blog | werkgroep caraïbische letteren

Mallemolen van Surinaamse personages en hun namen (1)

door William L. Man A Hing

Aangenomen kan worden dat de verrommeling van Surinaamse namen en persoonsgegevens door een vloed van publicaties op gang is gekomen na de opstand van 1980. Dat daarbij niet steeds zorgvuldig wordt omgesprongen met gegevens van bekende actoren laat een kleine bloemlezing zien.

1240149_1395995560631334_1019293337_n

Nieuwe Republiek met andere lektuur
Een bekend auteur van het politieke toneel in de roerige dagen van 1980 is Osvaldo Cardenás Junquera, voormalig Cubaans ambassadeur in Suriname die van zich afschreef in een verslag van de gebeurtenissen onder de titel De revolutie der sergeanten (1998). Hiermee wilde de Cubaanse regering duidelijk laten weten afstand te nemen van de “revolutionaire” ontwikkelingen in het land en daar in geen geval verantwoordelijkheid voor te willen nemen.
Over de voorzitter van de Commissie nieuwe Grondwet had hij de volgende onthulling opgetekend:
“Men zegt dat het intellectuele brein achter het ontwerp voor de Grondwet Walter Lim Apo was, sinds 1 maart 1982 directeur van de Nederlandse onderneming Billiton Co. en een invloedrijke figuur van de Nationalistische Partij Suriname”. (p. 26).
Voor wie het al erg verleden tijd is kunnen voor de duidelijkheid enkele kanttekeningen worden geplaatst. Mr. Walter Lim Apo was advocaat en een politiek figuur die gefungeerd heeft als NPS-Statenlid, Gevolmachtigd Minister van Suriname in Nederland en daarna Nederlands diplomaat.
Bij de werkzaamheden van de Grondwet onder Henck Arron en de nieuwe Republiek tekende jongere broer Mr Hans Lim Apo, eveneens advocaat en vervolgens directielid van de Billiton Maatschappij Suriname n.v. en daarna van het multinationale bedrijf van Billiton.
Verder wordt door de auteur de arts-internist Hendrik Chin A Sen op p. 79 gepromoveerd tot “Doctor in de medicijnen”, een kwalificatie die wel vaker zonder bron in publicaties wordt aangetroffen.

cardenas de revolutie der sergeanten

Surinamekunde
Verschillende andere deskundige auteurs van Surinaamse zaken weten ook van wanten en beschrijven in hun uitvoerige studies tal van personages met andere kwaliteiten en namen in een afwijkende spelling.
Ter gelegenheid van de herdenking van de 30e verjaardag van de Onafhankelijkheid van Suriname werd voor de gelegenheid door Wim Hoogbergen en Dirk Kruijt een kritisch overzicht van de binnenlandse politieke ontwikkelingen gepresenteerd in hun uitgave De oorlog van de sergeanten (2005), Het boek blijkt over te lopen van foutieve namen en onzorgvuldige persoonsbeschrijvingen. Zo zeer dat de aimabele maar altijd secuur opererende prof. Michiel van Kempen zich niet langer kon beheersen en het volgende daarvan zei in een recensie (www. Bol.com):
“ Helaas vertoont het boek de sporen van haastwerk: veel eindredactionele fouten, maar ook feitelijke onjuistheden (De Vos van Steenwijk was nooit ambassadeur, Venetiaan is nooit gepromoveerd, Arron nooit gevlucht, fout geschreven namen).”
Van Surinaamse zijde voegde prof. Marten Schalkwijk aan dit chapiter nog de volgende kanttekeningen toe:
“President Kraag was geen jurist maar onderwijzer”,
en verder: “ Peter Koch was niet de Amerikaanse, maar Nederlandse Ambassadeur”. (OSO 2006, no. 26/2)

hoogbergen kruijt de oorlog van de sergeanten
Deze misslagen vormden nog lang niet het eind van de lijdensweg van Surinaamse actoren en hun namen in het werk. Om nog enkele voorbeelden te geven.
Dr. Jules Sedney is oud-premier van Suriname geweest maar nooit directeur van de Surinaamsche Bank. (p. 174) Wel heeft hij nog gefungeerd als president van de Centrale Bank van Suriname. (p. 54; 108; 154).
Hoogtepunt van deze mallemolen van verbasterde namen en incorrecte persoonsbeschrijvingen is wel hetgeen Hein Eersel is overkomen op p. 52:
“ Die (d.i. bevrijdingstheoloog Joop Vernooij, schrijver dezes) toonde hem (d.i. journalist Walter Lotens, schrijver dezes) de in 1980 geschreven brochure De Christen in de revolutie van Hein Eersel, belangrijk lidmaat van de evangelische broedergemeente en in 1980 decaan van de Anton-de-Kom Universiteit … ”.
Het is een zwaktebod dat de auteurs met vereende kracht na bijna drie decennia niet verder waren gekomen dan een profielschets van de neerlandicus en naamkundige aan de hand van prietpraat.
Het opmerkelijke hiervan is dat landgenoten in binnen- en buitenland Hein Eersel eerder kennen als eerbiedwaardige stonfutu van de Lomsu-kerki [de katholieke kerk!] dan van de Anitri-kerki.
Verder was de oud-minister van onderwijs niet de auteur van de geciteerde brochure en heeft hij niet als decaan maar wel als kanselier gefungeerd van de Anton-de-Kom Universiteit van Suriname.
Ongeacht aard en resultaat van de analyse van de auteurs had dit boek niet op deze wijze mogen worden uitgegeven. Daarvoor zijn de persoonsaanrandingen te groot in aantal.
Van de eerder geciteerde Walter Lotens, die zelf jarenlang ingezetene van Suriname is geweest en veel over land en volk heeft geschreven, kan eveneens een aantal hinderlijke “verschrijvingen” worden aangetroffen. In zijn essay “ Ex-Holland aan de Zuid-Amerikaanse Wilde Kust ” op internet (www.ecosystem2000.sr.to/nl/…) moeten weer andere personen het ontgelden.
Op pagina 7 van zijn stuk wordt in noot 14 de volgende opsomming gegeven van de 15 slachtoffers van 8/9 december 1982 met onder anderen de volgende namen: “ De juristen … K. Gonçalvez … en de militairen … en J. Sheombarsh ”.
Het ware verreweg eenvoudiger geweest de bekende namen van de dodenlijst letterlijk over te schrijven van de herdenkingsplakette op de Mozes en Aäronkerk te Amsterdam of van de site van Wikipedia.

Walter Lotens

Walter Lotens

President dr. Johan Henri Eliza Ferrier (1910 – 2010)
Het is meestal niet aan landskinderen gegeven opzienbarende fenomenen binnen eigen samenleving en landsgrenzen te ontdekken. Dit voorrecht lijkt meer toevertrouwd aan overzeese deskundigen.
Voor surinamist John Jansen van Galen die dichter Dobru onvergetelijk heeft gemaakt met de vertaling van de titel van diens uitgave Wan monki fri (= Een stukje bevrijding) als “Een vrije aap”, stelt het schrijven over de voormalige Nederlandse kolonie en zijn bewoners kennelijk geen al te grote uitdaging voor. Nog voor de presentatie van zijn uitvoerige beschouwing over het economisch verval van de “kapotte plantage” (2009), had de journalist-schrijver zich al laten kennen als autoriteit van de familiegeschiedenis van Johan Ferrier. Voor hem was het derhalve “ Geen wonder dat de Japanse ingenieur, de vader van Dhunputteas’s eerste kind, de suikerplantage in Nickerie de rug toekeert en teruggaat naar zijn geboorteland. ” (Laatste Gouverneur, Eerste President. Tweede druk, 2005: 13)
Verbazingwekkend is wel dat in deze ene volzin talloze argeloze lezers worden geconfronteerd met een onjuiste voorstelling van verschillende zaken.
Voor de duidelijkheid: oma Dhunputteea B/343 was 1873 op 7-jarige leeftijd samen met ouders en broers vanuit Calcutta naar Suriname geëmigreerd op het Engelse schip Lalla Rookh. Ter plaatse werd het gezin met andere contractarbeiders te werk gesteld op de plantage Alliance in het district Commewijne. Zij werd moeder van drie zoons en een dochter.
Henry Robert (geb. 1889), tweede zoon van Dhunputteea B/343 en vader van Johan, koos 1919 te Paramaribo zelfstandig als enige van de vier kinderen de geslachtsnaam van Ferrier, zo voor zichzelf als voor zijn minderjarige kinderen.
Zie voor meer gegevens over Dhunputteea B/343 en haar kinderen: www.gahetna.nl; WO II en Suriname: Langs Nederlandse erevelden in Indonesia, in De West van 30-09-2013) en Van Schaick: Johan Henri Eliza Ferrier, in Wi Rutu van december 2013.

 

laatste gouverneur eerste president

Het was bepaald niet eerder bekend dat Nippon (Land van de Rijzende Zon) in die periode al een vertegenwoordiger had in de nederlandse kolonie die ook nog wel de grootvader bleek van de Eerste Surinaamse President.
De vaststelling dat mr Hans Lim A Po (geb. 1940) als adviseur was opgetreden van Jopie Pengel in 1961 is historisch gezien iets te snel door de bocht. (p. 79) Deze jurist was gezien zijn leeftijd toen nog student en de bedoelde adviseur was eerder diens oudere broer mr Walter Lim A Po (1929 – 1991). Zie evenzo hierboven.
In deze uitgave passeert verder een groot aantal personages met hun namen de revue, zoals ook Kenneth en Lilian Gonçalvez en Sam Kafiludi. Waarvan akte.

 

[eerder verschenen in De West van zaterdag 27 september 2014]
[wordt vervolgd]

3 comments to “Mallemolen van Surinaamse personages en hun namen (1)”

  • Man A Hing heeft gelijk: een beetje eerbied voor de namen van personen is noodzakelijk. In de wetenschap en geschiednis is het gebruik van de juiste termen en namen een vereiste.

    En: Don’t blamed it on Suriname.
    Een beetje wijdere blik wat namen betreft levert het volgende op:

    Tiet Jan JANSDOCHTER (Nederland, vrouw)
    jonkvrouw Heylwich heer Janszoon van Poppel (Nederland, vrouw)
    John Claridge Smith Mac Donaldson-Selby (Engeland, man)
    Alexandrine Gurine ALEXANDERSDATTER MACDONALD (Noorwegen, vrouw)
    Veel plezier met de namen!

  • Helemaal gelijk met deze kritische noot over namen. Een aantal personen die je noemt maakten deel uit van de kennissen- en vriendenkring van mijn vader. En wat zo jammer is, iedereen blijft de fouten maar overschrijven (zonder check double check). Foutjes, vergissen en slordigheden zijn menselijk. Jouw stukje maakt mij er alert op om in de toekomst hier zelf ook meer op te letten.

  • Het zusje van Henry Robert Ferrier was Irene Emeline Dhunputtea (= tante van Pres. Johan Ferrier). Zij huwde met Leo Gijsbertus Brandon en kregen 2 kinderen: Lyonette (Nettie) en Rob Brandon.

    Dit gezin trok in de jaren begin 1930 naar het voormalig Batavia en werd in de Japanse bezettingsjaren van 1942 van voormalig Indië opgepakt en geïnterneerd in kamp Bandjermasin (Oelin), alwaar de ouders Leo en Irene alsmede dochter Nettie Brandon op 20 dec 1943 door de moordlustige Japanse kampleiders met vele anderen werden terechtgesteld wegens zogenaamde en vermeende verzetsactiviteiten. Zie daarvoor ook het beruchte Haga proces in de historische stukken. Zie tevens de website van de OGS, die erekruizen op het ereveld te Ancol Jakarta voor hen gedriën heeft geplaatst.

    Er is wel een discrepantie wat betreft de geboorte datum van Irene Emeline Dhunputteea; Het record van GaHetNa zegt, dat zij geboren werd in 1886 terwijl het record van de OGS (Oorlogsgravenstichting) zeg: geboortejaar 1896.

    Op de http://www.fotozoektfamilie.nl – album 1071 bladzijde 22, kan men een drietal foto’s van Nettie vinden toen zij pas in Batavia woonde op 11-jarige leeftijd.
    De moordlustige Japanse kampleiders werden na de oorlog terechtgesteld. Nettie was ten tijde van executie slechts 21 jaar oud.

    Wat een zeer trieste toevalligheden: Een Japanner GEEFT leven en andere Japanners NEMEN levens uit dezelfde familie.

    Moge alle slachtoffers hun eeuwige vrede hebben.

Your response at Hans Boers

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter