blog | werkgroep caraïbische letteren

Michael Slory – In memoriam Hugo Olijfveld

`Ik heb niet de moed
om die machine aan te raken.
Ik kan er niets van,’
zei ik.Jij zette inkt klaar
voor het papier.
Wij zouden gaan bouwen
aan monumenten
van strijd
op de bauxietwegen.
Zie de figuur van Jagan:
meer dollars voor de mineralen.
Stakingen.
Het is triest. Niemand
heeft het nog bij ons gedurfd
Gevangenisstraffen…

`We zitten hier al in de gevangenis,’
zei je,
`want we kunnen niet terug.’

Mijn ogen zoeken
naar deze donkere avonden
als wij samen zaten
om feest te vieren
of te werken.
Werken is feest.
En jouw kleine gestalte
wist wat werken was.

Van het ene congres naar het andere.
Van de ene arbeider
naar de andere.
Niemand hoeft eraan te twijfelen.
De bauxietconcessies
zou jij nooit zomaar weggeven
aan plunderaars
uit Texas
of Philadelphia.

Je lach was spreekwoordelijk.

Je keek iemand aan
en het was genoeg
om te weten wat hij wilde.

Vaarwel, boot
in de ochtend in de haven!
Zorg voor ons
in de zee van de revolutie
Denk aan ons
We zijn je vrienden.

[Verschenen in Fri, 1 juli 1968; ook in: Tirade, 17de jrg., nr. 189, septem­ber 1973. En in de bloemlezing Ik zal zingen om de zon te laten opkomen (Haarlem: In de Knipscheer, 1990.).]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter