachten dat het gericht was aan een ex-minnaar of zelfs aan Bonaire.

Wat is de ironie in dit gedicht?

Dit gedicht gaat over ongewenste kinderloosheid en is dus gericht aan het ongeboren kind. Zowel ik persoonlijk als verschillende Antilliaanse /Arubaanse vrouwen hebben hier negatieve ervaringen ondervonden in Caribisch Nederland. Het ironische is dat het meestal moeders zijn die zich minachtend, beledigend en vooroordelend hierover uiten. Men ‘veroordeelt’ minder snel een tienermoeder dan een volwassen vrouw die bewust of onbewust kinderloos is. Een zeer kwalijke zaak. Indien het voor een vrouw een ongewenste situatie is, is dit dan extra pijnlijk. Mijn ervaring is ironisch genoeg, dat met name Caraibisch Nederlandse vrouwen in mijn omgeving die (on)gewenst kinderloos zijn, juist veel meer moederlijker, zorgzamer en warmer ingesteld zijn. Kinderloosheid, bewust of onbewust is een deel van je identiteit maar beoeft naar mijn mening geen waardeoordeel aan verbonden te worden.
Ben je ook op andere terreinen van kunst en cultuur actief?
Ik ben sinds 2006 actief bij de Internationale Openbaar Spreken organisatie Toastmasters International en ben een van de medeoprichters in Leiden. En als redacteur bij het regionaal blad van de SP probeer ik zoveel mogelijk op te komen voor de bescherming van onder ander de cultuur en natuur van Bonaire.[wordt vervolgd]
[uit Caribe Magazine,  21 november 2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter