blog | werkgroep caraïbische letteren

‘Luck comes to the well-prepared mind’

door Sandra Smit

Enige tijd geleden had ik een (zeer) prettig gesprek met Hans Lim A Po in zijn werkkamer aan de Lim A Postraat. Wat een binnenkomer, echt een prachtige ruimte. Een zitje aan de ene kant, een groot bureau aan de andere kant en overal, overal boeken! Naar later zal blijken, merendeels filosofisch en voor de rest juridisch. Op 12 juni 2019 heeft Lim A Po in de Centrumkerk een eredoctoraat ontvangen van de Anton de Kom Universiteit in het kader van haar 50-jarig bestaan.

Hans Lim A Po

Van Deryck Ferrier en Carlo Jadnanansing, die ook eredoctor werden, zijn eerder interviews verschenen op deze pagina en ik had de link met literatuur duidelijk voor ogen. Over Hans Lim A Po wilde ik schrijven, maar dan wel als heer Lim A Po, omdat ik hem nog niet persoonlijk kende. Hij dacht mij niet te kennen, maar toen ik hem zei dat mijn vader voor hem gewerkt had, viel het kwartje en corrigeerde hij mij: ‘Je vader werkte niet voor mij, we werkten sámen.’ En toen hij even later zei tegen twee ‘ vooraanstaande’ bezoekers: ‘Ik hoor jullie iets zeggen wat niet klopt. Dat kunnen jullie je niet veroorloven. Als je verantwoordelijkheid hebt, moet je nadenken over wat je zegt’, wilde ik hem nader leren kennen. We maakten een afspraak.

Levensloop

Hans Rudolf Lim A Po werd geboren in 1940 als vijfde zoon en na hem volgde nog een meisje. Grootvader Lim A Po is nog met de eerste boot Chinese immigranten naar Suriname gekomen en behoort dus tot de eerste generatie Chinezen hier. Zijn moeder was Louise Bleau, voor Lim A Po een toonbeeld van karakter. Maar vooral zijn vader, Fredrik Hendrik Rudolf Lim A Po, heeft hem als voorbeeld gediend. Toen hij 12 jaar was, kreeg zijn vader een beroerte en was de laatste vijf jaren van zijn leven aan zijn bed gekluisterd. Op zijn zeventiende ontmoette Lim A Po, Martha de Boer; na een intensieve briefwisseling van vijf jaar, trouwde hij met haar en inmiddels zijn ze 54 jaar samen. Ze kregen twee zonen en een dochter, die allen een tak van hun vaders professionele loopbaan hebben gekozen: zijn oudste zoon werd jurist en heeft inmiddels het advocatenkantoor overgenomen, zijn andere zoon ging in de mijnbouw en zijn dochter werd manager in het onderwijs.

Hans Lim A Po is zelf ook in de voetsporen van zijn vader getreden. Hij koos er zonder nadenken voor om rechten te studeren en advocaat te worden, omdat zijn vader dat was geweest. Van 1957-1963 verbleef hij in Leiden en kwam direct na zijn afstuderen als vanzelfsprekend terug naar Suriname om samen met zijn broer Walther partner te worden in het advocatenkantoor dat zijn vader in 1937 was begonnen. Hij was ervan overtuigd dat zijn vader zijn latere leven geheel aan de publieke zaak zou hebben gewijd in de overtuiging dat men zich na een succesvolle carrière dienstbaar moet maken aan het algemeen belang, en heeft de vroege dood van zijn vader dan ook als onrechtvaardig ervaren. Deze overtuiging is een stuwende kracht geweest om na zijn eigen pensionering in 2000 het FHR Lim A Po Instituut voor Hoger Onderwijs op te richten en het naar zijn vader te vernoemen.

Een van de panden van het
Lim A Po Institute for Social Studies

Vanuit de gedachte ‘vakmanschap is meesterschap’ heeft hij zich door middel van reflectie en zelfdiscipline verder ontwikkeld, want voor hem was al gauw duidelijk dat naast kennis en vaardigheden, attitude bij de uitoefening van professionele activiteiten cruciaal is. Het boek De lof der rechters van de Italiaanse advocaat Piero Calamandrei (1939) was daarbij zijn inspiratiebron. Calamandrei heeft in dit boek op kostelijke wijze zijn ‘losse gedachten’ op papier gezet; gedachten gebaseerd op zijn jarenlange ervaring als advocaat en observaties van collega’s en van rechters. Hij beschrijft niet alleen de lof der rechters, maar ook van advocaten terwijl hij ze tegelijkertijd onder een kritische loep plaatst. Ook dwalingen van cliënten, het gevoel voor logica in vonnissen, de kwellingen en heldhaftigheden van advocaten komen aan de orde. (Algemeen Handelsblad, 04-12-1939)

Hij wilde niet alleen een goede jurist, maar ook een goede burger zijn. Vanuit het idee dat elke professional behalve particuliere belangen ook het publieke belang moet dienen, is hij onder andere docent geweest op de Rechtsschool en aan de Universiteit van Suriname, voorzitter van de Bemiddelingsraad, lid van het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten (CIDH) en lid van de Nationale grenscommissie, waar hij van 2006-2010 voor Suriname deelnam in de arbitrage van het maritieme geschil met Guyana. Ook was hij lid van de grondwetcommissie en als zodanig in 1974 betrokken bij het samenstellen van het initiële ontwerp voor onze grondwet en in 1982 bij de voorbereiding van een ontwerp dat voor een deel ten grondslag ligt aan de grondwet van 1987. Met een enkele wijziging in 1992 is deze grondwet nog steeds van kracht.

Op zijn 40ste verliet hij de advocatuur en ging als ‘Corporate Executive’ in dienst bij Billiton, toen de mijnbouwarm van Shell. Hij deed die overstap, omdat hij toe was aan een nieuwe professionele uitdaging en dacht die te vinden in deze multinationale omgeving met hoge professionele en ethische standaarden, maar ook omdat hij de militaire coup slecht kon verwerken. Van 1997 tot 2000 was hij ‘General Counsel’ van Billiton PLC in London. Om daar zijn ’meesterschap’ te handhaven, moest hij zich verdiepen in disciplines als management en mijnbouw en zijn belangstelling voor ‘global issues’ werd verrijkt door de brede internationale omgeving waar hij zich in bewoog. Deze periode leerde hem ook steeds meer wat echt belangrijk is in het leven en zette hem op het pad van de Taoïstische benadering van de wereld. In het Taoïsme wordt gestreefd naar een toestand van evenwicht: leven in harmonie met jezelf en daardoor ook in harmonie met de wereld om je heen.

Na zijn pensionering bij Billiton koos hij niet voor het goede leven in Nederland, maar voor een (reflectief) leven in Suriname. Hij richtte het eerdergenoemde FHR Lim A Po Instituut voor Hoger Onderwijs op vanuit de gedachte dat onderwijs de sleutel is tot ontwikkeling van mens en samenleving. ‘Een leerling kwam bij een oude meester die altijd aan het lezen was. De leerling vroeg de oude meester waarom hij nog steeds zoveel las. De meester antwoordde: ‘Ik begin het nu pas te begrijpen.’ Geraakt door deze passage uit een boek ontwaakte zijn passie om studenten te leren van leren te houden.

Talent

Zelf vindt Lim A Po dat hij geen talenten heeft. Begaafd noemt hij iemand als Gerard Spong, een oud-leerling van hem, die zelfs de harp kon bespelen. Inderdaad speelt Lim A Po geen instrument, doet niet aan sport (hoewel hij wel heeft hardgelopen), maar als je bedenkt wat de betekenis van ‘talent’ is  –het natuurlijk vermogen om iets goed te doen– dan denk ik dat Lim A Po dat heeft. Hij heeft de gedrevenheid, ijver en een goede intuïtie om wat hij doet, goed te doen. Zelf vindt hij dat hij door omstandigheden werd gedreven om te presteren, waardoor hij altijd op zijn tenen heeft gelopen en ziet dit zelfs als een tekortkoming. Maar omdat hij ook vindt dat hij veel voldoening heeft gehaald uit de verdieping van de zingeving van het leven en zijn eigen leven inricht volgens het principe van yin en yang, denk ik, dat het wel meevalt met ‘het altijd op zijn tenen lopen’.

Zingeving

Tijdens zijn studieperiode in Leiden ontwikkelde hij zijn verantwoordelijkheidsgevoel en moest hij fundamentele keuzes maken over godsdienst en politieke ideologie. Hiermee zette hij zijn eerste stappen op het pad van wat zijn missie in het leven zou worden. In zijn periode als advocaat heeft hij voor zichzelf het verschil tussen goed en kwaad en tussen waar en onwaar afgebakend. Pas daarna, zeg maar in zijn ‘derde periode’, kwam de zingeving. Zingeving is voor Lim A Po de rode draad in zijn leven geworden. Na zijn vijftigste verdiepte hij zich verder in het Taoïsme. Op een gegeven moment wilde hij zelfs Loa Tse van Tao Te Ching in het Surinaams vertalen. [Noot SS: De Loa Tse, ook wel Daodejing genoemd, is na de Bijbel, waarschijnlijk het meest vertaalde boek ter wereld en bestaat uit 81 korte teksten, die zowel mystieke, ontologische als ethische aspecten van het leven behandelen.]  Lim A Po leidt zingeving niet af van een hogere macht en haalt het ook niet uit kunst en literatuur, maar dus uit filosofie.

Buiten heb ik weleens horen zeggen dat het niet makkelijk is samen met Lim A Po te werken omdat hij denkt alles beter te weten. Ik weet het niet, feit is wel dat hij tot nu toe geregeld geconsulteerd wordt bij maatschappelijke problemen en men hem ook opzoekt voor raad bij persoonlijke zaken.

FHR-instituut

‘Meneer Lim A Po, u jaagt me op kosten!’
‘Hoezo?’
‘Ik moet een bureau gaan kopen.’ Ongeveer 20 jaar geleden heeft Lim A Po het FHR Lim A Po Instituut voor Hoger Onderwijs opgericht en is daar nog rector. Er worden masteropleidingen PA (Public Administration) en BA (Business Administration) verzorgd. In 2012 kocht hij de Surinaamse tak van de hbo-instelling Inholland en werd het aanbod in opleidingen vergroot. Toen kon men ook geaccrediteerde bacheloropleidingen volgen. Omdat het niveau van de aankomende hbo-student vaak niet aansluit op de opleidingseisen, biedt het instituut nu ook een pre-bachelorsprogramma aan, want, zoals Lim A Po zegt: ‘Hier is ’t Kofschip begraven.’ Hij verwoordt hier treffend hoe hij denkt over de slechte beheersing van de Nederlandse taal. Zeker 1000 studenten hebben dit programma gevolgd of zijn er nog mee bezig. Het instituut heeft ongeveer 300 MBA’ers en 200 MPA’ers afgeleverd. Met de overheid is er weinig bemoeienis, anders dan dat afgestudeerden een baan in de publieke sector vinden; zo heeft het Instituut vier parlementariërs voortgebracht. Zeer zeker hebben afgestudeerden van het FHR-instituut geen moeite om een baan te vinden.

De vraag rijst natuurlijk wie dit instituut, zijn nalatenschap, waar zoveel van zijn tijd, energie en geld in is gestopt, gaat voortzetten. Ook nu heeft Lim A Po het heft in eigen handen genomen en wel door zijn drie kleinkinderen hiertoe op te leiden.

Cocktail

Ons gesprek komt dan op hoe zijn gemiddelde dag eruitziet. ‘Wel, vroeger werkte ik langer dan 10 uur. Nu begin ik tussen 7.30 en 8.00 uur en werk tot 12.30 uur. Dan neem ik een borrel, een cocktail.’ Hier onderbreek ik hem: ‘Ik ben dol op verrassende cocktails!’ Hij vertelt hoe hij elke dag een zelf ontworpen cocktail drinkt, waarvan bepaalde ingrediënten van te voren worden bereid en bewaard, zodat hij er snel over kan beschikken. Die van vandaag bestaat uit Franse Wodka, van druiven gemaakt, met tonic, olijf, mintblad en zwarte peper. Lim A Po staat op en zegt dat hij er een voor me zal maken. Hij komt gauw terug en biedt mij het aan met de woorden:  ‘Als je het niet lekker vindt, mag je het laten staan.’ Ik proef… hmm… apart, wat is die aparte smaak? ‘Vind je het lekker?’ ‘Ja, het is lekker, ik proef de ingrediënten die je net opnoemde, maar ik proef nog iets, iets wat ik niet thuis kan brengen.’  ‘Dat is mijn eigen inbreng… uien.’ Terwijl ik van het lekkere drankje nip, vertelt Lim A Po verder. Op de maandag werkt hij op FHR, dinsdag en donderdag is hij op de school (aan de Burenstraat) te vinden, woensdag reserveert hij voor zijn commissariaatsvergaderingen (o.a. van de Republic Bank en Fernandes) en vrijdag is hij zeker 6 tot 8 uur in zijn eigen kantoor, beneden zijn woonhuis. Alles wat hij doet heeft een ‘waarde-kaartje’, omdat hij zichzelf de opdracht heeft gegeven om steeds na te gaan hoe hij zichzelf als mens het beste kan realiseren. Zie hier zijn zelfdiscipline. (Op zich niet erg, alleen lastig als anderen het niet hebben.) Even verder met zijn gemiddelde dag. Na zijn borrel en lunch houdt hij een korte siësta, waarna hij weer vier uur aan het werk gaat. Ook in het weekend werkt hij lang. Hij doet zijn eigen ding, meestal solitair; de wereld komt niet makkelijk binnen. Hij heeft zijn boeken, zijn muziek, zijn gedachten.

Boeken

De kamer is behalve met boeken, aangenaam gevuld met muziek op de achtergrond, voor Lim A Po dienende, het bepaalt zijn stemming voor de taal. Naast verschillende artikelen in het Surinaams Juristenblad heeft hij licht-filosofische teksten over ‘holistisch denken’ geschreven, maar deze zijn puur voor zichzelf. Hij laat daarin zien dat het leven niet alleen om regels-naleven gaat.

Op de 11e Trefossa-avond op 15 januari 2019 van de Henri Frans de Ziel Stichting heeft Lim A Po een lezing gehouden, met als titel Recht en Waarheid Maken Vrij, dat als prelude gezien kan worden van zijn lezing Achterwaartse democratisering in Suriname bij de aanvaarding van het eredoctoraat op 12 juli jl. Recht en waarheid maken vrij is de vijfde regel in het eerste (Nederlandstalige)  couplet van ons volkslied, zie kader.

Zoals ik al eerder vermeldde is de werkkamer van Lim A Po vòl met boeken, maar literaire werken zal je er niet vinden, hij leest geen romans. Ook leest hij zijn boeken niet van kaft tot kaft. Tijdens ons gesprek staat hij geregeld op om een boek te pakken voor hij verder praat. Hij heeft zeker 5000 boeken, over ‘Law’ en ‘Business’ en heel veel over filosofie. Alleen al voor zijn lezing bij de toekenning van zijn eredoctoraat heeft hij twee dozen aan boeken gekocht. Uit al deze boeken haalt hij dan een of meerdere regels die hij voor zijn lezing gebruikt. In al zijn boeken zie je onderstrepingen van passages die voor hem belangrijk zijn. Tegenwoordig leest hij voornamelijk filosofische werken, en dan met name Chinese filosofie. En ook de Volkskrant en NRC uit Nederland, en ook al zijn die een maand oud, hij kan zo zijn algemene ontwikkeling op peil houden. Hier onderstreept hij niet, maar knipt geregeld artikelen uit.

Aan een muur hangt een schilderij van Stuart Robles de Medina, dat Lim A Po al 50 jaar in zijn bezit heeft. Niet zo lang geleden kwam Paul Faber, de schrijver van de biografie Stuart Robles de Medina. Pionier van de moderne Surinaamse kunst, hier op bezoek. Groot was zijn verrassing het schilderij eindelijk gevonden te hebben, hij was er al zo lang naar op zoek.

Op de vraag of hij ergens spijt van heeft, denkt Lim A Po even na en antwoordt filosofisch: ‘Luck comes to the well-prepared mind.’ Denk daar maar eens over na!


Het belang van een moreel kompas

Lim A Po schrijft weleens teksten voor zichzelf over holistisch denken. Als voorbeeld hebben we hier een fragment opgenomen.

Ik heb reeds vroeg in mijn loopbaan geleerd dat elke professional zich behalve aan economische rationaliteit ook aan rechtsregels en regels van maatschappelijk verantwoord gedrag moet onderwerpen. Maar naarmate ik mijn loopbaan vervolgde, heb ik, ondanks – en misschien juist vanwege veranderende opvattingen over hoe mensen zich in de samenleving moeten gedragen – , geleerd dat een professional zich er niet aan kan onttrekken om ook aanwijzingen te volgen die hij aan zijn eigen moreel kompas ontleent. De wijze waarop zijn kompas geijkt is, is een weergave van de verwachtingen die hij heeft ten aanzien van het gedrag dat hij van deelnemers aan economische en sociale activiteiten in de samenleving verwacht en het typeert hem als professional maar ook als mens.

Omdat normen van economische rationaliteit, rechtsnormen en sociale normen burgers bemoedigen of minstens de vrijheid laten om hun ‘eigen belang’ na te streven, is dit moreel kompas als waarborg voor behoorlijk professioneel gedrag vereist. Immers, indien gebruik van die vrijheid niet door persoonlijke morele waarden wordt ingeperkt kan het behartigen van ‘eigen belang’ ontaarden in ‘zelfzucht’. En in een samenleving waarin zelfzucht de individuele norm is, zal er een soort ‘oorlog om gewin zijn van allen tegen allen’, een ‘rat race’. Daarin prevaleert ‘human greed’ over elk ander motief en is de maatschappelijke norm dat ‘the winner takes all’.

Wat is zo speciaal aan de morele norm die zorgdraagt voor ‘zelfbinding’ om de verwording van ‘eigen belang’ tot ‘zelfzucht’ te voorkomen? Het speciale ligt niet in de bron want van alle vier categorieën normen – economische rationaliteit, rechtsregels, sociale discipline en individuele morele sturing is wederkerigheid de bron. Wederkerigheid is immers de essentiële waarde voor gezond samenleven. Maar de morele norm verschilt van economische normen, rechtsnormen en normen van sociale discipline in de aard van haar afdwingbaarheid. Economische rationaliteit ontleent haar gezag aan het marktmechanisme, rechtsnormen hun gelding aan staatsgezag en sociale normen aan legitimering door de samenleving. In alle drie categorieën is de gelding dus gebaseerd op afdwingbaarheid door externe factoren. Gelding van de morele norm daarentegen is een toepassing van ‘zelfbinding’ en het gezag van zelfbinding is intern, het komt ‘van binnenuit’ en het is niet een kwestie van natuurlijke morele aanleg. Het is evenmin toepassing van een bovenmenselijke instructie. Zelfbinding ontleent haar gezag aan het over tijd in de praktijk gegroeide individuele besef – de levensles – dat, buiten de normen van economie, recht en sociale discipline, wederkerigheid als morele norm er voor moet zorgen dat mensen niet zelfzuchtig zijn door het belang van anderen te laten meewegen bij het behartigen van hun eigen belang. Daarmee bevorderen ze dat mensen op vreedzame en fatsoenlijke manier met elkaar samenleven.

Kortom: ‘social licence to operate’ is geen ‘licence to be morally bad’, geen vrijbrief voor zelfzucht. Het behartigen van eigen belang is altijd onderworpen aan zelfbinding, geïnspireerd door morele overwegingen.

[eerder verschenen in De Ware Tijd Literair, 26 oktober 2019]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter