Marius Atmoredjo – Tekleh
Oma waarom draag je een tekleh*
Jij weet dat hoe langer ik die draag
hoe beter ze aan mijn voeten passen
Ze nemen de vorm van mijn hiel
gaan door mijn ziel
naar het aardse
Als ik ze bij de voordeur achterlaat
verdwijnen ze niet door de achterdeur
geen andere voet past erbij
ze blijven al jaren bij mij
Je hoort mij van ver ‘khlek khlek’
en van jou ‘plok plok’
Wie is nou totok**
ik of jij, mijn dok***
* tekleh – teenslippers gemaakt van hout en een oude buitenband (volgens het Surinaams-Javaans woordenboek ook tèklèk)
** totok – nog bij zinnen
*** dok – mijn lieve kind (letterlijk: een ei) (volgens het Surinaams-Javaans woordenboek ook endog)
Op vrijdag 8 maart 2019 was Marius Atmoredjo te gast in het college Caraïbische Dromen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij vertelde over zijn overgrootmoeder Sarinah die geboren werd in Poerworedjo (Midden-Java) in 1882 en hoe zijn vanuit Semarang in 1908 op 26-jarige leeftijd naar Suriname ging als contractarbeidster. Marius Atmoredjo schilderde het zware bestaan van de eerste generatie Surinaamse Javanen; hun bestaan is vergruist, zegt hij. Het is daarom dat hij bezwaar maakt tegen de viering van Javaanse immigratie – hij vindt dat dat woord ‘immigratie’ een vrijwilligheid suggereert die er niet was en spreekt liever van een herdenking van de periode van contractmigratie. Sarinah gaf in 1913 het levenslicht aan Hilda, Marius’grootmoeder, die vijftig jaar oud zou worden. Zij was de moeder van Marie (geboren in 1935 en nu 84 jaar oud), die huwde met Legiar Atmoredjo (geboren 1930, overleden op 83-jarige leeftijd). Zij werden de ouders van Marius Atmoredjo, die tijdens het college ook gedichten voordroeg in het Nederlands en Surinaams-Javaans.
Marius Atmoredjo. Foto’s Michiel van Kempen
Marius Atmoredjo voor een foto van zijn vader als Billitonarbeider.
RSS
Facebook
Twitter
Waarom altijd de verkeerde kaart, wij Surinamers zoeken het zelf.
De mogelijk bestaat misschien al; bij wie kan ik mij aanmelden voor dit soort colleges?
Beste John, Deze colleges worden georganiseerd voor de studenten die zich hebben ingeschreven voor het vak Caraïbische Dromen, waarin de literatuur van Suriname en de Koninkijksdelen in het Caraïbisch gebied aan bod komt (en er zijn ook enkele colleges over , Nederlands-Indische literatuur). Dat neemt niet weg dat zich wel vaker gasten bij mij aanmelden die geïnteresseerd zijn in een of enkele colleges; zij zijn altijd welkom. Zo gaat het a.s. vrijdag over Wij slaven van Suriname, met als gasten de biografen van Anton de Kom. Mvg Michiel van Kempen