blog | werkgroep caraïbische letteren

Michiel van Kempen – Van de hoge

Zoals je daar staat, vader, zo stond mijn vader nooit
Van welke hoogte af heeft hij het land bekeken?
Zo sterk en zelfbewust, van elke teen de spier gespannen
tot voorbij de springplank, hij hoeft niet meer, hij is daar goed.
Is het teveel gevraagd te blijven waar je blijft
de plaats te nemen die niemand je heeft toegewezen?

Mijn vader kende de zijne als elke andere vader vóór hem,
hij droeg dezelfde naam, dezelfde geur van nest en haam
maar waar zijn eigen vader de huiselijke geest vergrootte
als marmerschilder van een eindeloos gestucte gang,
verloor hij zich vroeg gekwetst in marmerdraad
en koos het maaiveld buiten bij de plee, en bleef daar steken
en gaf de krenking door in plaats van die te bezweren
met de spreuken van een dode taal (die taal, de tenen krommend,
waarmee een kerk zijn kathedralen restaureert).
Zichzelf toebehorend aan een gemeenschap die geen geloof had
dan het ik te persen in de mal van eeuwenoud jolijt
aan de mens gebracht als hoogste goed op deze schijt-
aarde: deemoed, slaafsheid, geld en ja en amen,
vouwt hij de handen toe, de ogen nauw geloken,
vroom als geen prelaat ooit was, gaat hij voor in gebed,
terwijl hij spiedt naar wie voorbijfietst
en tussen de heilige woorden commentaar geeft
op dit en dat en ’t laatst rumoer dat hij heeft geroken.
Daar zit hij nu, afstandsbediening in de hand,
te zappen langs beelden die hij niet verstaat
en klagend dat zijn benen hem niet verder dragen kunnen.
Nooit gedragen hebben, de veerkracht was van jongsaf stuk,
en wie zichzelf niet dragen kan, hoe zal hij zijn jongen dragen kunnen?

En dan de zoon: hoe hoog mag zijn verwachting klimmen?
spreekt hij die uit of houdt hij alles binnen?
hoe breed is de straat die hem de jeugd uit, de wereld in geleidt?
hoe diep kan iemand duiken in een pierenbad?
Als vaders niet de moed hebben het leven op hun schouders
te nemen, waar moeten zonen dan gaan zitten?, welke ouders
kan men zich verbeelden als naar beneden kijken
hoogtevrees betekent alleen al op een menselijke
maat van, zeg, één meter tachtig, negentig hooguit?
Hoe verheffen zonen zich om over de heggen van het land te kijken?
op hun handen soms, tenen in de lucht?
Is hij bitter, de zoon? Nee, bitter is hij niet
of ’t moest al zijn om geen verdriet te kunnen voelen
om een leven dat, nauwelijks geleefd, laat staan gewonnen,
toch ooit moet zijn begonnen om liefde te geven
en dat zich wie weet gefnuikt zag in de onmacht van zijn godverdomse
vader die ook maar zwalkte, veerde niet,
en die zijn leven lang in zwartomhangen spiegels keek,
o kerk, o vader, wat hebt gij mij aangedaan?
dat is het galmen van zijn echotaal.
De zoon zegt simpel: had ’t niet wat warmer gekund en dieper?
en vloekt zoals zonen dat kunnen van vaders
die dat wel zouden willen maar hun zonen verboden
en de naijver creëerden die henzelf vervloekte tot mindere goden.
Je vader leeft maar is al dood,
dat is het noodlot van de zoon, dat omgekeerd besef,
die wereld op zijn kop, maakt zonen zot.

Kijk hem daar veren, god boven het water,
één knie omhoog, één spierenboog, gaat hij omlaag?
Welnee, in zijn hoofd gaat hij steeds hoger.
Van de hoge af gezien is elk water even diep
maar duiken doen slechts zij die met gevoel voor gratie
de andere zijde van de waterspiegel willen zien.
Dat pierenbad desnoods dat van heel hoog zo mooi oogt als het paradijs
voor wie het wil geloven en alle ogen op zich gericht wil zien,
niet ‘hier vloekt men niet, god ziet ons’,
maar dat weidse dat verplettert,
dat één seconde slechts ons verende bestaan beweegt
Daar gaat hij, leg het vast, knipper even niet met je ogen,
hij zweeft – misschien – dag vader, zweef maar verder
ik verbeeld je even als de vader die je wilde zijn
en niet kon wezen, oké, ik omarm je, kom dan hier,
ik zit nog altijd in het pierenbad, ik vraag geen mededogen.
Ik ben al groot, maar jij bent klein,
wees dan veilig bij mij: je hoeft niet van de hoge.

[uit Wat geen teken is maar leeft, In de Knipscheer, Haarlem 2012]

 

1511131_942473665792691_2720621358606027722_n

 

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter