Michiel van Kempen – tussen haar en huid
ergens in je huid woon jij
je zou wel willen weten waar
je schiet daar zachtjes op en neer
verblijft op plaatsen waar ik niet kan komen
als ik naar je navel staar
lach jij verwonderd over zoveel teer
behagen, en kijk ik verlaten om mij heen
dan ben jij daar, opeens weer overal,
huid en haar, een huig van dromen
die je zoete tong omspannen zal
tot jij weer elders bent en zoekt
waar je zoëven nog verbleef
ik zie hoe jij je liefde geeft
en meteen weer schuilt in onvermoede
hoeken, je plooit je terug, je moede
trekken geven de laatste strakheid bloot
en toch is alles zacht en groot
en wakend aan dat vel dat jou omspant
je bent aan gene kant van je gedachten
de welving van je strakke buik
het vlakke van je ronde bil
niets is wat het wezen wil
en jij nog wel het allerminst
je zwemt, vis in het water van andermans huid
je komt erin, je komt eruit
het enige wat naadloos sluit
zijn je ogen wanneer die niets meer zien
wat buiten niet gezien wil worden
dan ben je even stil en onbeweegbaar ver
dan ben je tussen huid en haar toch ergens ongezien
en terwijl je niemand buitensluit
weet jij uitsluitend waar
[uit Michiel van Kempen, Wat geen teken is maar leeft. Haarlem: In de Knipscheer, 2012.]
