blog | werkgroep caraïbische letteren

Luiken op het verleden: De canon van Suriname

Recent heeft het Surinaams Museum ervoor gekozen om in Fort Zeelandia een permanente expositie in te richten met als thema de ‘Canon van Suriname’. De canon bestaat uit circa vijftig vensters met de belangrijkste gebeurtenissen, personen, creaties en instituten en vormt daarmee een kapstok waaraan de nationale geschiedenis van Suriname kan worden opgehangen.

Het vormt een wegwijzer in de bijzonder veelzijdige geschiedenis van Suriname. Voor hier hebben we in plaats van vensters gekozen voor luiken, dat klinkt ons bekender in de oren. Al jaren speelt het Surinaams Museum met het idee om een tentoonstelling op te zetten over de geschiedenis van Suriname. De discussie in Nederland in 2006 na publicatie van het rapport over de Nederlandse canon, gaf het Surinaams Museum nieuwe inspiratie. Naar aanleiding van dit rapport werd besloten om een canon op te zetten voor het lager onderwijs.

De canon dient als een richtsnoer van kennis over cultuur en geschiedenis en biedt de Surinaamse jeugd, maar ook de rest van de samenleving bagage die bestaat uit een verhaal van het land dat wij gezamenlijk bewonen. Een canon bevat basiskennis en dan in een modern jasje, waarvan een ieder kennis zou moeten nemen. Ieder luik gaat over een specifiek historisch of cultureel onderwerp en wordt gekenmerkt door een iconografische afbeelding. Zo staat bijvoorbeeld Kwakoe voor de afschaffing van de slavernij en het ‘abcboekoe’ voor de invoering van de schoolplicht. Het is belangrijk om te weten dat een canon niet gesloten is en dus open staat voor verandering. Zo kan het dat in de loop der jaren de samenstelling van de luiken er anders uit kan gaan zien.

Een van de luiken die we terugzien in de canon verhaalt over de Surinaamse dollar of beter gezegd, de invoering van de SRD. Niet een gebeurtenis uit het verre verleden, maar wel een luik dat het onderwerp geld nader aan bod brengt. Op 1 januari 2004 werd de Surinaamse dollar als de nieuwe munteenheid van Suriname ingevoerd en daarmee kwam er een eind aan de Surinaamse gulden, die in de loop der jaren sterk in waarde was gedaald. Besloten werd om het geldstelsel te versimpelen door drie nullen te schrappen van de biljetten en de naam te wijzigen in dollar.

Maar wist u dat eeuwen geleden Suriname ook al een tekort aan gemunt geld kende. Zo is vanaf 11 september 1669 lange tijd suiker een betaalmiddel geweest. Gouverneur J. Heinsius (1678 – 1680) probeerde het tekort aan kleingeld op te lossen door koperen penningen te laten maken. Zij heetten ‘papegaaienpenningen’, omdat aan één kant van de munt een papegaai op een boomtak was afgebeeld. De munten waren gelijk aan 1, 2 of 4 pond suiker, waarbij 1 pond suiker één stuiver waard was. In 1761 werd onder gouverneur Crommelin een ander merkwaardig betaalmiddel in omloop gebracht: het kaartengeld. Het opvallendste was dat het gemaakt was van speelkaarten waarop klavers, ruiten, heren en boeren stonden. Deze werden voorzien van een stempel met het wapen van Suriname en de handtekening van enkele hoge ambtenaren. De uitgiftes werden via plakkaten bekend gemaakt. Er is zelf mee gefraudeerd: er werd door de overheid in 1802 gewaarschuwd voor valse tienguldenkaarten. Van een pak kaarten terug naar de SRD! Over niet al te lange tijd kunt u de nieuwe tentoonstelling met de luiken op de canon van Suriname in Fort Zeelandia bewonderen.

Reacties op Museumstof? Bel op 425 871 of E-mail ons: info@surinaamsmuseum.net Zie ook www.surinaamsmuseum.net en www.flickr.com/photos/stichtingsurinaamsmuseum voor foto’s uit de collecties van het museum.

[Museumstof 184, in de Ware Tijd 30/04/2011]

on 02.05.2011 at 11:22
Tags: /

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter