NAKS wil impuls geven tot uniforme spelling Sranantongo
door Sharon Singh
PARAMARIBO – Siegmien Staphorst, voorzitter van Naks, hoopt dat er stappen worden ondernomen om te komen tot een eenduidig spellingsysteem voor het Sranan. Daarom heeft haar organisatie besloten het adviesrapport ‘Sranantongo; naar uniformiteit’ te overhandigen aan minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
Ondanks dat er sinds 1986 een wet is, hanteert iedereen een eigen schrijfstijl als het gaat om het Sranantongo. Een commissie onder leiding van Eline Graanoogst heeft in opdracht van Naks de taal grondig geëvalueerd. Het eindresultaat, vervat in het adviesrapport, is vrijdag overhandigd aan de OWC-bewindsvrouw, die benadrukte dat voordat een taal wordt opgenomen in een curriculum het belangrijk is te weten hoe die wordt gesproken en geschreven.
Ze was er dan ook ingenomen mee dat het rapport aandacht vroeg voor de juiste spelling. “Er is heel wat voorwerk gedaan. Men heeft geprobeerd om de spelling vast te leggen, maar we laten het steeds los”, merkt Levens op. Naks hoopt de aanzet te hebben gegeven tot het houden van een taalconferentie en de instelling van een taalautoriteit. Verder is het wenselijk dat er trainingen komen. Dit alles moet resulteren in een officieel Sranantongo/Nederlands-woordenboek.
Volgens de minister speelt de Lingua Franca een belangrijke rol. “Je zou die kunnen gebruiken in de scholen om kinderen op te vangen die geen Nederlands spreken. Dat doen we eigenlijk al met het Aucaans, Saramaccaans en andere Surinaamse talen. In het zuiden van Suriname laten we het echt toe dat kinderen worden ontvangen in hun eigen taal. Maar niet allemaal zijn geschreven en hebben een juiste fonetiek waar wij wat van kunnen leren. Ook daar is er veel aan te doen wat betreft die andere talen naast het Sranantongo.” Levens zegt dat er ongeveer dertig Surinaamse talen zijn.
Het Sranantongo, vroeger aangeduid met ‘Negerengels’, werd niet door alle etnische groepen geaccepteerd. “Maar dat heeft te maken met de periode waarin de etnische problemen nog sterk waren en dat vermindert steeds meer. Belangrijk is dat je elke etnische groep waardeert voor wat die is en elke taal die de groep spreekt.”
[uit de Ware Tijd, 13/03/2021]
Nog een doodgeboren kind. Men probeert tegen beter weten in het wiel opnieuw uit te vinden. Surinamers hebben niet geleerd om het eigene te waarderen, daarom verdommen ze het om hun eigen taal die ze als minderwaardige straattaal kwalificeren correct te schrijven. Voeg daar de etnische en politieke verdeeldheid aan toe, dan begrijp je hoe diepgeworteld de oorzaken zijn van een historisch probleem dat men aan de oppervlakte denkt te kunnen oplossen. Het gebrek aan nationaal bewustzijn breekt ons op op alle terreinen waar samenwerking een absolute noodzaak is. Desondanks blijf ik me als dichter en voorvechter van het Sranan inzetten voor deze onwijs mooie en nationaal verbindende taal. Un sa wiki wan dey nanga Gado wani.
Uw commentaar is helder, heer Rellum.
U slaat de spijker op de kop. Sinds kort beschik ik over een interactief televisietoestel. Dat biedt mij de gelegenheid om Surinamers van alle rangen en standen bezig te zien. De schooltaal klinkt nogal onverzorgd. Daar ligt een verklaring voor de mix met Negerengels. Als lagereschoolkind heb ik ‘s zaterdags Futuboi moeten bezorgen. Een blad dat door mijn oom Koenders geredigeerd werd. Op de MULO kreeg ik Nederlands van meneer De Ziel. Als hij onze taal sprak, was het muziek in mijn oren. Heb ik het aan het rechte end, dan was hij de tekstschrijver voor de Negerengelse versie van de nationale hymne. (Trouwens, van juffrouw Rellum herinner ik me voorbeeldig Nederlands gelardeerd met latijn!). De eerste drie zinnen van uw commentaar liggen aan de basis van de eeuwige malaise in ons geboorteland. Het is jammer dat een land met verhoudingsgewijs de hoogste ratio academici machteloos blijft tegen de hebies en trefus. Bovendien blijven wij zeepkistredenaars en kanselpredikers/awaridomries. Zal dat veranderen? TE KAKA KIES’ TIFI!
Vriendelijke groet,
Bill. Monkau