blog | werkgroep caraïbische letteren

Mosa Lampe dicht; Cornelia antwoordt

Mosa Lampe

Den generaal P.R. Cantz’laar[1] en gemalin,
te Aruba den 16en Augustus 1824,
met dit volgend lied vereerd door juffer A.C.E. Lampe.
(Wijze: God save the King.)

Eerwaardig heer en hoofd!
Aruba’s opperhoofd
Hier in ons kring.
Ach, dat uw liefde en deugd
Steeds zij den troost en vreugd
Die ons omring.
Wij smeken het Albestuur
Voor u heil dat eeuwig duur
Dat nimmer ons liefdevuur
Voor Cantz’laar doof.

Ontvang dees dure wens
Door geen vlijtaal begrens
Uit grond des hart.
Dat steeds uw heil vermeer,
Dat wij uw steeds vereer
De rampen tart.
Al juichend zingen wij,
Al wensend roepen wij,
Bestendig bidden wij
Dat Cantz’laar leeft!

Aan u ook zij toegewijd
Ons gulle erkentelijkheid,
Verdienstelijk vrouw!
Blijft steeds met uw gemaal
Der burgren steun en paal
Daar wij op bouw.
Op dat elks hart getuig,
In liefde met u buig,
Voor land en koning juich,
Leef Neerlands Vorst!

De Curaçaosche Courant, 24 augustus 1824

[Geciteerd naar: Wim Rutgers, Het nulde hoofdstuk van de Antilliaanse literatuur. Koloniale poëzie in de Curaçaosche Courant. Oranjestad: Charuba, 1988, p. 249-250.]


[1] Gouverneur-Generaal Paulus Roelof Cantz’laar (1771-1831) was aanvankelijk gouverneur van St. Maarten en Saba, Curaçao, naderhand gouverneur-generaal van de gezamenlijke Nederlandse West-Indische koloniën


Kaart van de goudwinning op Aruba, Van Soengler/Van Raders, 1825

Cornelia

Aan Mejuffrouw A.C.E. Lampe te Aruba

Mejuffrouw Lampen! Hoor naar mij,
Voor dat gij aan de poëzij,
Uw teedre krachten wilt besteden
En in der muzen tempel treden.
Ga liever nog ter school een jaar.

Apollo’s leer is u te zwaar.
Leer eerst het Nederduits goed spellen;
’t Publiek zal dan geen vonnis vellen,
Van ’t geen aan uw gedicht ontbreekt,
Dat nu vol van grove fouten steekt.

Had gij uw liedje slechts geschreven,
Om ’t aan uw vrienden af te geven,
Het kon nog gaan; maar nu dat gij
’t Gezonden hebt ter drukkerij
Om ’t in de krant te laten drukken,
Ziet ieder dat gij loopt op krukken

De Zangberg[1] is te steil en glad,
De toegang is een moeilijk pad.
Lees eerst de dichters en dichttressen.
En doe uw voordeel met hun lessen,
Maak met Van Merken[2] een begin
Dat is de raad van uw vriendin

[Bron: De Curaçaosche Courant, 11 september 1824. Geciteerd naar: Wim Rutgers, Het nulde hoofdstuk van de Antilliaanse literatuur. Koloniale poëzie in de Curaçaosche Courant. Oranjestad: Charuba, 1988, p. 250.]


[1] De Parnassus of Helicon waar volgens de mythologie de god der dichtkunst Apollo verbleef en de negen Muzen. Op de Zangberg wordt een dichter geschoold en geïnspireerd

[2] Lucretia Wilhelmina van Merken (1721-1789), een dichteres die lange tijd als voorbeeldig werd gezien (ook Paul François Roos noemt haar als inspiratiebron)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter