blog | werkgroep caraïbische letteren

MEERSTEMMIGHEID als alibi voor humaan taalgebruik…

door Astrid H. Roemer

Waar halen wij WOORDEN vandaan om te zingen te spreken te schrijven? Hoeveel en wat precies van onze eigen persoonlijkheid zit in ons taalgebruik? In mijn P.C. Hooftprijs-dankrede (2016) heb ik onder andere opgemerkt, dat mijn teksten gemaakt worden en bedoeld zijn om Oorspronkelijkheid Authenticiteit Eigenzinnigheid uit te drukken. Ongeveer 20 jaar eerder ben in Iowa (USA) bij 14 taalkunstenaars 7 mannen 7 vrouwen uit verschillende landen en taalculturen op zoek gegaan naar beweegredenen bij hen zelf en naar de Driving Force in hun teksten.

Paramaribo. Foto © Michiel van Kempen

 

Want ook al is taalgebruik een ding wat vermoedelijk eigen is aan menselijk DNA, taalgebruik is zoals de menselijke stem en onze vingerafdruk het meest intieme middel dat jij en ik hebben, Lieve Mensen, om ons ‘gecontroleerd’ te verhouden tot elkaar en tot wildvreemde anderen. Soms is het verontrustend om te weten, dat digitale woordcontacten onophoudelijk doorgaan dikwijls zonder dat zender en ontvanger elkaar kennen. Maar wat betekent ‘elkaar kennen’ in een wereld boordevol beeldscherm-images die eveneens onophoudelijk inwisselbaar zijn. Het zou kunnen betekenen dat de werkelijke natuur van WOORDEN te kijk wordt gezet. Omdat taalgebruik je ‘onaanraakbaar’ maakt kun je jezelf onbeschroomd-waarachtig projecteren in taaltekens en kun je zelfs een identiteit componeren die compleet verzonnen en vals is.

WOORDEN zijn ‘onaanraakbaar’ want WOORDEN hebben geen bewustzijn geen identiteit geen geweten geen fysiek. De woordenschat ligt voor iedereen die zin heeft altijd klaar om te worden gebruikt. De Heilige Boeken die het persoonlijke leven van miljoenen gelovigen structureren, worden nog steeds onomwonden getypeerd als ‘woorden van G.O.D.’ en die entiteit staat gelijk aan de Driving Force van alles-wat-is! Zoveel waarde hebben onze voorouders van alle windstreken gehecht aan WOORDEN dat zij Het Woord een godsgeschenk noemen.
WORDS MATTERS. Lieve mensen en zoals wij omgeven zijn door materie die wij niet kunnen zien en manipuleren maar die net als het zonlicht ons bestaan mogelijk maakt, zo ook, althans zo stel ik mij dat voor, hangen jij en ik en miljarden anderen aan elkaar met draden van zinnen, opgebouwd met WOORDEN, aaneengeklonken tot teksten door de energie van ons onophoudelijk taalgebruik. Teksten van jou en mij: gezongen gesproken geschreven zweven als guirlandes rond en omringen ons, sluiten ons in, raken ons en houden ons gaande. En ik gebruik de metafoor van feestslingers niet alleen omdat wij in een ‘gesloten systeem overleven dat niets verspilt’ maar vooral, om mijzelf en jullie, Lieve Mensen, eraan te herinneren, dat WOORDEN hun VITALITEIT en hun BETEKENIS alleen te danken hebben aan het feit dat zij door MENSEN WORDEN GEBRUIKT. Wij taalgebruikers brengen WOORDEN tot bestaan. Ja, wij mensen maken WOORDEN en HOE wij die WOORDEN gebruiken maakt NIET het TAALERFGOED, maar jou en mij VERANTWOORDELIJK.

 

Internetcafé, campus University of Berkeley, California. Foto © Michiel van Kempen

Een event als WORDS MATTERS gaat in wezen over kwesties als: * bestaan er betwiste woorden en uitdrukkingen? Ja, die bestaan. * zitten in het culturele erfgoed van Nederland teksten WOORDEN en andere taaldingen die verwijzen naar onmenselijkheid? Ja, hoogstwaarschijnlijk. * hoe humaan en aangepast is het taalgebruik van de gevestigde orde en haar instituten als Politie en Justitie, Politiek en Media, Kunst en Cultuur, Onderwijs en Wetenschappen enzovoort? Geen idee maar er zijn redenen tot ongerustheid. SAMENVATTEND: hoe vrij van een stuk belastend verleden kan de Nederlandse Taal zich bewegen in een mensengemeenschap die steeds meer divers wordt en die zich chronologisch gezien steeds meer verwijdert van dat stuk ‘belastend erfgoed’?

In de schrijfworkshops die ik in mijn meest vitale dagen gaf overal in Nederland was ik genadeloos op zoek naar de Driving Force in een tekst en naar beweegredenen en naar plekken in de individuele student waar de woordenschat zich ophield. En ik bleef smeken: koop woordenboeken in alle soorten en maten, houd het ‘Groene Boekje’ bij en wees voorzichtig met impulsief taalgebruik! Want, lieve Mensen: zelfs een ‘morsig taalerfgoed’ biedt geen alibi OMDAT TAALGEBRUIK ALTIJD VOL VERWIJZINGEN ZIT NAAR JOUW DIEPSTE ZELF. Jouw stem draagt je uit. Jouw vingerafdruk kenmerkt je onmiskenbaar. En jouw taalgebruik spiegelt je.

Soms schrik ik op bij een vaste uitdrukking als: stinkend rijk zijn EN te keer gaan als een Turk EN gierig zijn als een Jood EN wispelturig zijn als een vrouw EN stinken als een Afrikaan EN zwart zijn als de duivel. En opstandig word ik bij uitspraken als: dom zijn als een koe, koppig als een ezel, verward als een kip zonder kop, morsig als een varken. Lieve Mensen, in mijn keuze van voorbeelden ben ik werkelijk netjes gebleven om niets en niemand ‘zwart’ te maken.

 

Johan Muyle (Montignies-sur-Sambre, 1956), “Lucy, I have a dream…” (2009); beschilderd gips, motortje, gemengde techniek. Stedelijk Museum Charleroi. Foto © Michiel van Kempen

Russen Chinezen Japanners Hindoes Moslims Ethiopiërs Egyptenaren Maya’s Inca’s en zelfs de Grieken, om enkele grote taalculturen te noemen, gebruiken het woord ZWART niet structureel in een negatieve en destructieve betekeniscontext. En toen ik tijdens een fijn etentje vorig jaar vroeg aan een taalkundige, waarom onze taal zo bruut blijft vasthouden aan ZWARTE PIET antwoordde hij in onvervalst Nederlands, dat genoemde volken niet in contact waren gekomen met negerslaven…Tja, Lieve Mensen, er gaat een cultuur aan ervaringen, vooroordelen, etnografische misinterpretaties, politieke manipulaties, machtsmisbruik en onverschilligheid uit van wat HECHT ONVERZETTELIJK ZELFS IDENTITEITSTRUCTUREREND TAALGEBRUIK is en mogelijk BLIJFT, zelfs van publieke personen van wie je dat allerminst verwacht. En als jij en ik en miljoenen anderen zich daarbij gekwetst, miskend en gekleineerd voelen moeten wij dat maar onderling verwerken. En dat doen wij gelukkig ook, maar wij doen meer en laten ons ook horen en zien op een WORDS MATTERS event in het TROPENMUSEUM te Amsterdam.

WOORDEN gedragen zich als ‘wassend water’. Ook al vervuilen wij de oceanen door hoe wij leven en door hoe wij denken over ‘onze planeet’ namelijk dat haar bronnen bedoeld zijn om door DE MENSHEID te worden ‘gebruikt’…! Zowel ‘wassend water’ als onze woordenschat schonen zichzelf voortdurend op door zich te laven aan HET NIEUWE. Voor oceanen en alle andere waterwegen en bronnen moet het toch een verademing zijn dat het poolijs rap smelt en zuiver water aanvoert…! Onze Nederlandse Taal wordt ververst door de instroom van Nieuwe Nederlanders. Ooit, Lieve Mensen, waren die Nieuwe Nederlanders nog autochtonen uit stedelijke gehuchten, boerengemeenschappen en uit andere verwaarloosde streken in Nederland zelf die met hun taalschatten en dialecten het Algemeen Beschaafd Nederlands van de gegoede burgerij tot veranderen forceerden. En deze trend is welbeschouwd nooit opgehouden. Vluchtelingen, eerste-tweede-derde generatie nieuwkomers met actieve contacten in andere taalculturen gebruiken het Nederlands op hun eigen manier en voelen zich daarbij ‘erkend en gewaardeerd’ door jonge ambitieuze Hollanders met hun mondiale perspectief van leven en werken.

Wie genaturaliseerd wil worden tot Nederlander moet verplicht zich het Nederlands toe-eigenen. Geen wonder dat veel migranten kiezen voor Engeland en Frankrijk, een nieuw vaderland waar zij zich als thuis voelen wat de taalcultuur betreft. Het valt immers niet mee, eerst je vaderland kwijt te raken en daarna gedwongen te worden om het welbehagen van jouw moedertaal te verlaten voor een taal die best ‘hondsmoeilijk’ is maar ach, wat voor een uitdrukking kies ik: best beledigend voor honden! Want sinds wij weten, dat wat wij ‘dieren’ noemen, gewoon intelligente wezen zijn met complexe gevoelens net als wij, valt via ons taalgebruik ook nog een boel ‘dierenleed’ bij te stellen.
Je nestelen in HET HOLLANDSE, Lieve Mensen, kost tijd en doet weleens pijn. Dat niemand zich verzet en openlijk klaagt over de naturalisatie-taal-eis van de Nederlandse Overheid heeft de politiek te danken aan HET KONINGSHUIS. Vooral aan ZKH Koning Willem Alexander en HM Koningin Máxima hebben wij als Nederlands Volk te danken: de VRIJHEID die personen nemen van welke komaf dan ook, die bezig zijn zich de Nederlandse taal eigen te maken, om overal en onder alle omstandigheden, hun zelfs diepere gevoelens en gedachten onbeschroomd in het Nederlands te articuleren. Het zingt iets anders. Het spreekt iets anders. Het schrijft iets anders. Het doet echter wat WOORDEN horen te doen:(…) ‘ons in staat stellen kennis te krijgen en voeling te hebben met de min of meer gedeelde habitats waarin wij leven, in contact met elkaar in een aards bestaan, waar wij als individu en als soort overleven.’ (citaat uit mijn P.C. Hooftprijs-dankrede Den Haag Literatuurmuseum 2016).

Willemstad, Curaçao, koningsdag 2014. Foto © Michiel van Kempen

Onze Koning heeft ZIJN van oorsprong Spaanstalige ECHTVROUWE Koningin Máxima altijd vrijuit laten spreken in zijn moedertaal tot het volk naar wie HIJ HAAR heeft gebracht. En meer dan ooit zal deze warme en liefdevolle aanmoediging tot MEERSTEMMIGHEID de Nederlandse Taal opschonen, vernieuwen, verruimen en aldus meer humaan maken voor allerlei soort gebruikers. En een event als WORDS MATTERS dwingt jou en mij om geen alibi nodig te hebben als wij brokken maken op de taalsnelweg die wij ambitieus en fel gebruiken. MEERSTEMMIG zal de Nederlandse taal zijn voor wie een weg vindt om de toekomst te verbeelden SCHRIJVEND en ZINGEND en SPREKEND. Ik astridhroemer wens iedereen daarbij veel genoegen toe.

 

Gent. Zomer 2018

 

[Tekst voorgedragen op donderdag 28 juni 2018, evenement Words Matter, Amsterdam.]

on 30.06.2018 at 11:37
Tags: / /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter