Michaël Slory – Gedicht
Bij de schenking van de schilderijen aan het
Surinaams Museum door de schilders en schilderessen
Bij de warmte van deze paloeloes-rood, geel en groen-,
het uur van de schilderijen.
Als de taal van een bruisend landschap.
En deze bodem:
verfkwast na verfkwast liet zich gebruiken,
penseel na penseel,
tint na tint,
kleur na kleur.
Ik ben nu mijn eigen voetstap,
mijn eigen omlijsting.
Iedere vogelkreet hier, hoe hoog ook,
woont in mij.
Iedere boom,
ieder pad,
pad met groene zomen.
En daarom deze dag
als uit deze overvloed
deze schenking.
En toch, dit gebaar
is niet zomaar,
deze gift geen willekeurige,
maar voor deze jarige die vijftig is en nog zo jong.
O, wij zijn nog jaren op weg!
Bij de warmte van deze paloeloes in rood, geel en groen,
mannen
Bij de kruiken vol water die ze verzorgen,
mannen, vrouwen die hun bijdragen leveren
om een nog te veroveren toekomst,
in de dronkenschap dat het ook mooi is
alles te zeggen in kleur en vorm,
in lijnen en licht, in cijfers, in letters of verre tekens.
O, pure gedaantes van een voortijlende tijd:
O, volk, en nu wij hier staan:
zal het anders zijn
dan om uw ritme, uw schoonheid te dienen?
Aangeboden aan mevr. Myra Winter, medewerkster van het Surinaamse Museum te Fort Zeelandia, 4-5-97
Michael Slory
2-5-97

[Commentaren zonder volledige voor- en achternaam worden verwijderd – red. CU]